T7B1

Thema 7 - Stevigheid en beweging

B1: Het skelet van de mens
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 7 - Stevigheid en beweging

B1: Het skelet van de mens

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kent de delen van het lichaam.
  2. Je kunt in een afbeelding van het skelet de botten benoemen.
  3. Je kunt de functies van het skelet noemen.

Slide 2 - Tekstslide

Skelet
Wij zijn een gewerveld dier met een inwendig skelet

Een ander woord voor skelet is geraamte

De mens bestaat uit 206 botten
Een ander woord voor botten is beenderen

Slide 3 - Tekstslide

Functies skelet:

Slide 4 - Tekstslide

bescherming
Vorm

Slide 5 - Tekstslide

stevigheid
beweging mogelijk maken

Slide 6 - Tekstslide

Delen van je lichaam
Je lichaam bestaat uit:
  • Hoofd
  • Romp
  • Ledematen 

Slide 7 - Tekstslide

De wervelkolom
Mensen hebben een wervelkolom. Daarom behoren we tot de gewervelde dieren

Slide 8 - Tekstslide

Schedel
De botten van je hoofd zijn samen de schedel

Bij de schedel horen de schedelbeenderen, bovenkaak en onderkaak

Slide 9 - Tekstslide

De romp
De romp bestaat uit:
  1. De schoudergordel (sleutelbeenderen en twee schouderbladen)
  2. De borstkas (borstbeen + ribben)
  3. Het bekken (twee heupbeenderen)
  4. De wervelkolom
Schoudergordel: sleutelbeenderen + schouderbladen
1
Schoudergordel: sleutelbeenderen + schouderbladen
1
Borstkas: borstbeen + ribben
2
Het bekken: twee heupbeenderen
3
Het bekken: twee heupbeenderen
3
De wervelkolom: halswervels, borstwervels en lendenwervels
4

Slide 10 - Tekstslide

De ellepijp ligt aan de kant van de pink
De romp bestaat uit:
  1. De schoudergordel (sleutelbeenderen en twee schouderbladen)
  2. De borstkas (borstbeen + ribben)
  3. Het bekken (twee heupbeenderen)
  4. De wervelkolom
Ledematen

Slide 11 - Tekstslide


Pijpbeenderen
Rood beenmerg 
Mergholte met geel beenmerg

Platte beenderen
Rood beenmerg

Type beenderen
Rood beenmerg = aanmaak bloedcellen
Geel beenmerg = opslag vet

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Zoolganger
Teenganger
Topganger
Zoolgangers:
  • lopen op hele zool
  • veel grip, minder snel

Teengangers:
  • lopen op tenen
  • minder grip, heel erg snel

Topgangers (of hoef): 
  • lopen op de top van hun tenen
  • weinig grip, heel erg snel

Slide 14 - Tekstslide

Opdrachten
Maken opdracht 1 t/m 8 

Slide 15 - Tekstslide