BL P3 les 4

Vorige les heb je...
...herhaald wat hoofd- en bijzaken zijn.
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vorige les heb je...
...herhaald wat hoofd- en bijzaken zijn.

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les...
...heb je geoefend met tekstdoelen, tekstsoorten en tekstvormen.

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling belangrijke begrippen jaar 1
  • Onderwerp
  • Deelonderwerp
  • Hoofdgedachte
  • Kernzin
  • Opbouw tekst: inleiding, middenstuk, slot
  • Opbouw alinea: kernzin + voorbeeld/toelichting
  • Tekstdoel, tekstsoort, tekstvorm
  • Tekst inleiden: vraag stellen, onderwerp aankondigen, aanleiding voor het schrijven noemen, een anekdote vertellen
  • Tekst afsluiten: conclusie, advies, samenvatting
  • Verwijswoorden
  • 3 soorten publiek
  • Leesstrategieën
  • Hoofd- en bijzaken
  • Feit en mening / objectief en subjectief



Slide 3 - Tekstslide

Weet je het nog?
De volgende vraag gaat over hoofd- en bijzaken.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Hoofdzaken
Bijzaken
Er zijn giftige spinnen ontdekt op de 'Dean Academy'
De Britse school 'Dean Academy' is gesloten.
De Valse Weduwe houdt van warme, donkere plekken.
De Valse Weduwe is de giftigste spin die in Groot- Brittannië rondloopt
De ‘Dean Academy’ heeft geen herfstvakantie of ijsvrij.

Slide 6 - Sleepvraag

Slide 7 - Tekstslide

Schrijven
Je gaat drie korte teksten schrijven. Woorden die je moet gebruiken: leerling, kluisje, boterhamzakjes, tweede verdieping

Je schrijft 3 teksten.

Tekst 1 - tekstdoel = informeren. Tekstvorm = nieuwsbericht
Tekst 2 - tekstdoel = overhalen. Tekstvorm = advertentie
Tekst 3 - tekstdoel = amuseren. Tekstvorm = gedicht/verhaal

Drie keer dezelfde woorden, maar drie keer een ander tekstdoel.
Klaar? Ga naar de volgende slide.
timer
15:00

Slide 8 - Tekstslide

Je gaat drie korte teksten schrijven. Woorden die je moet gebruiken: leerling, kluisje, boterhamzakjes, tweede verdieping

Tekst 1 - tekstdoel = informeren. Tekstvorm = nieuwsbericht
Tekst 2 - tekstdoel = overhalen. Tekstvorm = advertentie
Tekst 3 - tekstdoel = amuseren. Tekstvorm = gedicht/verhaal

Slide 9 - Open vraag

Aan de slag!
Op de volgende slides staan vragen over nieuwsberichten. De vraag komt na het linkje. De vragen gaan over tekstdoelen en tekstvormen.

Opdracht:
Bekijk de teksten (je hoeft ze niet altijd helemaal te lezen)
Beantwoord deze vragen op slide 12 t/m 50.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Wat is het tekstdoel van deze tekst?

A
amuseren
B
uitleg geven
C
mening laten vormen, na laten denken
D
informeren

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de tekstvorm van deze tekst?

A
nieuwsbericht
B
column
C
ingezonden brief
D
advertentie

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Link

Wat is het tekstdoel van deze tekst?

A
amuseren
B
overtuigen
C
overhalen
D
informeren

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de tekstvorm van deze tekst?

A
nieuwsbericht
B
column
C
ingezonden brief
D
advertentie

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Link

Wat is het tekstdoel van deze tekst?

A
uitleg geven
B
overtuigen
C
overhalen
D
informeren

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de tekstvorm van deze tekst?

A
strip
B
weblog
C
recept
D
gedicht

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Link

Wat is het tekstdoel van deze tekst?

A
uitleg geven
B
mening laten vormen, na laten denken
C
overhalen
D
amuseren

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de tekstvorm van deze tekst?

A
ingezonden brief
B
recensie
C
nieuwsbericht
D
verslag

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Link

Wat is het tekstdoel van deze tekst?

A
uitleg geven
B
mening laten vormen, na laten denken
C
overhalen
D
amuseren

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de tekstvorm van deze tekst?

A
ingezonden brief
B
recensie
C
strip
D
verslag

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Link

Wat is het tekstdoel van deze tekst?

A
uitleg geven
B
mening laten vormen, na laten denken
C
overhalen
D
amuseren

Slide 27 - Quizvraag

Wat is de tekstvorm van deze tekst?

A
nieuwsbericht
B
advertentie
C
commentaar
D
verslag

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Link

Wat is het tekstdoel van deze tekst?

A
uitleg geven
B
informeren
C
overhalen
D
amuseren

Slide 30 - Quizvraag

Wat is de tekstvorm van deze tekst?

A
achtergrondtekst in krant
B
brochure
C
open brief
D
verslag

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Link

Wat is het tekstdoel van deze tekst?

A
uitleg geven
B
overtuigen
C
overhalen
D
amuseren

Slide 33 - Quizvraag

Wat is de tekstvorm van deze tekst?

A
nieuwsbericht
B
brochure
C
open brief
D
recensie

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Link

Wat is het tekstdoel van deze tekst?

A
overhalen
B
informeren
C
uitleg geven
D
amuseren

Slide 36 - Quizvraag

Wat is de tekstvorm van deze tekst?

A
nieuwsbericht
B
brochure
C
open brief
D
recensie

Slide 37 - Quizvraag

Slide 38 - Link

Wat is het tekstdoel van deze tekst?

A
overhalen
B
informeren
C
uitleg geven
D
amuseren

Slide 39 - Quizvraag

Wat is de tekstvorm van deze tekst?

A
nieuwsbericht
B
brochure
C
open brief
D
recensie

Slide 40 - Quizvraag

Slide 41 - Link

Wat is het tekstdoel van deze tekst?

A
overhalen
B
informeren
C
uitleg geven
D
amuseren

Slide 42 - Quizvraag

Wat is de tekstvorm van deze tekst?

A
achtergrondtekst in krant
B
songtekst
C
column
D
recensie

Slide 43 - Quizvraag

Slide 44 - Link

Wat is het tekstdoel van deze tekst?

A
overhalen
B
informeren
C
uitleg geven
D
mening laten vormen, na laten denken

Slide 45 - Quizvraag

Wat is de tekstvorm van deze tekst?

A
achtergrondtekst in krant
B
songtekst
C
column
D
recensie

Slide 46 - Quizvraag

Slide 47 - Link

Wat is het tekstdoel van deze tekst?

A
overtuigen
B
informeren
C
uitleg geven
D
mening laten vormen, na laten denken

Slide 48 - Quizvraag

Wat is de tekstvorm van deze tekst?

A
achtergrondtekst in krant
B
songtekst
C
column
D
recensie

Slide 49 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld in een tekst?
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 50 - Quizvraag

Wat is een uitleg in een tekst?
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 51 - Quizvraag

Wat staat er vaak in een kernzin?
A
Een bijzaak
B
Een samenvatting
C
Een hoofdzaak
D
Een tussenkopje

Slide 52 - Quizvraag