In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
D-toets
Hoofdstuk 2
Slide 1 - Tekstslide
Schrijf de waarde op van het cijfer 4 in het getal 3482,05
Slide 2 - Open vraag
Schrijf de waarde op van het cijfer 8 in het getal 7,9826
Slide 3 - Open vraag
Het cijfer 5 in het getal 458,108 is een ...
A
tiental
B
hondertal
C
duizendtal
Slide 4 - Quizvraag
Schrijf met alleen cijfers: 3,2 miljoen
Slide 5 - Open vraag
schrijf met alleen cijfers: 0,7 miljard
Slide 6 - Open vraag
Schrijf met alleen cijfers: dertigduizend
Slide 7 - Open vraag
Schrijf alle delers van 12 op.
Slide 8 - Open vraag
Schrijf alle delers van 15 op.
Slide 9 - Open vraag
Schrijf de eerste vijf veelvouden van 8 op
Slide 10 - Open vraag
Schrijf met het woord miljoen: 2380000
Slide 11 - Open vraag
Schrijf met het woord duizend: 37000
Slide 12 - Open vraag
2847 is een ... getal
A
even
B
oneven
Slide 13 - Quizvraag
Zet op volgorde van klein naar groot Sleep de getallen naar de juiste plek
1.
2.
3.
4.
5.
6.
4,05
5
5,54
5,5
5,45
4,5
Slide 14 - Sleepvraag
Rond het getal 984,571 af op één decimaal.
Slide 15 - Open vraag
Rond het getal 35,4749 af op twee decimalen
Slide 16 - Open vraag
Rond het getal 45,9621 af op één decimaal
Slide 17 - Open vraag
Rond het getal 1936,492 af op helen
Slide 18 - Open vraag
Rond het getal 2760,4 af op hondertallen
Slide 19 - Open vraag
Door een treinstoring rijden er geen treinen meer. 367 passagiers moeten nu met de bus verder. In elke bus passen 52 passagiers. Bereken hoeveel bussen er nodig zijn. (Schrijf de uitwerking op papier en maak er een foto van).
Slide 20 - Open vraag
Bereken. Schrijf je tussenstappen op. Maak een foto van je antwoord. 60 : 3 x 2 + 18
Slide 21 - Open vraag
Bereken. Schrijf je tussenstappen op. Maak een foto van je antwoord 2 + (8 - 4) x 3 =
Slide 22 - Open vraag
Bereken het verschil van 8 en 5. (schrijf ook de berekening op)
Slide 23 - Open vraag
Bereken het quotiënt van 24 en 4. (schrijf ook je berekening op)
Slide 24 - Open vraag
Bereken. (Neem over en schrijf ook tussenstappen op) 3 -- 5 = -5 + - 2 = -5 - 8 = -10 + 4 =