werkwoorden in de verleden tijd- th 4 les 7 en 8 groep 7

Werkwoorden in de verleden tijd
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Werkwoorden in de verleden tijd

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de ik-vorm van het
werkwoord " bouwen" ?

Slide 3 - Woordweb

Wat is de ik-vorm/stam van het
werkwoord "bonzen"?

Slide 4 - Woordweb

Wat is de ik- vorm/stam van het
werkwoord "blozen"?

Slide 5 - Woordweb

Wat is de ik-vorm/stam van het
werkwoord "zweven"?

Slide 6 - Woordweb

Wat is de ik-vorm/stam van het
werkwoord "blijven"?

Slide 7 - Woordweb

Welke zin is foutloos geschreven?
A
Jij beantwoorde deze vraag goed.
B
De groep kwamen net aan op school.
C
ging jij meteen naar huis?
D
Ik hoestte in mijn elleboog.

Slide 8 - Quizvraag

Welke zin is foutloos in de verleden tijd geschreven?
A
Mijn opa blijfde dicht bij mij.
B
Ik wees naar het lekkere gebakje.
C
Wachten jullie straks bij de poort?
D
Geef jij mij de pindakaas even aan?

Slide 9 - Quizvraag

Welke zin is foutloos geschreven?
A
Wij verdiepten ons in het onderwerp.
B
De man vroeg aan oma de weg.
C
De dokter ontsmetten de wond.
D
Ik zagde de plank af.

Slide 10 - Quizvraag

2. Is het een zwak of een sterk werkwoord?
Stappen- persoonsvorm in de verleden tijd.
1. Lees de zin.


Zwak?
* Zoek het onderwerp.  EV of MV?
* Haal de -en van het werkwoord.
* Kijk naar de laatste letter?
* Zit de laatste letter in 'T KOFSCHIP?
   Ja?  te(n)
   Nee? de(n)
* Zet nu de stappen op de kaart.


Sterk? Schrijf de gewone spelling af-
spraken.

Slide 11 - Tekstslide

Zijn jullie er klaar voor?!

Slide 12 - Tekstslide

roepen (VT)
Ik................nog dat je op moest passen.

Slide 13 - Open vraag

worden (VT)
Na het winnen van de loterij,...............zij miljonair!

Slide 14 - Open vraag

zweven (VT)
De ballon............langzaam door de lucht.

Slide 15 - Open vraag

zwerven (VT)
Zij .................samen door het land.

Slide 16 - Open vraag

graven (VT)
Hij.................een groot gat op het strand.

Slide 17 - Open vraag

genezen (VT)
De verleden tijd van genezen is.............

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

GOED GEOEFEND!!!!

Slide 23 - Tekstslide