NaSk1 jaar 3 - Les 11: Licht en beeld

Welkom bij NaSk1

Pak voor je:
- Boeken en schrift
- Etui
- BINAS
- Rekenmachine

Pak je huiswerk op het blad




Startopdracht:

-Welke kleur heeft de auto in blauw licht?
-Welke kleur heeft de auto in rood licht?


1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij NaSk1

Pak voor je:
- Boeken en schrift
- Etui
- BINAS
- Rekenmachine

Pak je huiswerk op het blad




Startopdracht:

-Welke kleur heeft de auto in blauw licht?
-Welke kleur heeft de auto in rood licht?


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens de les wil ik dat je:
1. Luistert als ik praat
2. Naar elkaar luistert
3. Je spullen voor je hebt
4. Je zo gedraagt dat je de lesstof meekrijgt
5. Respectvol bent naar je klasgenoten en mij


Slide 2 - Tekstslide

Nu absenties
Planning
  • Lesdoelen
  • Huiswerk nakijken
  • Hoofdstuk 2: Licht en beeld
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Kan licht de bocht om?
  • Hoe ontstaat schaduw?
  • Hoe groot is een schaduw?
  • Waardoor zijn schaduwen niet scherp?
  • Hoe ontstaat een zonsverduistering?













Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespreken huiswerk
- Maak opdracht 15 t/m 29
- 10 minuten ZS
- Pagina 46

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H2 Licht en Beeld                        

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleuren zien
Herhaling: Wanneer zie je welke kleur?
  • voorwerpen weerkaatsten alleen hun eigen kleur licht
  • valt op een voorwerp een andere kleur licht , dan wordt er dus geen licht weerkaatst en lijkt het voorwerp zwart.
  • bv: geel licht op blauwe  auto--> auto weerkaatst niks en lijkt zwart
  • licht dat niet wordt weerkaatst wordt geabsorbeerd en omgezet in 
    warmte

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke functies hebben kleuren?
  • Witte kleding is koel. Zwarte kleding is warm.
  • Witte auto's dus ook koel.
  • Heel veel functie's:

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H2.2: Licht en schaduw

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichtstralen uit een lichtbron altijd in rechte lijnen
Veel lichtstralen samen vormen een lichtbundel

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje!

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichtbronnen
  • Divergente lichtbundel:  Lichtstralen bewegen uit elkaar  
  • Convergente lichtbundel:  Lichtstralen bewegen naar elkaar toe
  • Evenwijdige lichtbundel:  Lichtstralen gaan niet uit elkaar. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DIVERGENTE
LICHTBUNDEL
  • De meeste lichtbronnen maken een divergente bundel. 

  • Dit is een bundel die steeds groter wordt. 
Als je een zaklamp dicht bij de muur houdt is de bundel klein. Als je verder weg gaat staan wordt de bundel groter.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evenwijdige lichtbundel
  • Een laser is een evenwijdige lichtbundel. 
  • Deze bundel wordt niet groter en niet kleiner. 
Dit is handig omdat deze bundel zijn energie veel langer vast houd dan een divergente bundel. Hierdoor schijnt een laser heel ver.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CONVERGENTE lichtbundel
  • Een bundel die steeds kleiner wordt heet een convergente bundel. 

  • De lichtbundel richt zich op een bepaald punt. Dit punt noemen we het brandpunt. Als de lichtbundel na het brandpunt verder gaat wordt deze divergent. 
Als je een vergrootglas in de zon houdt ontstaat er een convergente lichtbundel.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Directe lichtbronnen
Deze geven zelf licht. Voorbeelden zijn lampen of kaarsen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indirecte lichtbronnen
Deze weerkaatsen het licht deels naar je ogen.
De maan of andere voorwerpen die
 je ziet door weerkaatsing.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schaduw
Hoe ontstaat een schaduw?

3 dingen nodig voor een schaduw:
  • Lichtbron
  • Een voorwerp (ondoorzichtig)
  • Een scherm (muur/vloer)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onthouden
De grootte van de schaduw hangt af van van de plaats van 
  1. de lichtbron
  2. het poppetje
  3. het scherm

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schaduw tekenen punt lichtbron
stappenplan:

  • teken vanuit de lichtbron een lichtstraal boven langs het voorwerp
  • Teken vanuit de lichtbron een lichtstraal onderlangs het voorwerp. 
  • Geef aan waar de schaduw zich bevindt op het scherm

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grote lichtbron:
Halfschaduw en kernschaduw
Kleine lichtbron (puntje):
Enkele schaduw
Randstraal
Geeft de grens aan tussen licht en donker

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doorzichtige schaduw

Doorzichtige voorwerpen krijgen geen echte schaduw. 

Zij laten het licht wel (deels) door.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je deze lichtbundel?
A
Convergent
B
Evenwijdig
C
Divergent

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je het verloop van deze lichtbundel?
A
convergent
B
divergent
C
evenwijdig
D
parallel

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Directe lichtbron
B
Indirecte lichtbron

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Directe lichtbron
B
Indirecte lichtbron

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Klopt de schaduw?
A
ja
B
nee

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Klopt de schaduw?
A
ja
B
nee

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

zonsverduistering:

  • maan staat tussen de zon en aarde. 
  • Schaduw van de maan valt op aarde




Maansverduistering:

  • Aarde staat tussen de zon en maan. 
  • De kernschaduw van de aarde valt op de maan.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schijngestalten

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken ZS
- Maak opdracht 4 t/m 24 H2.2
- 5 minuten ZS, 10 minuten ZF
- Pagina 54
- Niet klaar? Huiswerk



timer
10:00

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen

  • Kan licht de bocht om? ✔
  • Hoe ontstaat schaduw? ✔
  • Hoe groot is een schaduw? ✔
  • Waardoor zijn schaduwen niet scherp? ✔
  • Hoe ontstaat een zonsverduistering? ✔

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies