22-4

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

22-4

Ce que nous allons faire aujourd'hui

• Fin de la periode?
• Tu peux te presenter?
• À la terrasse --> Opties 

Wat moeten we hebben gedaan?

Ontkenning

Cijfers 1-100

De klok

Dagen

Maanden

Leren praten over school/vakken/leraren/tijden

Werkwoorden -er

Avoir

être

Aller

Voca H3

Tu peux te présenter?

• Salut, ça va?
  
• Comment tu t'appelles?
  
• Tu habites où?
  
• Tu as quel âge?
  
• Quel est ton numéro de téléphone?

• Tu as des frères ou des soeurs?
  
• Comment il/elle s'appelle?
  
• Il\elle a quel âge?

• Tu es en quelle classe?
• Tu aimes les maths?
• Quelle est ta matière préférée?
• Qui est ton prof de français?

à la terrasse!

• Welke vraag stel je als eerste in een restaurant?

• Qu'est-ce que vous voulez boire?

• Vous voulez manger quelque chose?
• De ober brengt je eten. Wat zeg je dan?
• Je bent klaar met eten. Welke vraag stel je dan?
• Wat zeg je als je weggaat uit het restaurant?

• Hoe vraag je waar het toilet is?

AU MARCHÉ

Je peux - Ik kan

Je voudrais - Ik wil graag

Je prends- Ik neem

Je veux - Ik wil

Vous voulez- U wil

Gewicht/Stuks

Ça coute....

un sac en papier

Je veux un kilo .....

• de citrons
• de pommes 
• de poires
• de oranges
• de poulet
• de tomates
• de pommes de terre
• de carrotes

Je prends .....

• 5 bananes
• un melon
• des fraises
• du poisson
• des oeufs 

Les devoirs

Gele blaadje: Je zoekt zoveel mogelijk Franse voedingsmiddelen op die je op de markt kan kopen. Deze schrijf je in je schrift

Neem je laptop mee!