In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Lezen - H4.3
Slide 1 - Tekstslide
Start van de les
IPad en/of boek op de hoek van je tafel, gesloten.
Tas op de grond.
Telefoon en sleutels in je tas
Slide 2 - Tekstslide
Doelen
In deze paragraaf leer je:
• de tekstdoelen activeren en amuseren herkennen;
• hoe je zoekend leest.
Slide 3 - Tekstslide
Even herhalen
Slide 4 - Tekstslide
Een tekstdoel is ...
A
het doel dat de lezer heeft met het lezen van de tekst
B
het doel dat in de tekst wordt besproken
C
het doel dat de schrijver heeft met het schrijven van teksten
D
het doel dat de schrijver wil bereiken bij de lezer
Slide 5 - Quizvraag
Tekstdoelen
Een nieuwsbericht heeft als tekstdoel:
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren
Slide 6 - Quizvraag
Tekstdoelen
Een reclametekst heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Amuseren
C
Activeren
Slide 7 - Quizvraag
Tekstdoelen
Een leesboek heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Amuseren
C
Activeren
Slide 8 - Quizvraag
Verkennend lezen
Voordat je een tekst écht gaat lezen, bekijk je de tekst. Je komt dan al veel over de tekst te weten. Daardoor lees je de tekst makkelijker. Deze manier van lezen noem je verkennend lezen.
Slide 9 - Tekstslide
Nauwkeurig lezen
Als je precies wilt weten wat er in een tekst staat, dan ga je de tekst nauwkeurig lezen.
Nauwkeurig lezen doe je zo:
- Lees de tekst aandachtig. Lees zin voor zin.
- Probeer zo goed mogelijk te begrijpen wat er staat.
Slide 10 - Tekstslide
In welk 'boek' ben je vooral zoekend aan het lezen?
Slide 11 - Woordweb
Zoekend lezen
Je kent al twee manieren van lezen: verkennend lezen en nauwkeurig lezen. In deze paragraaf leer je een derde manier van lezen: zoekend lezen. Bij zoekend lezen ben je op zoek naar het antwoord op een vraag.
Je kunt zoekend lezen in naslagwerken, zoals een woordenboek.
Slide 12 - Tekstslide
Zoekend lezen
In een leestekst kun je zoekend lezen.
Je bepaalt van tevoren nauwkeurig wat je wilt weten. Daarna kijk je naar: