Week 21

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik week 20
Wat is een tekstdoel?

Welke tekstdoelen kennen we?

Slide 2 - Tekstslide


Welk tekstdoel is hier 
zichtbaar?

Slide 3 - Tekstslide


Welk tekstdoel is hier 
zichtbaar?

Slide 4 - Tekstslide

Deze week (21)
- Onderwerp en hoofdgedachte
- Hoofd- en bijzaken
- Woordenschat

Slide 5 - Tekstslide

Onderwerp
Een tekst heeft natuurlijk altijd een onderwerp. Dit is het thema waar een tekst over gaat.Daarnaast heeft elke tekst een hoofdgedachte 

-> Deze twee dingen moet je zelf kunnen bepalen!

Slide 6 - Tekstslide

Hoofdgedachte
Het belangrijkste wat er over het onderwerp wordt gezegd is de hoofdgedachte.
 
- Dat is wel een hele zin, maar geen vraagzin!
- De hoofdgedachte vind je meestal in de inleiding of in het slot van de tekst

-> Stel jezelf de vraag:
Wat is het belangrijkste wat er in de hele tekst over het onderwerp wordt gezegd?

Slide 7 - Tekstslide




Hoofd- en bijzaken

Slide 8 - Tekstslide

Hoofdzaak
Hoofdzaken zijn de belangrijkste dingen die gezegd worden in een tekst.

Waar vind je hoofdzaken?
- Inleiding
- Kern -> kernzinnen (1e, 2e of laatste zin)
- Slot

Slide 9 - Tekstslide

Bijzaak
Bijzaken zijn dingen die minder belangrijk zijn in een tekst.

Deze zinnen zijn vaak:
- voorbeelden
- toelichtingen
-uitleg

Deze zaken kan je weglaten.

Slide 10 - Tekstslide


Even oefenen

Slide 11 - Tekstslide


Even oefenen

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag!
Deze week:
- Kern les 3
- LessonUp test jezelf (laatste slides)
- Woordjes leren

Klaar?
- Oefenblad les 3

Slide 13 - Tekstslide


Test jezelf!

Op de volgende slides komen oefenvragen.

Test hier of je de theorie al goed kent. 

Slide 14 - Tekstslide

Hoofd- en bijzaken.
Wat is een hoofdzaak eigenlijk?
A
Hoofdzaken geven de belangrijke informatie over het onderwerp van de tekst.
B
Hoofdzaken geven minder belangrijke informatie.
C
Hoofdzaken maken de tekst iets duidelijker
D
Hoofd- en bijzaken bestaan niet.

Slide 15 - Quizvraag

Hoofd- en bijzaken:
Wat zijn bijzaken?
A
Uitleg
B
Toelichting
C
Voorbeelden
D
Feiten

Slide 16 - Quizvraag

Is de volgende zin een hoofd- of bijzaak?

De topsnelheid is 32 kilometer per uur, heel wat in die tijd.
A
hoofdzaak
B
bijzaak

Slide 17 - Quizvraag

Is deze zin uit de tekst een hoofd- of bijzaak?

Om te voorkomen dat ooit nog eens zo'n ramp zou plaatsvinden, werd na de watersnood snel begonnen met de Deltawerken.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 18 - Quizvraag

Is deze zin uit de tekst een hoofd- of bijzaak?

Dankzij dit enorme project is ZuidwestNederland stukken beter beveiligd tegen overstromingen.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 19 - Quizvraag

Hoofd-en bijzaken staan nooit samen in één alinea.
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Wil je meer oefenen?
- Maak oefenblad kern les 3
- Oefen op cambiumned.nl -> hoofd- en bijzaken (leesvaardigheid)

Slide 21 - Tekstslide