§ 6 Milieuproblemen in Nederland



Geschiedenis
Introductie
 Nederland als industriële samenleving
 § 6 Milieuproblemen in Nederland
Geschiedenis
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 46 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les



Geschiedenis
Introductie
 Nederland als industriële samenleving
 § 6 Milieuproblemen in Nederland
Geschiedenis

Slide 1 - Tekstslide

Tijdvak 8: Burgers & Stoommachines

Slide 2 - Tekstslide

              Lesdoelen
Na deze paragraaf kun je herkennen en uitleggen hoe problemen ontstonden met het milieu, hoe hier de milieuorganisaties en de politiek op reageerden.
Veel succes!

Slide 3 - Tekstslide

Nederland als industriële samenleving 


6. Milieuproblemen in Nederland

Slide 4 - Tekstslide

Hoe er problemen ontstonden met het milieu

Slide 5 - Tekstslide

Begin milieuproblemen
  • Al vóór industrialisatie: slecht omgaan met milieu door manier van landbouw en nijverheid. 
  • Veel slechter ná industrialisatie: lucht- en watervervuiling 
  • Grondstoffen raken op
  • Verstedelijking vervuilt

Slide 6 - Tekstslide

Cholera
  • Wat is het?
  • Besmetting, verloop en behandeling
  • Cholera in de 19e eeuw
  • Cholera nu

Slide 7 - Tekstslide

Filmclip
Cholera

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Cholera in de 19e eeuw
  • Epidemie
  • Vies water
  • Geen waterleidingen of rioleringen
  • Vies op straat
  • Hygiënisten
  • Verbeterde hygiëne

Slide 10 - Tekstslide

Mensen veranderen het landschap en het milieu
  • na de industrialisatie milieu aangetast
  • luchtvervuiling verbranding steenkool
  • water- en bodemvervuiling door lozingen van fabrieken
  • bevolkingsgroei -> groei steden en verkeer, verdwijnen natuurgebieden

Slide 11 - Tekstslide

Vanaf jaren 60 aandacht voor milieuproblemen
-chemische industrie: water-, lucht en bodemvervuiling door afvalproducten.
-landbouw: mest, kunstmest, bestrijdingsmiddelen
-toename consumptie: mensen comsumeren meer, stijgend energieverbruik, toename auto- en vliegverkeer, steeds meer afval.

Slide 12 - Tekstslide

Klassikaal maken

vragen 1 t/m 3

werkboek blz. 46

Slide 13 - Tekstslide

1  a/b
Lees de intro
  • a Wat was de oorzaak van de ramp in 1930?
  • De uitstoot van giftige rook, terwijl het windstil en mistig was.
  • b In welke gebieden in Nederland had in 1930 ook zo’n ongeluk kunnen gebeuren?
  • B In steden met veel industrie.

Slide 14 - Tekstslide

2 a/b
  • a Noem twee voorbeelden van natuur die verdween door menselijk ingrijpen.
  • Bossen, meren, waterrijke gebieden, veen.
  • b Om welke twee redenen waren er in steden speciale milieuregels?
  • □ Fabrieken stonden in steden.
  • □ In steden woonden mensen dicht op elkaar.

Slide 15 - Tekstslide

Filmclip
autoloze zondag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

3 a/b
  • a Bekijk HB bron 1. Wat voor soort milieuvervuiling is te zien op deze bron?
  • Luchtvervuiling.
  • b Wat gebeurde er na de komst van grote fabrieken met het milieu? Drie antwoorden zijn goed.
  • □ De luchtvervuiling nam sterk toe door de uitstoot van industrie en verkeer.
  • □ Door de bouw van huizen, bedrijven en wegen was er steeds minder natuur.
  • □ Doordat mensen steeds meer consumeerden, kwam er ook steeds meer afval

Slide 18 - Tekstslide

3c
  • c Om welke reden zorgde de steeds stijgende welvaart na de wederopbouw voor meer milieuvervuiling?
  • Wanneer mensen rijker worden, kunnen ze meer producten kopen. Het energieverbruik en de hoeveelheid afval nemen dan toe.

Slide 19 - Tekstslide

Hoe milieu organisaties reageerden op milieuproblemen.

Slide 20 - Tekstslide

Bewustwording, opkomst milieubeweging
  • Jaren 60: er komt aandacht voor de problemen. 
  • 1968: Club van Rome bijeen: milieuproblemen onder de aandacht brengen bij het publiek -->
  •  'economische groei heeft negatieve gevolgen voor het milieu': uitputting natuurlijke hulpbronnen en grote gezondheidsproblemen voor grote delen van de wereldbevolking.

Slide 21 - Tekstslide

De oliecrisis van 1973

  • In 1973 was de eerste oliecrisis: enkele Arabische landen weigerden toen  om olie aan Nederland te leveren. (Jom Kipoer) 
    Plotseling bleek hoe kwetsbaar de Nederlandse economie eigenlijk was.  
  • Benzine op de bon, autoloze zondagen.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Meer aandacht voor milieuproblemen:
  • Oprichting verschillende milieuorganisaties. 
  • Milieudefensie en Greenpeace.
  • Doel: burgers en overheden overtuigen dat goed milieubeleid noodzakelijk is: 'liever minder economische groei dan het slecht gaat met het milieu'.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

4
  • Voor welke twee gevaren van voortdurende
economische groei waarschuwde de Club van Rome?
  • □ Gezondheidsproblemen.
  • □ Uitputting van natuurlijke hulpbronnen

Slide 26 - Tekstslide

Klassikaal maken

vragen 4 t/m 6

werkboek blz. 46/47

Slide 27 - Tekstslide

5
  • Bekijk HB bron 4.
  • a Wat is er ongewoon aan deze situatie?
  • Mensen picknicken/zitten op een snelweg.
  • b Onderstreep de juiste woorden.
  • Door de oliecrisis werd duidelijk dat er grenzen
  • zaten aan onze economische groei en welvaart . De autoloze zondag was het gevolg van een beperkte aanvoer van olie
.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

6 a/b
  • a Wat zijn milieuorganisaties?
  • Organisaties die zich zorgen maken om het milieu en die actievoeren om het milieu te beschermen.
  • b Wat willen milieuorganisaties bereiken?
  • Minder milieuvervuiling en een milieubeleid dat de natuur beschermt

Slide 30 - Tekstslide

Hoe de politiek reageert op milieuproblemen.

Slide 31 - Tekstslide

Maar wat vindt de politiek? 
  • Komst milieubeleid (1980): maatregelen om het milieu te beschermen. 
  • Onderdeel daarvan: 'duurzame ontwikkeling': Doen wat je wil (qua economie) maar zonder dat het de toekomstige generaties in gevaar brengt. 
  • Energiebeleid: aanmoedigen zorgvuldig omgaan met energie

Slide 32 - Tekstslide

Filmclip
Lubach klimaat

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Klassikaal maken

vragen 7 t/m 9

werkboek blz. 47

Slide 35 - Tekstslide

7 a/b
  • a Wat was het doel van het milieubeleid in de jaren 80?
  • Het milieu beschermen, maar de economie moest ook blijven groeien.
  • b Wat is het doel van het huidige milieubeleid?
  • Op een verstandige manier gebruikmaken van de natuur, dus
rekening houden met de toekomst

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

8a
  • Bekijk HB bron 5. Een vorm van uitputting van het milieu is overbevissing. Overbevissing betekent dat de mens zoveel vis uit de zee haalt, dat de visstand zich niet meer kan herstellen.
  • a Wat zijn twee oorzaken van overbevissing?
  • □ De fijnmazige netten vangen ook veel te jonge vis en andere zeedieren.
  • □ Steeds grotere vissersschepen gebruiken enorme netten.

Slide 38 - Tekstslide

8b
  • b De Nederlandse overheid probeert uitputting van de zeeën te voorkomen door een maximum visvangst vast te leggen. Om welke reden zullen niet alle vissers daar blij mee zijn?
  • Doordat zij minder mogen vissen, kunnen ze minder geld verdienen.

Slide 39 - Tekstslide

9a
  • a Welke keuzes passen het beste bij het energiebeleid van de overheid? Onderstreep de juiste woorden.
  • alternatieve brandstof  groene stroom
 openbaar vervoer waslijn 
trui aan    isolatieglas

Slide 40 - Tekstslide

9b
  • b Leg uit dat de overheid niet altijd strenge maatregelen kan nemen om het milieu te beschermen.
  • Strenge milieumaatregelen zijn meestal nadelig voor de economie. Een slechte economie leidt vaak tot
ontevreden burgers en dat wil de overheid voorkomen

Slide 41 - Tekstslide

Stil
En nu zelfstandig werken
maken vraag 10+11

Slide 42 - Tekstslide

10
  • Als het minder goed gaat met de economie, gaat het meestal beter met het milieu. Leg uit waarom.
  • Dan hebben mensen minder geld te besteden, waardoor er minder afval komt en de verontreiniging van het milieu minder wordt. Ook gaan mensen die werkloos zijn, niet naar
hun werk, wat uitlaatgassen van auto’s scheelt.

Slide 43 - Tekstslide

11
  • Bekijk HB bron 2 en gebruik de intro. Vind je dat
‘we’ veel hebben geleerd van de ramp in 1930? Leg je antwoord uit.
  • Je eigen antwoord, bijvoorbeeld: nee, want we houden nog
steeds te weinig rekening met onze leefomgeving en met de gezondheid van mensen. 
  • Of: ja, want deze mensen weten dat luchtvervuiling ongezond is en klagen bij de rechter.

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide