4 lezen h2 les 1 feit en mening

WELKOM 1B :)
Planning van deze les:

  • Nieuwsquiz
  • Huiswerk bespreken
    (spannend dagboekfragment)
  • Lezen 2.3 (feiten en meningen)





    1 / 12
    volgende
    Slide 1: Tekstslide
    NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

    In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

    Onderdelen in deze les

    WELKOM 1B :)
    Planning van deze les:

    • Nieuwsquiz
    • Huiswerk bespreken
      (spannend dagboekfragment)
    • Lezen 2.3 (feiten en meningen)





      Slide 1 - Tekstslide

      Nieuwsquiz week 45?

      Slide 2 - Tekstslide

      Huiswerk opdracht

      Slide 3 - Tekstslide

      Lezen 2.3 Feiten en meningen blz. 108
      In deze les leer je:

      • wat feiten en meningen zijn;
      • feiten en meningen herkennen.

      Slide 4 - Tekstslide

      Ik vind mijn klas heel gezellig
      A
      feit
      B
      mening

      Slide 5 - Quizvraag

      1vmB heeft 23 leerlingen
      A
      feit
      B
      mening

      Slide 6 - Quizvraag

      1vmB heeft 23 leerlingen
      A
      feit
      B
      mening

      Slide 7 - Quizvraag

      Het is vandaag niet echt lekker weer
      A
      feit
      B
      mening

      Slide 8 - Quizvraag

      Feit

      • Is echt of is werkelijk gebeurd.
      • Kun je meestal controleren.



      Voorbeeld feit:
      Het flatgebouw is 165 meter hoog.
      Mening

      • Is wat iemand ergens van vindt of over denkt.
      • Verschilt per persoon: iedereen kan een andere mening hebben.

      Voorbeeld mening:
      Kiki vindt het hoge flatgebouw prachtig, Jasmin vindt het maar lelijk.









      Slide 9 - Tekstslide

      Slide 10 - Tekstslide

      Aan de slag! Lezen 2.3
      • tekst 2 lezen
      • (digitaal) maken en zelf nakijken: opdr. 4 t/m 6 en 8
      • eind van de les: tekst nabespreken ' wat kan jij doen?' 

      Slide 11 - Tekstslide

      Wat kan jij doen?
      1. Merken checken en zoveel mogelijk van eerlijke merken kopen.
      2. Minder kopen en per kledingstuk iets meer uitgeven, dan is de kans op uitbuiting kleiner.
      3. Kleding ruilen of tweedehands kopen.
      4. In de winkel vragen waar de kleding gemaakt wordt. 

      • Bespreek met een klasgenoot wat jullie 
        zouden kunnen/willen doen?

      Slide 12 - Tekstslide