4.1 Water op aarde

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Welke vorm water zie je hier?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas-vorm
D
Elektromagnetisch

Slide 5 - Quizvraag

Welke vormen zie je hier?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas-vorm
D
Elektromagnetisch

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Hoeveel procent van het water op aarde is zoet?
A
20%
B
3%
C
97%
D
1%

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Het meeste oppervlaktewater op aarde zit in ...?
A
de atmosfeer.
B
ijskappen en gletsjers.
C
meren.
D
rivieren.

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Hoe noemen we de gasvorm van water?

Slide 16 - Open vraag

Hoeveel procent van al het water op aarde is zoet water?
A
8%
B
50%
C
80%
D
3%

Slide 17 - Quizvraag

Het meeste oppervlaktewater op aarde zit in ...?
A
de atmosfeer.
B
ijskappen en gletsjers.
C
meren.
D
rivieren.

Slide 18 - Quizvraag

Waar gebruik je het meeste water voor?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Zoet en zout 
Zout water = niet drinkbaar 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Opp & grondwater
Oppervlaktewater 

70% van het aard opp is water 

Al het water dat niet zichtbaar is aan het oppervlakte noemen we grondwater 

Slide 23 - Tekstslide

Je ziet hier..
A
Landijs
B
Zeeijs

Slide 24 - Quizvraag

Landijs & Gletsjers 
Meeste zoete water is bevroren - 99% van opp water.

Landijs - IJs op het land 
- Groenland en Antarctica
Gletsjer - IJsmassa in de bergen.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

VWO

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Welke drie vormen kan water aannemen?

Slide 33 - Open vraag

Welke vorm water zie je hier niet?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas-vorm
D
Elektromagnetisch

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide