Historische kring Nijverdal - Textielindustrie en de Regge

Textielindustrie en de Regge 
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 5-8

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Textielindustrie en de Regge 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aardrijkskunde:
1. De leerling kan verklaren waarom textielfabrieken langs de Regge werden gebouwd.
2. De leerling kan benoemen hoe de geografische ligging van Nijverdal bij de Regge heeft bijgedragen aan de groei van de textielindustrie.
3. De leerling kan uitleggen hoe de textielindustrie de omgeving van Nijverdal heeft beïnvloed, op het gebied van economische en sociale veranderingen.

Geschiedenis:

1. De leerling kan vertellen hoe Nijverdal het centrum is geworden van de textielproductie van Nederland.
2. De leerling kan verklaren hoe de industriële revolutie invloed heeft geuit op de productie van textiel in Nijverdal.



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Textielfabriek
In een textielfabriek worden van garen stoffen en textiel gemaakt. Met deze stoffen kun je kleren maken. Dit werd veel in Twente en met name in Enschede gedaan. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Textielfabriek
Vroeger werd kleding met de hand gemaakt. Later werden machines uitgevonden die konden weven: de weefmachines. Deze waren groot en gevaarlijk.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou er gevaarlijk zijn aan zo'n weefmachine?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Gevaarlijk
De weefmachines in de textielfabriek werden steeds groter. De garen gingen soms nog wel eens dwars zitten, of een machine ging wel eens stuk. Volwassenhanden waren te groot om tussen de machine te komen om iets te repareren. Hiervoor werden kinderen gebruikt. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kinderhanden waren kleiner en konden makkelijker bij de garen en klossen om ze te verwisselen. 
Dit was niet zonder gevaar....

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevaarlijk
Ook voor kinderen was dit gevaarlijk. Ze moesten soms wel 6 uur achter elkaar tussen de machines staan, soms in een geknielde houding!! Ze moesten goed opletten want als je hand tussen de machine kwam verloor je zo een vinger! Dit is vaak gebeurd.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevaarlijk
Kinderen moesten soms wel 12 uur werken per dag! Ook moesten ze zich steeds concentreren omdat ze gevaarlijk werk deden. Om ze een beetje bij de les te houden kregen ze geen energydrink maar iets anders...

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kregen de kinderen tegen vermoeidheid?
A
Koffie
B
Borrel
C
Suikers
D
Druiven

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kinderarbeid

Slide 12 - Woordweb

Vraag wat de leerlingen nog weten over de eerste les, dat ging over kinderarbeid en het wetje van van Houten.

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarom?
Volwassen arbeiders verdienden maar 12 stuivers dag (60 cent). Kinderen moesten het inkomen aanvullen.
Kinderen verdienden minder, namelijk 7 stuivers per dag. (35 cent)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom?
Sommige taken konden dus ook beter door kinderen uitgevoerd worden, en ze waren nog eens goedkoper ook!

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kinderarbeid
Vroeger was het heel gewoon dat een kind van 7 of 8 jaar al aan het werk was. In Twente was dit in de Textielfabrieken of bij je ouders op de boerderij.
Leerplicht of recht op onderwijs bestond nog niet.
Een jongen werkt op de boerderij van zijn ouders op Stroinkslanden.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bestaat er nog steeds kinderarbeid?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kinderwetje van Houten 
Kinderwetje van Van Houten
In 1874 moet de Kinderwet van Samuel van Houten hier verbetering in brengen. De wet, geïnitieerd door het liberale kamerlid Van Houten, verbiedt fabrieksarbeid voor kinderen onder de twaalf. Zij mogen nog wel thuis en op het veld werken. Oudere kinderen zijn daarmee niet aan werken ontsnapt.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Textiel in Nijverdal 
In Nijverdal startte men de Koninklijke Stoomweverij in 1853 met een stoommachine en 10 weefgetouwen. Ook koning Willem III steekt geld in de fabriek, waardoor de fabriek het predicaat ‘koninklijk’ mag dragen. De Koninklijke Stoomweverij weeft voor de binnenlandse markt, maar produceert ook grote hoeveelheden stoffen voor Nederlands-Indië en maakt zoveel winst, dat er na twee jaar al 360 en later zelfs 576 weefgetouwen klepperen.

Gevolg:

Doordat de textielfabriek zoveel produceerde nam het aantal werkende mensen toe in Nijverdal, waardoor de stad groeide in grootte en bevolkingsaantal.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toen, textielfabriek
Koninklijke TenCate is nu internationaal marktleider of een van de grootste spelers in:

kunstgrasvezels voor sport
tentdoek en zonwering
antiballistische materialen voor persoonlijke en voertuigbescherming
composieten voor de luchtvaartindustrie en ruimtevaart
geosynthetics voor de bouw, milieumarkt, agrarische sector, tuinbouw en outdoortoepassingen
beschermende (veiligheids)weefsels.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ligging van de textielfabriek 
Nieuwe textielfabriek
Oude textielfabriek 

Slide 21 - Tekstslide

De mensen die werkten in de oude textielfabriek, woonden in de salomosonstraat die naast de oude textielfabriek ligt.
N.H.M. en Koning Willem I


  • Industriële revolutie: Ontstaan in Engeland rond 1750, Nederlanden beginnen met industrialiseren in de negentiende eeuw.
Zuidelijke Nederlanden (België): Eerste locatie van industrialisatie.
  • Oprichting Nederlandsche Handel-Maatschappij (NHM) door Koning Willem I in 1824.
  • Versnelling van industrialisering in Nederland vanaf 1830, door scheiding van België en Nederland.
  • Doel: Concurreren met Engeland en België door productie van goede en goedkope textiel.
Financiële steun van Koning Willem I om industrie te bevorderen.
  • Historische textielproductiegebieden: Brabant en Twente, met Twente als voorname focus.
  • Keuze voor Twente: Minder kans op smokkelen, lagere lonen en bestaande kennis over textielproductie.
Twente als hart van Nederlandse textielindustrie.

Slide 22 - Tekstslide

Ten tijde van de industriële revolutie, die in Engeland rond 1750 ontstond, moesten de Nederlanden in de negentiende eeuw beginnen met industrialiseren. De industrialisatie vindt in eerste instantie veelal plaats in de Zuidelijke Nederlanden (het huidige België). Om ook de vlam van de industrie in de Noordelijke Nederlanden te laten ontbranden, richt koning Willem I in 1824 de Nederlandsche Handel-Maatschappij (NHM) op. Vanaf 1830 komt de industrialisering van Nederland in een stroomversnelling terecht. In dat jaar scheidde het ver geïndustrialiseerde België zich af van de minder geïndustrialiseerde Noordelijke Nederlanden. Wil Nederland met Engeland (en België) concurreren, dan moet er in ons land goede en goedkope textiel geproduceerd gaan worden. Koning Willem I leent daarom geld uit om de industrie te bevorderen. Er zijn diverse gebieden in Nederland waar al voor de industriële revolutie geweven en gespind wordt, waarvan Brabant en Twente de meest voorname zijn. Omdat er veel Brabantse wevers zijn die hun goederen naar het zuidelijker gelegen België smokkelen, wil de Nederlandse regering dat de focus van de Nederlandse textielindustrie in Twente komt te liggen. Naast dat de kans op smokkelen kleiner is in Twente, zijn ook de lonen lager in Twente en is er al kennis over het produceren van textiel in het gebied. Twente wordt zo het hart van de Nederlandse textielindustrie. 
Thomas Ainsworth
  • Ainsworth ontdekt dat snelspoelen efficiënter zijn dan stoomweverijen, waardoor de productie in Twente snel kan toenemen.
  • De Maere opent een weefschool in Lonneker, waar boeren snel de nieuwe techniek oppakken.
  • In 1833 opent de N.H.M. een weefschool in Goor, die al snel succesvol wordt.
  • Weefscholen verspreiden zich snel over Twente, met steun van de N.H.M.
  • Ondanks de invoering van snelspoelen in Enschede, blijven fabrikanten vooral voor de Nederlandse markt weven. Almelo richt zich op export naar Indië.



Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bestaan er nog steeds textielfabrieken?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je kent de labels misschien wel: Made in China, of Made in India. Tegenwoordig halen de meeste grote bedrijven hun kleding uit Azië, waar mensen nog steeds voor een laag loon in een textielfabriek veel te lang moeten werken, ook kinderen.. Bekende bedrijven die hier kleding laten maken zijn C&A en Primark.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stel: je koopt een T-shirt bij de Primark. Deze kost maar 5 euro, maar is gemaakt door een kind. Je kunt hetzelfde t-shirt ook kopen voor het dubbele, 10 euro, maar dan is hij wel gemaakt door een volwassene. Zou je dit doen?
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verbinding tussen de Regge en de textielfabriek 
  • Oprichting van weverij in Nijverdal in 1836 door N.H.M. en Thomas Ainsworth.
  • Strategische ligging op plek waar weg van Almelo naar Zwolle de Regge kruist.
  • Gebruik van de Regge als transportroute voor aanvoer van katoen en afvoer van geweven textiel.
  • Weverij blijkt geen succes en wordt in 1839 opgeheven.
  • Nijverdal blijft belangrijk centrum voor textielindustrie, gebruikt als verzamel- en verzendpunt voor Twentse textielproducten door N.H.M.
  • Beperkt gebruik van de Regge, alleen tijdens vaarseizoen van november tot april, wat invloed heeft op logistiek en distributie van textielproducten.

Slide 27 - Tekstslide


In Nijverdal had de Regge een specifieke rol in de textielindustrie. In 1836 werd daar een weverij opgericht door de Nederlandsche Handel-Maatschappij (N.H.M.) en Thomas Ainsworth. Deze weverij was gelegen op een strategische locatie waar de weg van Almelo naar Zwolle de Regge kruiste. Hierdoor kon de Regge worden gebruikt als transportroute voor de aanvoer van katoen en de afvoer van geweven textiel.
Hoewel de weverij zelf geen succes was en in 1839 werd opgeheven, bleef Nijverdal een belangrijk centrum voor de textielindustrie. De N.H.M. gebruikte Nijverdal als verzamel- en verzendpunt voor textielproducten van Twentse fabrikanten. De Regge werd echter alleen gebruikt tijdens het vaarseizoen, van november tot april, wat betekende dat de nieuwe doeken pas in het volgende vaarseizoen konden worden vervoerd. Deze beperkingen in het gebruik van de Regge hadden invloed op de logistiek en distributie van textielproducten vanuit Nijverdal en andere textielcentra in Twente.
De Regge 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Rol van de Regge in de Textielindustrie van Nijverdal
1. Waterkracht voor energie:

De Regge leverde waterkracht voor de textielfabrieken.
Watermolens langs de Regge dreven de machines aan die nodig waren voor de productie van textiel.
2. Transport van goederen:
De Regge diende als transportroute voor grondstoffen en afgewerkte producten.
Textielproducten konden gemakkelijk via de rivier worden vervoerd, wat de handel vergemakkelijkte.
3. Water voor industriële processen:
Water van de Regge werd gebruikt voor het reinigen van wol en later voor stoommachines.
Dit water ondersteunde de groei en ontwikkeling van de textielindustrie in Nijverdal.
Conclusie:
De aanwezigheid van de Regge was essentieel voor de opkomst en bloei van de textielindustrie in Nijverdal.
Waterkracht, transportmogelijkheden en water voor industriële processen waren cruciale factoren die de groei van de industrie mogelijk maakten.



Slide 29 - Tekstslide

Waterkracht voor energie: In de begindagen van de textielindustrie waren machines afhankelijk van waterkracht om te draaien. Langs de oevers van de Regge werden watermolens gebouwd die deze energie leverden aan de textielfabrieken. Het snelstromende water van de Regge werd gebruikt om de waterraderen van deze molens aan te drijven, waardoor machines konden werken. Dit was essentieel voor het aandrijven van spin- en weefmachines die nodig waren voor de productie van textiel.
Transport van goederen: Naast energievoorziening bood de Regge ook een transportroute voor grondstoffen en afgewerkte producten. Textielproducten konden gemakkelijk worden vervoerd naar andere steden en gebieden via de rivier, waardoor de handel werd vergemakkelijkt. Dit maakte het voor de textielindustrie mogelijk om uit te breiden en zich te ontwikkelen.
Water voor industriële processen: Naast het leveren van energie, was water ook nodig voor industriële processen zoals het reinigen van de wol en het aandrijven van stoommachines nadat deze werden geïntroduceerd. De Regge voorzag in deze behoefte aan water, wat de groei van de textielindustrie ondersteunde.
De aanwezigheid van de Regge maakte Nijverdal tot een aantrekkelijke locatie voor de vestiging van textielfabrieken. Het water bood niet alleen de noodzakelijke energie voor de productie, maar ook mogelijkheden voor transport en andere industriële behoeften. Daarom is de Regge nauw verbonden met de opkomst en bloei van de textielindustrie in Nijverdal.
Globalisering 
Globalisering is het doorgaande proces van internationale uitwisseling van mensen, goederen, geld, en informatie (zoals kennis en cultuur).

Door deze uitwisseling kreeg Nijverdal toegang tot een nieuwe markt en konden zij nieuwe technieken en innovaties overbrengen naar elkaar, waardoor zij nog beter en sneller konden produceren.


Slide 30 - Tekstslide

Toegang tot Grondstoffen en Markten: Dankzij globalisering hebben bedrijven in Nijverdal gemakkelijker toegang gekregen tot grondstoffen uit verschillende delen van de wereld. Dit betekent dat ze kunnen profiteren van goedkopere of kwalitatief betere materialen die elders worden geproduceerd. Bovendien kunnen ze hun producten op een wereldwijde markt aanbieden, waardoor hun afzetmarkt aanzienlijk wordt vergroot.
Technologische Innovaties en Kennisuitwisseling: Globalisering bevordert de uitwisseling van technologische innovaties en industriële kennis. De textielfabrieken in Nijverdal hebben hierdoor kunnen profiteren van de nieuwste technologieën en productiemethoden, die hun productiviteit en efficiëntie hebben verhoogd.
Concurrentie en Kostenreductie: Met de opkomst van globalisering is de concurrentie in de textielindustrie sterk toegenomen. Bedrijven in Nijverdal moeten concurreren met fabrikanten uit landen waar de productiekosten lager zijn, zoals in Azië en Afrika. Dit heeft ertoe geleid dat ze voortdurend op zoek moeten gaan naar manieren om hun kosten te verlagen en hun productkwaliteit te verbeteren om concurrerend te blijven.
Veranderingen in Arbeidsmarkten: Globalisering heeft ook geleid tot veranderingen in de arbeidsmarkt. De verschuiving van productie naar lagelonenlanden heeft geleid tot een vermindering van de werkgelegenheid in de traditionele textielindustrie in plaatsen zoals Nijverdal. Tegelijkertijd zijn er nieuwe kansen ontstaan in hoogwaardige textielproductie en innovatie, waar meer geavanceerde vaardigheden en kennis voor nodig zijn.
Duurzaamheid en Ethische Productie: Door de groeiende aandacht voor duurzaamheid en ethische productie, deels aangedreven door globalisering, worden textielbedrijven in Nijverdal gestimuleerd om duurzamer en ethischer te produceren. Dit omvat het gebruik van milieuvriendelijke materialen, energie-efficiënte productiemethoden en het zorgen voor goede arbeidsomstandigheden.
Culturele Invloeden en Mode: Globalisering heeft ook invloed gehad op de mode-industrie en consumentenvoorkeuren. Bedrijven in Nijverdal moeten zich aanpassen aan snel veranderende mode- en lifestyletrends die wereldwijd worden beïnvloed. Dit betekent dat ze flexibel moeten zijn en in staat moeten zijn om snel te reageren op nieuwe trends om relevant te blijven.
In het geval van de historische context van de textielfabriek van Thomas Ainsworth, kan worden gesteld dat Nijverdal destijds al een vroege vorm van globalisering ervoer. De oprichting van de fabriek en de technologische innovaties die Ainsworth introduceerde, waren beïnvloed door ontwikkelingen en kennis uit andere delen van Europa en de wereld. Deze vroege vormen van industriële globalisering legden de basis voor de groei en het succes van de textielindustrie in de regio.
In conclusie, globalisering heeft de textielindustrie in Nijverdal zowel uitdagingen als kansen geboden. Door zich aan te passen aan de dynamiek van een geglobaliseerde economie, kunnen textielbedrijven in Nijverdal blijven groeien en innoveren in een steeds competitievere wereldmarkt.