6.2 deel 1

Vak: Mens en Maatschappij
Hoofdstuk: 6.2 Het ontstaan van steden
1. 
Lesopening
2. 
Terugblik
3.
Lesdoel
4. 
Instructie
5. 
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7. 
Evaluatie
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Vak: Mens en Maatschappij
Hoofdstuk: 6.2 Het ontstaan van steden
1. 
Lesopening
2. 
Terugblik
3.
Lesdoel
4. 
Instructie
5. 
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7. 
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Open je boek op bladzijde 95.

Slide 2 - Tekstslide

2. Terugblik
Wat hebben we geleerd in paragraaf 6.1?


Slide 3 - Tekstslide

Welke woorden horen bij een dorp en welke bij een stad? Sleep de woorden naar het juiste vakje 
Stad
Dorp
Bioscoop
Flat
ons kent ons
Ziekenhuis
rustig
veiliger
Natuur
Meer werk

Slide 4 - Sleepvraag


Vorige les hebben jullie geleerd over verstedelijking. Wat is dat ook alweer? 

Slide 5 - Open vraag

3. Lesdoel



  • Waardoor groeiden steden?
  • Wanneer groeiden steden?
  • Wat was de rol van een markt in de middeleeuwen?

Slide 6 - Tekstslide

6.2 Het ontstaan van steden

Deel 1

Slide 7 - Tekstslide

Noem 3 grote steden in Nederland

Slide 8 - Woordweb

De eerste steden ontstonden rond het jaar 1.000

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Voor het jaar 1.000 werkte bijna iedereen als boer. 

Doordat de boeren rond het jaar 1.000 op een andere manier hun land gingen verbouwen kwam er steeds meer eten

Slide 12 - Tekstslide

Ze hielden zelfs eten over. Dat verkochten ze op markten in de stad 

Slide 13 - Tekstslide

Minder boeren
Nu hoefde niet meer iedereen als boer te werken om aan eten te komen, maar ze konden gewoon eten kopen. 

Hierdoor kwamen er andere beroepen. 
Bv. marktkoopman

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Rond het jaar 1000 kwamen er veel steden bij. Hoe kwam dat?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Wat zijn ambachtslieden?

Slide 18 - Open vraag

Een boer is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Een timmerman is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Een marktkoopman is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

6. Zelfstandig werken
Je maakt nu zelfstandig opdracht 2, 3, 4 en 5. Op blz 95-96-97


Klaar?
Dan stuur je foto's van je gemaakte werk naar mij.

Slide 22 - Tekstslide