Sterke werkwoorden met 'a' en 'e' in de stam

Starke und regelmäßige Verben

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Starke und regelmäßige Verben

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van de les kun je zeggen:
-welke veranderingen er optreden bij een sterk werkwoord
-kun je deze toepassen

Slide 2 - Tekstslide

Starke Verben in o.t.t


(in NL sterk in Duits ook)

(sterk ww heeft klankverandering in de v.t)

stamm +

ich  - e

du   - st

er,sie- t

wir  - en

ihr       -t

sie,Sie -en

Slide 3 - Tekstslide

Starke Verben mit -a im Stamm


Diese bekommen eine Änderung von a-> ä


schlafen- ich schlafe- du schläfst- er schläft


tragen- ich trage- du trägst- er trägt

Slide 4 - Tekstslide

DUS !

Fahren

ich fahre             wir fahren

du fährst         ihr fahrt
er,sie,es fährt            sie/Sie fahren

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

er (schlafen)
A
schlaft
B
schlift
C
schläft
D
schläfest

Slide 7 - Quizvraag

er (fahren)
A
fahrt
B
fihrt
C
fähret
D
fährt

Slide 8 - Quizvraag

ihr (fahren)
A
fahrt
B
fihrt
C
fähret
D
fährt

Slide 9 - Quizvraag

Aufgaben
1.4 opdracht 8 maken:15, 16, 19, 20
1.5 opdracht 1: 3, 4, en 8
1.5 opdracht 2
KLaar? Herhaal en leer in rust de woordjes van Kapitel 1, Lektion 1 tm. 6

Slide 10 - Tekstslide