present perfect or past simple?

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 
Ik weet wat de past simple is 
Ik weet wat de present perfect is 
Ik kan het verschil tussen deze twee tijden uitleggen 
Ik ken de tijdsbepalingen die bij deze tijden horen 

Slide 2 - Tekstslide

Past Simple

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Bedenk een voorbeeldzin in de
PAST SIMPLE

Slide 5 - Open vraag

Present Perfect

Slide 6 - Woordweb

Present Perfect 
Have / has + voltooid deelwoord: 
voltooid deelwoord: 
+ ed 
work - worked  (he has worked her since 2018)
of 3e vorm: 
go - went - gone (They have gone to France) 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeldzinnen Present Perfect

Slide 9 - Open vraag

I lived in Stein when I was a baby. 
I have lived in Stein since I was five years old. 
Present Perfect
Past Simple

Slide 10 - Sleepvraag

Verschil present perfect en past simple
  • Bij de past simple is de actie in het verleden nu afgelopen.
  • Bij de present perfect is de actie nog bezig of is er nog een link met het verleden.

Slide 11 - Tekstslide

Herkennen!

Signaal woorden Past Simple


last year,   yesterday,  in 2010,    an hour ago,  when ...

Slide 12 - Tekstslide

Signaalwoorden Present Perfect
FYNE JAS 
For - Yet - Never - Ever    Just - Already -Since

How long ...?
Since when ...?

Slide 13 - Tekstslide

I have known him all my life.
A
past simple
B
present simple
C
present perfect
D
past perfect

Slide 14 - Quizvraag


My cat died last week.
A
past perfect
B
past simple
C
present simple
D
present perfect

Slide 15 - Quizvraag

Somebody painted a picture on the wall.
A
Present simple
B
Present continuous
C
Past simple
D
Present perfect

Slide 16 - Quizvraag

I built a helicopter
A
Present simple
B
Present continuous
C
Past simple
D
Present perfect

Slide 17 - Quizvraag

I like myself.
A
Present simple
B
Present continuous
C
Past simple
D
Present perfect

Slide 18 - Quizvraag

Lucy lives in London.
A
Present simple
B
Present continuous
C
Past simple
D
Present perfect

Slide 19 - Quizvraag

Rebecca has gone to bed
A
Present simple
B
Present continuous
C
Past simple
D
Present perfect

Slide 20 - Quizvraag

bij welke tijd hoort het signaalwoord:
since
A
present simple
B
past simple
C
present continuous
D
present perfect

Slide 21 - Quizvraag

Jack is watching television
A
Present simple
B
Present continuous
C
Past simple
D
Present perfect

Slide 22 - Quizvraag

I've lost my passport
A
Present simple
B
Present continuous
C
Past simple
D
Present perfect

Slide 23 - Quizvraag

Present perfect:
I ...... (read)
A
I read
B
I have read

Slide 24 - Quizvraag

We sang that song yesterday.
A
Past Simple
B
Present Perfect

Slide 25 - Quizvraag

Present perfect:
She .... (be)
A
She was
B
She has been

Slide 26 - Quizvraag

Maak present perfect:
I ..... eaten an apple.
A
have
B
has

Slide 27 - Quizvraag

We worked 5 hours yesterday.
A
past simple
B
present perfect

Slide 28 - Quizvraag

Maak present perfect:
Peter ......... told a joke.
A
have
B
has

Slide 29 - Quizvraag

Happened in the past, but still important.
A
past simple
B
present perfect
C
past perfect
D
past continuous

Slide 30 - Quizvraag

Which tense is this?
I have known him all my life.
A
past simple
B
present simple
C
present perfect
D
past perfect

Slide 31 - Quizvraag

have / has + voltooid deelwoord is:
A
past perfect
B
present continuous
C
present perfect
D
past continuous

Slide 32 - Quizvraag

This quiz has ended.
A
past simple
B
present perfect
C
past perfect
D
past continuous

Slide 33 - Quizvraag

Welke woorden zijn signaalwoorden voor de Present Perfect?
A
never / ever / for / since
B
was / were / been
C
however / although / always
D
when / how / always

Slide 34 - Quizvraag

Ik ken de signaalwoorden van de past simple en present perfect .
Nee, helaas...
wel een beetje
YES!

Slide 35 - Poll

Ik kan het verschil tussen deze twee tijden uitleggen.
๐Ÿ˜’๐Ÿ™๐Ÿ˜๐Ÿ™‚๐Ÿ˜ƒ

Slide 36 - Poll

Ik weet wat ik kan doen om dit verder te oefenen.
๐Ÿ˜’๐Ÿ™๐Ÿ˜๐Ÿ™‚๐Ÿ˜ƒ

Slide 37 - Poll