3 VWO - 38.1

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

bei Deutsch

VWO 3

erste Periode 

38. Woche

Heute:

oefentoets online

Doel

De werkwoorden kunnen vervoegen;

haben, sein, werden, 
dürfen, können, mögen, müssen, sollen, wollen, wissen

leren voor het proef-SO

alleen

tweetallen

Let op

e-i wechsel

 

werden =/ werden

of

5 soorten opdrachten

van elke opdracht twee oefenvragen

vertaal naar het Duits

jij zult

vertaal naar het Duits

u werd

Schrijf achter elkaar: tegenwoordig verleden voltooid
voorbeeld: (haben) du = hast hattest gehabt

(sein) du

Schrijf achter elkaar: tegenwoordig verleden voltooid
voorbeeld: (haben) du = hast hattest gehabt

(werden) wir

Vul de juiste vorm van haben, sein of werden in in de tegenwoordige tijd

Roxy, wann ... du dein Geburtstag gefeiert?

Vul de juiste vorm van haben, sein of werden in in de tegenwoordige tijd

Max und Moritz, ... ihr morgen deine Hausaufgaben machen?

Vul de juiste vorm van haben, sein of werden in in de verleden tijd of voltooid

Ich ... gestern eine Test gemacht.

Vul de juiste vorm van haben, sein of werden in in de verleden tijd of voltooid

Olof ... vorige Woche krank.

Vertaal de modale werkwoorden en schrijf ze in de juiste vorm

ik moet (M)(werkwoord begint met een M)

Vertaal de modale werkwoorden en schrijf ze in de juiste vorm

het mag (toestemming)

stencils maken / leren voor SO

alleen

tweetallen

klassikaal

Auftrage

stencils

leren

elkaar overhoren

der nächste Unterricht

Laptop / lader / boek mee

SO 

Boekje lezen (zie studiewijzer)

das Ende

Ben je goed voorbereid op het SO?

het lesdoel was:

de werkwoorden kunnen vervoegen in alle tijden

Steek je hand op

1 vinger = nee

5 vingers = helemaal!