In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
H7
§7.2 De Kinkerbuurt: inrichting en bewoners
AK - week 21
Slide 1 - Tekstslide
Planning
- Herhaling vorige les
- 7.2 uitleg
- Zelfstandig werken
Slide 2 - Tekstslide
Herhaling vorige les
Weet je het nog?
Slide 3 - Tekstslide
Hoogbouw
Voorziening
Eengezins-woning
Kenmerken ruimtegebruik
Slide 4 - Sleepvraag
Slide 5 - Tekstslide
We gaan het hebben over oude woonwijkenenbewonerskenmerken.
In het boek gebruiken ze de Kinkerbuurt hiervoor als voorbeeld.
Slide 6 - Tekstslide
Lesdoelen
Je kunt uitleggen hoe een oude woonwijk er uitziet.
Je kunt stedelijke vernieuwing herkennen.
Je kunt een aantal kenmerken van de bewoners van de Kinkerbuurt omschrijven.
Slide 7 - Tekstslide
Lesdoelen
Je kunt uitleggen hoe een oude woonwijk er uitziet.
Slide 8 - Tekstslide
Amsterdam
Bij Amsterdam denk je al snel aan de mooie grachtenpanden in het centrum van de stad: de historische binnenstad.
Daaromheen vind je oude woonwijken.
De Kinkerbuurt uit §7.2 is een van zulke oude woonwijken.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Er volgt een filmpje over de Kinkerbuurt van vroeger en nu en daarna beantwoord je de vraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
De Kinkerstraat is de winkelstraat van de Kinkerbuurt. Hier stonden (staan) geen dure/luxe winkels. Welke winkel opende in 1928 zijn eerste filiaal in de Kinkerstraat en verkocht alles voor 50 cent?
Slide 13 - Open vraag
Over de Kinkerbuurt
De wijk is heel snel gebouwd, omdat Amsterdam heel snel groeide eind 19e eeuw.
De huizen bestaan uit grote woonblokken en zijn hoog (5 etages).
Er zijn nauwelijks tuinen, pleintjes of parken.
De woningdichtheid is hierdoor hoog(= aantal woningen per vierkante kilometer).
Slide 14 - Tekstslide
Urbanisatie (B174)
Steden in heel Europa groeide 19e eeuw snel. Dit kwam als volgt:
Industrie → veel werk in steden.
Je kon hiermee veel geld verdienen.
Veel mensen gingen van platteland in steden wonen (urbanisatie of verstedelijking).
Tegenwoordig groeien steden vooral door natuurlijke bevolkingsgroei ipv sociale bevolkingsgroei.
Slide 15 - Tekstslide
Terug naar de Kinkerbuurt
Slide 16 - Tekstslide
Lesdoel
Je kunt stedelijke vernieuwing herkennen.
Slide 17 - Tekstslide
Stedelijke vernieuwing
Omdat de huizen in de Kinkerbuurt van slechte kwaliteit waren, zijn ze (1) gesloopt en opnieuw gebouwd of (2) gerenoveerd.
Sloop en nieuwbouw: slechte huizen afbreken en er nieuwe huizen voor in de plaats bouwen.
Renovatie: het opknappen van een huis.
Het hernieuwen van woonwijken noem je stedelijke vernieuwing.
Slide 18 - Tekstslide
Bekijk de link, Hoe kan je hier renovatie of sloop & nieuwbouw herkennen?
Vraag: Welke 3 aspecten horen er allemaal bij stedelijke vernieuwing?
Slide 20 - Open vraag
Lesdoel
Je kunt een aantal kenmerken van de bewoners van de Kinkerbuurt omschrijven.
Slide 21 - Tekstslide
Geef een beschrijving van de bewoners in de Kinkerbuurt woont.
Slide 22 - Open vraag
Wie wonen er in de Kinkerbuurt?
A. Huishoudens (samenstelling bewoners in een huis)
→ In de Kinkerbuurt veel eenpersoonshuishoudens.
(Aantal mensen in een huis = woningbezetting)
Slide 23 - Tekstslide
Wie wonen er in de Kinkerbuurt?
B. Leeftijdsopbouw = samenstelling van de bevolking naar leeftijdsgroepen.
→ In Klinkerbuurt meeste mensen 25-45 jaar; weinig ouderen.
Slide 24 - Tekstslide
Wie wonen er in de Kinkerbuurt?
C. Herkomst - Hebben mensen een migratieachtergrond (1 of beide ouders in het buitenland geboren)?
→ In de Kinkerbuurt hebben de meeste mensen geen migratieachtergrond.
Slide 25 - Tekstslide
Natuurlijke bevolkingsgroei en sociale bevolkingsgroei
Ongeveer 6500 mensen wonen in de Kinkerbuurt.
Natuurlijke bevolkingsgroei zorgt ervoor dat dit aantal verder toeneemt: de bevolking groeit van nature (door geboortes) of neemt af (door sterfte)
Lees nu B150 en B151 (blz.98) voor jezelf in stilte en beantwoord daarna de vragen op de volgende pagina.
Slide 26 - Tekstslide
1. Wat betekent een geboortecijfer van 4? 2. Wat betekent sociale bevolkingsgroei? 3. In een stad is er een geboorteoverschot en een vestigingsoverschot (pos. migratiesaldo). Wat betekent dit?
Slide 27 - Open vraag
Laatste 2 vragen:
Slide 28 - Tekstslide
Noteer twee dingen die je deze les hebt geleerd
Klik op 'bewaren' als je je antwoord hebt ingevuld!
Slide 29 - Open vraag
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen
Klik op 'bewaren' als je je antwoord hebt ingevuld!