leerjaar 2 februari les 2 + 3

Herzlich Willkommen!
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Herzlich Willkommen!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Inhalt dieser Stunde
Tierrätsel
Ziel(e):
  • Je kunt een reportage over dieren begrijpen.
  • Je kent de betekenis van de woorden uit de Lernliste D-N: A Sehen.
  • Je kent enkele dieren in het Duits (met der/die/das)

Slide 3 - Tekstslide

Hausaufgabenkontrolle
Op de volgende dia's staan de antwoorden van de huiswerkopdrachten.

Leg je boek open op Seite 103 en laat zien dat je de opdrachten gemaakt hebt.
Kijk elke oefening goed na en verbeter eventuele foutjes.





Slide 4 - Tekstslide

Toen er ingebroken werd in de dierentuin, zijn de kangoeroes door een open hek ontsnapt.
Het zijn intelligente dieren en ze vallen niet op met hun grijsbruine vacht. 
Seite 103/Aufgabe 3

Slide 5 - Tekstslide

Seite 104/Aufgabe 4 + 5
4

Kuh – Affe – Hamster – Kaninchen –
Huhn – Pferd – Wolf – Maus – 
Fisch –Elefant – Schwein 
5

der Hund – de hond
der Fisch – de vis
die Katze – de kat
das Schaf – het schaap
die Spinne – de spin
der Vogel – de vogel
die Schlange – de slang
das Huhn – de kip

Slide 6 - Tekstslide

Seite 105/Aufgabe 6

Hast du ein Haustier
Wie sieht dein Meerschweinchen aus? 
Wir haben einen Hund. Er heißt Benno. Er ist weich und sehr lieb



Was ist dein Lieblingstier
Wie sieht das Tier aus? 
Mein Lieblingstier ist der Wolf
Es ist gefährlich, aber sieht auch schön aus. Das Fell ist schwarz, weiß oder grau. 


 Ja, ich habe ein Meerschweinchen. Es ist so süß!
Es ist schwarz und hat einen weißen Fleck. Mein Bruder und ich streicheln es oft. Hast du auch ein Haustier?
Oh, wir wünschen uns oft auch einen Hund!


 Das ist der Elefant.
 Es ist groß, dick und grau. Es hat vier Beine.
Kannst du das Tier beschreiben ?
Ich habe noch nie echte Wölfe gesehen!

Slide 7 - Tekstslide

Rückblick
Afgelopen les heb je met de woorden van Seite 132 Wortschatz gewerkt.

Laten we eens even kijken wat je er al/nog van weet.





Slide 8 - Tekstslide

Wie heißt das Tier?
A
der Affe
B
der Hamster
C
der Hund
D
der Elefant

Slide 9 - Quizvraag

Wie heißt das Tier?
A
die Kuh
B
die Katze
C
die Maus
D
die Spinne

Slide 10 - Quizvraag

Wie heißt das Tier?
A
das Känguru
B
das Kaninchen
C
das Huhn
D
das Schaf

Slide 11 - Quizvraag

Enkelvoud of meervoud?

die Hunde
A
Enkelvoud
B
Meervoud

Slide 12 - Quizvraag

Enkelvoud of meervoud?

die Vögel
A
Enkelvoud
B
Meervoud

Slide 13 - Quizvraag

Enkelvoud of meervoud?

die Schlange
A
Enkelvoud
B
Meervoud

Slide 14 - Quizvraag

Welches Tier ist das?

das Meerschweinchen
A
B
C
D

Slide 15 - Quizvraag

Welches Bild passt zum Wort?

weich
A
B
C
D

Slide 16 - Quizvraag

Welches Bild passt zum Wort?

dünn
A
B
C
D

Slide 17 - Quizvraag

Planung für heute
*We gaan eerst luisteren naar nieuwsberichten over dieren.
*Daarbij worden enkele opdrachten gemaakt.

*Open je boek nu op Seite 108-109/Aufgabe 12-13


Slide 18 - Tekstslide

Aufgabe 12
Aufgabe 13

Slide 19 - Tekstslide

Instructiewoorden

Slide 20 - Tekstslide

Instructiewoorden
1. Übersetze
2. Ergänze
3. die Seite
4. die Sätze
5. Lerne
6. Lies ... mit
7. Wähle aus
8. der Artikel
9. in Klammern
10. Was bedeutet ...?
11. ins Niederländische
12. ins Deutsche

Instructiewoorden
  1. Vertaal
  2. Vul aan
  3. de bladzijde
  4. de zinnen
  5. Leer
  6. Lees ... mee
  7. Kies uit
  8. het lidwoord
  9. tussen haakjes
  10. Wat betekent ...?
  11. naar het Nederlands
  12. naar het Duits

Slide 21 - Tekstslide

HAUSAUFGABEN
Lernen:
*Seite 132-133: Wörter B Wortschatz (N-D) + A Sehen(D-N) + C Hören(D-N)
Machen:
*Aufgaben 7/8/9/10/11
Vorbereiten/Lesen:
*Seite 133/D Lesen

Slide 22 - Tekstslide

Bis nächstes Mal
*noch mehr Haustiere
*Lesen 'Wie man Hunde nicht begrüßt'

Slide 23 - Tekstslide

 Tiere

Slide 24 - Tekstslide

Rückblick
Welche Tiere kennst du schon?

Slide 25 - Tekstslide

Inhalt dieser Stunde
Tierrätsel
Ziel(e):
  • Je kunt een reportage over dieren begrijpen.
  • Je kent de betekenis van de woorden uit de Lernliste D-N: A Sehen.
  • Je kent enkele dieren in het Duits (met der/die/das)

Slide 26 - Tekstslide

timer
2:00
Schau dir diese Fotos aan! Erkennst du sie? 
Notiere die Wörter auf Deutsch in dein Heft.

Slide 27 - Tekstslide

Wiederholung Instructiewoorden

Slide 28 - Tekstslide

Instructiewoorden
1. Übersetze
2. Ergänze
3. die Seite
4. die Sätze
5. Lerne
6. Lies ... mit
7. Wähle aus
8. der Artikel
9. in Klammern
10. Was bedeutet ...?
11. ins Niederländische
12. ins Deutsche

Instructiewoorden
  1. Vertaal
  2. Vul aan
  3. de bladzijde
  4. de zinnen
  5. Leer
  6. Lees ... mee
  7. Kies uit
  8. het lidwoord
  9. tussen haakjes
  10. Wat betekent ...?
  11. naar het Nederlands
  12. naar het Duits

Slide 29 - Tekstslide

Noch mehr Haustiere ...
*Bekijk het filmpje op de volgende dia.




Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Hausaufgabenkontrolle
Op de volgende dia's staan de antwoorden van de huiswerkopdrachten.

Leg je boek open op Seite 106 en laat zien dat je de opdrachten gemaakt hebt.
Kijk elke oefening goed na en verbeter eventuele foutjes.





Slide 32 - Tekstslide

Seite 106/Aufgabe 7 + 8
7

1 dünn (zegt als enige iets over het uiterlijk)

2 dick (heeft als enige niets met een zachte vacht te maken)

3 das Kaninchen (de andere dieren zijn tropische dieren)
Of: die Schlange (is geen zoogdier)

8

1 maar = a b e r
2 vogel = V o g e l
3 muis = M a u s
4 vlek = F l e c k
5 wensen = w ü n s c h e n
6 dieren = T i e r e
7 paard = P f e r d
8 dik = d i c k
9 poten = B e i n e
10 ondeugend = f r e c h
11 dun = d ü n n

Slide 33 - Tekstslide

Seite 106/Aufgabe 9
Hi Gaby! Ich war heute bei Tobi.

Ja, ich habe seine Vögel gefüttert. Die waren aber ganz schön frech!

Ja, die sind total süß. Die kann man streicheln!


Hi Julius! Er hat doch sieben Tiere, oder?

Er hat doch auch Spinnen und Schlangen, oder?

Cool! Nächstes Mal komme ich mit zu Tobi.

Slide 34 - Tekstslide

Seite 107/Aufgabe 10
Was ist dein Lieblingstier?

Wie sieht das Tier aus?


Das ist der Wolf.


Es ist gefährlich, aber sieht auch schön aus. Das Fell ist schwarz, weiß oder grau.

Das ist der Elefant.

Es ist groß, dick und grau, und es hat vier Beine
Und was ist dein Lieblingstier?

Kannst du das Tier beschreiben?

Ich habe noch nie echte Wölfe gesehen!

Slide 35 - Tekstslide

Seite 107/Aufgabe 11
1 In der Schule wohnt eine Katze.

2 Kann ein Schaf eigentlich schwimmen?

3 Meine Schwester hat zwei Hamster.

4 Mein Hund begleitet mich gerne beim Sport.

5 Meine Eltern lieben Fische.

6 Das Pferd ist das Lieblingstier meiner Mutter.

Slide 36 - Tekstslide

Planung für heute
*We gaan een tekst over honden lezen.
*Daarbij worden enkele opdrachten gemaakt.

*Open je boek nu op Seite 110-111/Aufgabe 14 + Seite 112/Aufgabe 15


Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

                                 TSCHÜSS

Slide 39 - Tekstslide