7.3 Bronnen Veel verschillende identiteiten

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

natuurlijke grens
gesloten grens
Open grens

Slide 2 - Sleepvraag

Kunstmatige grens. 
Natuurlijke grens

Slide 3 - Sleepvraag

bezetten, inlijven
A
annuleren
B
stagneren
C
annexeren
D
bagatelliseren

Slide 4 - Quizvraag

Wat is annexeren, oftewel inlijven?
A
het verleggen van een grens
B
het onder dwang innemen van een gebied
C
het bepaalt de groepsidentiteit

Slide 5 - Quizvraag

Natuurlijke grens
Kunstmatige grens

Slide 6 - Sleepvraag

Friesland is een soeverein land.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een soeverein?
A
Een land die niet grenst aan andere landen.
B
Een land die een dictator heeft.
C
Een land die in verbinding staat met andere landen.
D
Een land dat word bestuurd door een regering.

Slide 8 - Quizvraag

zelfstandig worden in bepalen wat je wil
groepen mensen koesteren hun identiteit en behouden hun kenmerken
actieve betrokkenheid bij de samenleving waar iemand woont
Soeverein
regionalisme
insluiting

Slide 9 - Sleepvraag

De provincie Limburg is een voorbeeld van een bestuurlijke regio.
A
goed
B
fout

Slide 10 - Quizvraag

Welk van deze is een voorbeeld van een bestuurlijke regio?
A
De wijk Angelslo
B
Het centrum van Emmen
C
Het dorp Odoorn
D
De gemeente Emmen

Slide 11 - Quizvraag

Wat gaan we vandaag leren?
'Nederland is het land van windmolens, tulpen en coffeshops.' Dit is het beeld dat veel mensen buiten Europa van Nederland hebben. 
Herken jij Nederland in dit beeld?

Leerdoel: Hoe zit het met verschillende identiteiten in Nederland?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Kan je meerdere identiteiten hebben?

Slide 14 - Tekstslide

Iedereen voelt zich dan een Nederlander?

Slide 15 - Tekstslide

Nationale identiteit 
*
Regionale identiteit
*
Lokale identiteit



Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Een voorbeeld van de regionale identiteit is:
A
De Nederlandse identiteit
B
De Friese identiteit
C
De identiteit van Rotterdam
D
Europese identiteit

Slide 19 - Quizvraag

De jaarlijkse kermis is weer in jouw stad en iedereen komt er op af!
A
Persoonlijke identiteit
B
Regionale identiteit
C
Nationale identiteit
D
Lokale identiteit

Slide 20 - Quizvraag

Max Verstappen pakt de wereldtitel F1 en het hele land staat op stelten!
A
Persoonlijke identiteit
B
Regionale identiteit
C
Nationale identiteit
D
Lokale identiteit

Slide 21 - Quizvraag

Aan het begin van het jaar viert iedereen in Brabant en Limburg gezamenlijk Carnaval
A
Persoonlijke identiteit
B
Regionale identiteit
C
Nationale identiteit
D
Lokale identiteit

Slide 22 - Quizvraag

BRON Jip en Janneke in dialect
Bij de historische verenigingen ligt ‘Jipke en Jannöaken’ te koop. Restaurants zetten streekrecepten op het menu en tappen Grolsch bier, in cafés staat FC Twente op het beeldscherm. De gasten luisteren naar een hit van Normaal. Bij de put voor het streekeigen boerderijtype blazen boeren op de midwinterhoorn. Andere folklore bestaat uit vlöggeln, klootschieten en huizenhoge paasvuren


Welke vorm van identiteit hij weergeeft. Kies uit
A
regionale identiteit
B
nationale identiteit
C
lokale identiteit

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen regionalisme en lokalisme?

Slide 24 - Open vraag

Er zijn meer plaatsen in Nederland met een politieke partij die de naam ‘Plaatselijk belang’ of ‘Gemeentebelang’ draagt.
Waarvan is dit soort partijen een voorbeeld? Kies uit:

A
Lokalisme
B
Nationalisme
C
Pluriformiteit
D
Regionalisme

Slide 25 - Quizvraag

Succescriteria
  • Je kunt voorbeelden geven van (bevolkings)-groepen in Nederland met een nationale, regionale of lokale identiteit.
  • Je kunt ten minste één voorbeeld geven van regionalisme en van lokalisme in je eigen omgeving en uitleggen waarom dit een goed voorbeeld is.
  • Je kunt voor jezelf beschrijven bij welke lokale, regionale, nationale of andere identiteit jij je het meeste thuis voelt en waarom dat zo is.

Slide 26 - Tekstslide

Begrippen
Lokale identiteit:            De verbondenheid die je voelt met de eigen woonplaats en de directe omgeving daarvan en de opvallende 
                                       kenmerken die bij de woonplaats en regio horen.
Lokalisme:                     Het centraal plaatsen van de verbondenheid met de eigen woonplaats en de directe omgeving daarvan.
Nationale identiteit:       De verbondenheid met het eigen land en eigen volk.
Regionale identiteit:      Een combinatie van opvallende kenmerken in een regio en de verbondenheid daarmee.
Regionalisme:                Het streven naar zelfstandigheid op regionale schaal, zonder dat er sprake is van separatisme.

Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag
Je mag aan de slag met de opdrachten van §7.3 in Learnbeat

Slide 28 - Tekstslide