uitleggen hoe de verschillende beeldtechnieken werken (H5)
uitleggen wat dichtheid is en hoe je die berekent (H3)
uitleggen wat gasdruk/vloeistofdruk is en hoe je die berekent (H3)
Slide 3 - Tekstslide
Medische Beeldvorming (20min)
-Röntgenfoto
-CT scan
- nucleaire diagnostiek: Scintigram, SPECT-scan en PET-scan
- echografie
-MRI
Slide 4 - Tekstslide
Röntgenstraling
Een andere methode is het maken van röntgenfoto's, zie afbeelding hiernaast. Hierbij wordt röntgenstraling door het lichaam geschenen. Als deze straling het lichaam in geschenen wordt, dan zal een deel worden geabsorbeerd en een deel worden doorgelaten.
Hoeveel er wordt geab-
sorbeerd hangt af van
het soort stof waar de
straling doorheen gaat
en van de dikte van
deze stof.
Door de doorgelaten straling op te vangen op een fotografische plaat kan dan een röntgenfoto worden gemaakt. Doordat spierweefsel bijvoorbeeld meer röntgenstraling doorlaat dan bot, kunnen we de botten in het menselijk lichaam hiermee duidelijk in kaart brengen.
In de paragraaf halveringsdikte gaan wordt in meer detail ingegaan op hoe bepaalde stoffen röntgen- of gammastraling absorberen of doorlaten.
Slide 5 - Tekstslide
CT-scan
Ook bij een CT-scan wordt gebruik gemaakt van röntgenstraling. Hier worden meerdere metingen gecombineerd om een doorsnedefoto van het menselijk lichaam te maken. Series van deze doorsnedes kunnen gecombineerd worden tot een 3D weergaven van het menselijk lichaam. Hieronder zien we bijvoorbeeld doorsnedes van de hersenen.
Van links naar rechts: CT-scan ter hoogte van de ogen, net boven de ogen, ter hoogte van het voorhoofd, net voor de top van de schedel.
In de video hieronder zie je hoe een leeuw een CT-scan ondergaat. Omdat in de VS en andere Engelstalige landen de CT-scan een CAT-scan wordt genoemd, is dit in wezen wel hetzelfde.
Ook bij deze scan zie je de cirkelvormige detector in de achtergrond, waarbij aan de ene kant de röntgen- straling door de patient wordt geschenen en daar tegenover de doorgelaten straling wordt opgevangen.
Slide 6 - Tekstslide
Scintigram
Er wordt een gamma-tracer ingebracht.
Met gamma camera wordt buiten het lichaam gekeken.
Slide 7 - Tekstslide
Gammacamera
Slide 8 - Tekstslide
Technetium-99m
Waarom juist deze stof:
- Voldoende energetische gammastraling (141 keV )
- korte fysische halfwaardetijd van ongeveer 6 uur
-de uitgezonden gammastraling kan worden gedetecteerd met behulp van een gammacamera.
- Produceerbaar
Slide 9 - Tekstslide
SPECT-scan
3D-image met gammacamera
Slide 10 - Tekstslide
PET -scan
Ondanks de gevaren die straling ons kunnen geven, kunnen we radioactieve stoffen en straling gebruiken om medisch onderzoek te doen, bijvoorbeeld naar tumoren.
De eerste toepassing van medische beeldvorming die hier besproken wordt is de PET-scan. Hierbij krijgt een patient eerst een tracer toegediend, meestal in de bloedbaan. Een tracer bevat een molecuul waarbij één of meerdere atomen zijn vervangen door een radioactieve isotoop, zoals bijvoorbeeld een glucose molecuul waarbij een
OH-groep is vervangen
door het isotoop F-18,
zie afbeelding hier-
naast in groen.
Eenmaal in het lichaam van de patient, straalt de tracer positronen uit. Zodra een positron tegen een elektron in het lichaam botst, dan worden beide deeltjes geheel omgezet in twee fotonen die in tegengestelde richting wegschieten. We noemen dit annihilatie:
e−+e+=γ+γ
Slide 11 - Tekstslide
PET -scan
Omdat gammafotonen een grotere dracht hebben, zal een groot aantal hiervan het lichaam verlaten. Deze fotonen worden dan gedetecteerd door een cirkelvormige detector, zoals in de video hieronder is weergegeven.
Beide gammafotonen planten zich voort met de snelheid van het licht, c,in tegengestelde richting van elkaar.
Door het verschil in tijd, Δt, te meten tussen de aankomst van beide fotonen, kan met de formule Δx =c·Δt de positie Δx van de annihilatie bepaald worden, zie afbeelding hieronder.
Zo kan met alle gammafotonen die gedetecteerd worden, de plaats bepaald worden van een tumor die het radioactieve glucose heeft opgenomen, omdat een tumor meer energie (glucose) verbruikt en het radioactieve glucose zich daar ophoopt.
Slide 12 - Tekstslide
PET -scan
Deze methode kan ook gebruikt worden bij het lokaliseren van tumoren. Een bekend voorbeeld is het gebruik van een jood-tracer voor het onderzoek naar de schildklier, die relatief veel jodium opneemt.
De radioactieve vorm van glucose wordt niet alleen voor kankeronderzoek gebruikt. Ook bij hersenonderzoek wordt het toegepast.
Hersendelen die meer actief zijn nemen meer glucose op en als gevolg lichten deze delen meer op in de PET-scan. Op deze manier kunnen we dus een idee krijgen van hersenactiviteit, zie afbeelding hieronder.
Slide 13 - Tekstslide
-Echografie: terugkaatsing van geluidsgolven
-MRI: Uitzenden van radiogolven door waterstof-kernen in een magnetisch veld
Slide 14 - Tekstslide
zelfstandig theorie leren par 5.6
Leerdoelen H5 thuis invullen
Slide 15 - Tekstslide
Hoofdstuk 3. par 3.1
-Lees par 3.1
-Vul de leerdoelen H3: 1 t/m 6 in.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Vb La Casa de Papel
Wat is de dichtheid van 1 goudstaaf?
De massa is 12,44 kg, afmetingen 15*10*5 cm
Als de goudstaaf wordt omgesmolten tot bolletjes met een diameter van 4,0 mm.
Uit hoeveel bolletjes bestaat dan 1 goudstaaf?
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Vb druk
Tom heeft een massa van 80 kg. Zijn schoenen zijn 10 bij 20 cm.
Bereken de druk die Tom op de vloer uitoefent.
Slide 23 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van de les kun je...
uitleggen hoe de verschillende beeldtechnieken werken (H5)
uitleggen wat dichtheid is en hoe je die berekent (H3)
uitleggen wat gasdruk/vloeistofdruk is en hoe je die berekent (H3)