3.4 rendement

3.4 Rendement 
Energiestroomdiagrammen tekenen.
Het rendement berekenen van een c.v. ketel.

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3.4 Rendement 
Energiestroomdiagrammen tekenen.
Het rendement berekenen van een c.v. ketel.

Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis
Wat voor soort lampen zou jij in huis gebruiken; gloeilamen, spaarlampen of ledlampen ?

Slide 2 - Tekstslide

Het energie-stroomdiagram van een gloeilamp.
Het rendement geeft aan hoeveel procent nuttig gebruikt wordt. Hier dus 5 %

Slide 3 - Tekstslide

Er gaat vijf keer minder energie in, maar de lamp geeft toch evenveel licht. Het rendement is vijf keer zo groot als bij de gloeilamp.

Slide 4 - Tekstslide

Rendement berekenen
Bij sommen met energie gebruik je de formule met E en bij vermogen met P.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Het rendement van een cv ketel.

Slide 9 - Tekstslide

De verbandingswarmte van aardgas is 32 MJ/
Als je 1       aardgas verbrandt komt er 32 MJ warmte vrij.

 De totale energie die vrijkomt kun je uitrekenen met:




m3
m3

Slide 10 - Tekstslide

De nuttige energie is de energie die naar het water gaat en kun je uitrekenen met:

Q = c x m x ΔT

c= soortelijke warmte van water, dus  4,18 J/g°C 
m = massa van het water in gram
ΔT = het temperatuursverschil in °C

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Belang lesdoel
Vrijwel iedereen heeft (nog) een c.v. ketel.
Dit zijn belangrijke opdrachten bij de toets die veel punten opleveren.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Controle van begrip
1 Een zonnepaneel levert 200 W elektrisch vermogen. Er valt zonlicht met een vermogen van 1280 W op. 
a Teken het energie-stroomdiagram.
b Bereken het rendement.

Slide 17 - Tekstslide

Bereken het rendement van de energieomzettingen.

Slide 18 - Tekstslide

Een combiketel verbrandt in 10 min 0,30 m3 aardgas. In die 10 min wordt er 28 L water verwarmd van 15 °C tot 85 °C.
a Bereken hoeveel warmte bij de verbranding van het aardgas vrijkwam.

b Bereken hoeveel warmte er door het verwarmde water is opgenomen.

c Bereken hoe groot het rendement van de combiketel is.

Slide 19 - Tekstslide

a) De verbrandingswarmte van aardgas is 32 MJ/m3.
Er is dus 0,30 m3× 32 MJ/m3= 9,6 MJ vrijgekomen.

b) ΔT= 85 – 15 = 70 °C
    m= 28.000 g
Q=c∙m∙ ΔT= 4,2 × 28.000× 70 ≈ 8,2∙10 MJ

c) 


Slide 20 - Tekstslide

Een elektrische flessenwarmer heeft een vermogen van 80 W. Het duurt 8,5 min voor de temperatuur van de 200 g water in de zuigfles gestegen is van 7 °C tot 37 °C.
a Bereken het rendement van de flessenwarmer.
b Waarom is het rendement zo laag ?
 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide