Sociale kwestie. Zoektocht naar oplossingen





Sociale kwestie. Zoektocht naar oplossingen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les





Sociale kwestie. Zoektocht naar oplossingen

Slide 1 - Tekstslide

Noem voorbeelden van problemen
tijdens de sociale kwestie.

Slide 2 - Woordweb

Wanneer begon de sociale kwestie in Nederland een groot probleem te vormen?
A
Rond 1815
B
Rond 1830
C
Rond 1870
D
Rond 1914

Slide 3 - Quizvraag

De industriële revolutie was de oorzaak van de sociale kwestie omdat...
A
kapitalisme ontstond
B
fabrieken werden gebouwd
C
machines het werk van arbeiders overnamen
D
grote fabriekssteden ontstonden

Slide 4 - Quizvraag

Wie was volgens jou verantwoordelijk voor de arbeidersproblemen? De fabrikanten, de liberale politici of de arbeiders zelf? Maak een keuze en geef een argument.

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Factory Acts in Engeland

Wat waren de belangrijkste bepalingen uit de Fabriekswet van 1833? In het kort kwam de Factory Act op het volgende neer:

  • Fabriekseigenaren moesten voor alle kinderen in hun fabriek een leeftijdscertificaat hebben.
  • Kinderen van 13 -18 jaar mochten voortaan niet meer dan twaalf uur per dag werken.
  • Kinderen van 9-13 jaar mochten niet meer dan acht uur per dag werken, met een maximum van 48 uur per week.
  • Er kwam een verbod op nachtelijke werktijden voor kinderen.
  • Ieder kind diende minimaal twee uur per dag onderwijs te krijgen.
  • Kinderen die werkten hadden recht op minimaal anderhalf uur eettijd per werkdag

Slide 8 - Tekstslide

Bron: Robert Owen en New Lanark

In de tijd dat Robert Owen het management van New Lanark overnam werd al schande gesproken van de levensomstandig-heden van de nieuwe arbeidersklasse. Owen had zich voor-genomen te bewijzen dat dit niet het onvermijdelijke gevolg hoefde te zijn van industrialisering of winstbejag. Wat dat betreft verschilde hij niet van andere filantropische industriëlen. 

Maar Owen ging een stapje verder: zijn programma in Lanark was niet alleen gebaseerd op filantropie, efficiëntie of op plichtsbesef jegens de werknemers, maar op zijn overtuiging dat 'het menselijk karakter niet gevormd wordt door, maar voor de mens'. Het kwam erop neer dat hij dacht het karakter van mensen te kunnen veranderen door wijziging van hun levensomstandigheden. 'Het einddoel van de karaktervorming is het geluk', zo geloofde hij, 'want het streven naar geluk zal de enige godsdienst van de mens zijn'. 

Bron: https://histoforum.net/lesmateriaal/newlanark.htm

Slide 9 - Tekstslide

Wat maakte Robert Owen bijzonder als fabrikant in de 19de eeuw?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Kinderarbeid in Nederland
Cremer schreef het boek Fabriekskinderen in 1863. Cremer schreef dit op verzoek van de ingenieur van het stoomwezen A. de Vries Robbé die door de regering aangesteld was om te rapporteren over kinderarbeid. Hij schakelde de schrijver in omdat de wetgeving hem te langzaam ging. Hij hoopte dat een verslag van de populaire schrijver Cremer zou helpen om snel tot een verbod op kinderarbeid te komen. 

De Vries Robbé nam Cremer mee naar een Leidse textielfabriek, waarna de geschokte Cremer het boek binnen zes weken schreef. Hij droeg hem op 11 maart 1863 in de Den Haag voor het eerst voor en reisde er daarna het hele land mee door. De regering bleef echter bijzonder laks met wetgeving. 

Slide 12 - Tekstslide

Waarom was dit boek Fabriekskinderen belangrijk?
A
Kinderarbeid werd afgeschaft
B
Cremer las het boek voor in de Tweede Kamer
C
Het boek bracht een discussie over kinderarbeid op gang
D
Politici gingen gelijk sociale wetten bedenken om het leven voor arbeiders te verbeteren

Slide 13 - Quizvraag

Welke bewering over de houding van de overheid tegenover de sociale kwestie rond 1860 is onjuist?
A
De Tweede Kamer bestond uit rijke mannen die weinig interesse hadden in de sociale kwestie
B
Vooruitstrevende liberalen wilden wel iets doen aan de problemen van arbeiders.
C
De liberalen en confessionelen vonden dat socialisten de arbeiders opzetten tegen hun bazen.
D
De Tweede Kamer zocht actief naar oplossingen uit angst voor een opstand van arbeiders en socialisten.

Slide 14 - Quizvraag

De sociale kwestie draaide niet alleen om de slechte werkomstandigheden en kinderarbeid in de fabrieken, maar ook om de leefomstandigheden in de steden.

De woningnood was daar zo groot dat veel arbeiders gedwongen in sloppenwijken, kelderwoningen of andere slecht onderhouden eenkamerwoningen terecht kwamen met hun gezinnen.

Slide 15 - Tekstslide

In par. 2.2 heb je gelezen over de oplossingen voor de sociale kwestie van de verschillende stromingen. Maak de juiste combinaties.
De liberale oplossing
De socialistische oplossing
De confessionele oplossing
Katholieken en protestanten richten vakbonden op zodat werkgevers en werknemers kunnen overleggen over betere omstandigheden.
Het was niet de taak van de overheid om armoede aan te pakken, alleen de ergste misstanden. 
Als sprake zou zijn van algemeen kiesrecht zouden mensen massaal kunnen stemmen op arbeiders. Tot die tijd konden stakingen en acties werkgevers onder druk zetten.

Slide 16 - Sleepvraag

Vakbonden
Organisatie van werknemers met als doel hogere lonen en betere arbeidsomstandig-heden.
Engeland kende een lange traditie van "labor unions", deze waren vanaf 1824 legaal. In 1866 wordt in Nederland de allereerste vakbond - de Algemeene Nederlandsche Typografen-bond-  opgericht. Voortaan worden arbeiders gesteund als zij in conflict zijn met hun werkgever. Ook bestaat de mogelijkheid om doorbetaald te worden tijdens stakingsdagen.

Slide 17 - Tekstslide

Waarom loste de Kinderwet van Van Houten de kinderarbeid nog niet op?

Slide 18 - Open vraag

De sociaal-liberaal Samuel van Houten voerde de eerste sociale wet door: het Kinderwetje in 1874. Maar zijn voorstel tot verbod op kinderarbeid werd sterk 'uitgekleed'. 
Kinderarbeid zou praktisch nog blijven bestaan tot begin 20ste eeuw...

Slide 19 - Tekstslide

Samen staan we sterk: arbeiders in staking
Vanaf eind 19de eeuw komen arbeiders massaal in 'beweging'. Op 1 mei 1886 is het Moving Day in de VS en gaan 340.000 arbeiders in staking voor hogere lonen en een 8-urige werkdag (nu de standaard).

In Nederland en de rest van Europa volgen arbeiders het Amerikaanse voorbeeld. Stakingen worden een beproefde methode om betere arbeidersrechten af te dwingen. 

De Spoorwegstaking van 1903 was daar een goed voorbeeld van. Albert Hahn toonde op deze spotprent de kracht van de arbeiders die het radarwerk letterlijk stilzetten.

Slide 20 - Tekstslide

Welke uitspraak over de situatie in 1900 is onjuist?
A
Veel arbeiders waren inmiddels lid van een vakbond
B
De grootste problemen waren opgelost met de Woningwet en Leerplichtwet.
C
De SDAP streed als socialistische partij voor de rechten van arbeiders
D
De arbeidsinspectie controleerde de veiligheid en werktijden in fabrieken.

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Video

Wat heeft volgens jou de doorslag gegeven in het oplossen van de sociale kwestie?

Slide 23 - Open vraag

Hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Slide 25 - Video

VERDIEPING
Zoek uit hoe in de Twentse textielindustrie arbeiders betere arbeidsvoorwaarden kregen en welke rol de succesvolle textielondernemer Gerrit Jan van Heek hierin speelde.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link