De zaak wordt besproken met het openbaar ministerie.
B
De Gemeente Haarlem is opdrachtgever van dit onderzoek.
C
De doelgroep bestaat uit HBO-studenten.
D
De provincie Zuid-Holland heeft 3,5 miljoen inwoners.
Slide 6 - Quizvraag
Welke zin is goed geschreven?
A
We eten vanavond Chinees.
B
8 dagen geleden was het nog mooi weer.
C
Ik ga met Pasen op vakantie.
D
Die meneer is de Burgenmeester van Tilburg.
Slide 7 - Quizvraag
Wanneer gebruiken we leestekens?
Je voegt leestekens toe aan je tekst om de leesbaarheid van de tekst te verhogen. Leestekens kunnen bijvoorbeeld de uitspraak van een woord verduidelijken, de nadruk op een specifiek woord of specifieke woordgroep leggen, een citaat markeren of de intonatie van een zin bepalen
Slide 8 - Tekstslide
Wanneer gebruiken we leestekens?
Slide 9 - Open vraag
Welke zin is goed geschreven?
A
De meeste grote steden liggen aan een rivier; Amsterdam, Parijs, Rome en Londen zijn hier voorbeelden van.
B
De meeste grote steden liggen aan een rivier: Amsterdam, Parijs, Rome, en Londen zijn hier voorbeelden van.
C
De meeste grote steden liggen aan een rivier; Amsterdam, Parijs, Rome, en Londen zijn hier voorbeelden van.
D
De meeste grote steden liggen aan een rivier: Amsterdam, Parijs, Rome en Londen zijn hier voorbeelden van.
Slide 10 - Quizvraag
Welke zin is goed geschreven?
A
Ik ga samen met lisa naar de film.
B
Mijn verjaardag is tegelijk met Kerst.
C
In de zomer vakantie ga ik naar spanje op vakantie.
D
tijdens de les kreeg ik de beurt, maar ik had het fout.
Slide 11 - Quizvraag
Kun je nu zelf een zin bedenken, waarbij de hoofdletters en leestekens goed gebruikt zijn?
Slide 12 - Open vraag
Snappen jullie hoe je hoofdletters en leestekens moet gebruiken na deze les?