Herhaling, huiswerk checken en voorbereiden voor de toets
1 / 32
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Welke rivier is de grens van het Romeinse Rijk?
A
De Maas
B
De Elbe
C
De Rijn
D
De IJssel
Slide 7 - Quizvraag
Welke landen hoorden bij het Romeinse Rijk?
A
Italië, Zweden en Nederland
B
België, Nederland en Turkije
C
Nederland, Italië en Duitsland
D
Italië, Nederland en Schotland
Slide 8 - Quizvraag
Waarom heeft een Romeinse soldaat potten en pannen bij zich?
A
Om vijanden mee in elkaar te slaan
B
Omdat een soldaat zijn eigen eten kookt
C
Dit laat zien dat je heel sterk bent en veel kunt tillen
Slide 9 - Quizvraag
Wat doet een Romeinse legerleider wanneer zijn soldaten niet naar hem luisteren?
A
Hij voert een gesprek met de soldaten
B
Hij belooft ze meer geld
C
Hij straft ze streng
Slide 10 - Quizvraag
Wat heb je nodig om grote gebieden te veroveren? Meerdere antwoorden zijn goed
A
Goed getrainde soldaten en goede wapens
B
Soldaten die goed luisteren
C
Soldaten die hun eigen goede ideeen navolgen
D
Soldaten die precies weten wat ze moeten doen
Slide 11 - Quizvraag
Hoe blijf je de baas in je nieuwe gebieden? Meerdere antwoorden zijn goed
A
Je zorgt dat je flink slijmt bij de mensen daar
B
Laten zien dat je heel sterk bent
C
Zorgen dat de mensen het goed hebben en geld kunnen verdienen
D
Je verhuist er zelf heen zodat je alles in de gaten kunt houden
Slide 12 - Quizvraag
De Romeinse grens noem je ook wel...
A
Castella
B
Kastelen
C
Limes
D
Pantheon
Slide 13 - Quizvraag
Waarom bouwden de Romeinen forten langs de grens?
A
Zodat mensen in een stad gingen wonen
B
Zo kwamen de Germanen de grens niet over
C
Om te voorkomen dat de Rijn overstroomde
Slide 14 - Quizvraag
Wat is een tempel?
A
Een soort koning die de baas is over een groot rijk
B
Een gebouw met hoge, stevige muren, verdedigd door soldaten
C
De plaats waar het ene land ophoudt en het andere begint
D
Een plaats waar mensen tot een god bidden of offers brengen
Slide 15 - Quizvraag
Deze god gaat je helpen tijdens de jacht
A
Diana
B
Juno
C
Mars
D
Neptunus
Slide 16 - Quizvraag
Deze god gaat je helpen tijdens de bevalling
A
Diana
B
Mars
C
Juno
D
Jupiter
Slide 17 - Quizvraag
Deze god is de baas over de zeeën
A
Jupiter
B
Neptunus
C
Mars
D
Diana
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Waarom neemt de macht van de keizer af als veel mensen christen worden?
Slide 22 - Open vraag
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Waar zorgde keizer Constantijn voor?
A
Dat het christendom de godsdienst van het hele Romeinse rijk werd
B
Dat christenen kerkdiensten mochten houden
C
Dat alle beelden van Romeinse goden werden vernietigd
Slide 26 - Quizvraag
Vul het juiste begrip in: De ... was de hoogste baas in het Romeinse rijk
A
Soldaat
B
Keizer
C
Slaaf
D
Priester
Slide 27 - Quizvraag
Vul het juiste begrip in: Een ... vervoverde of verdedigde stukken land
A
Soldaat
B
Slaaf
C
Keizer
D
Priester
Slide 28 - Quizvraag
Vul het juiste begrip in: Een ... moest hard werken en kreeg geen geld
A
Soldaat
B
Keizer
C
Priester
D
Slaaf
Slide 29 - Quizvraag
En... Al een beetje een goed gevoel over de toets?
A
Ja!
B
Nee!
C
Meh..
Slide 30 - Quizvraag
Als je nog een vraag hebt over dit onderwerp mag je 'm hier invullen.
Geen vraag? Zet dan een puntje neer
Geen vraag? Zet dan een puntje neer
