4.3 kan het sneller en beter?

4.3 
Kan het sneller en beter
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

4.3 
Kan het sneller en beter

Slide 1 - Tekstslide

4.3 Kan het sneller en beter?
Je leert in deze paragraaf:

  • Je weet wat technologische ontwikkelingen zijn
  • Je weet het verschil tussen mechanisatie en automatisering
  • Je weet wat arbeidsproductiviteit is
  • Je weet hoe de arbeidsproductiviteit kan toenemen
  • Je weet hoe je de afschrijving van een kapitaalgoed berekent

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

4.3 Kan het sneller en beter?
Door technologische ontwikkelingen gaan bedrijven anders produceren. Want het wordt makkelijker.


Er is hierbij een verschil tussen mechanisatie en automatisering:
Mechanisatie: machines nemen het zware werk van mensen over.
Automatisering: computers en computerprogramma’s sturen de productie aan.



Slide 4 - Tekstslide

4.3 Kan het sneller en beter?
De arbeidsproductiviteit is de hoeveelheid producten die een werknemer kan maken in een bepaalde tijd.

Hoe hoger de arbeidsproductiviteit, hoe lager de productiekosten.
Productiekosten (alle kosten die een bedrijf maakt om te kunnen produceren):
  • Grondstoffen
  • Huur
  • Personeel
  • Energie


Slide 5 - Tekstslide

4.3 Kan het sneller en beter
De machines die bedrijven kopen slijten en zijn daardoor steeds minder waard.
 

De jaarlijkse waardevermindering van een kapitaalgoed (machine) noem je de afschrijving.

Slide 6 - Tekstslide

Afschrijving
afschrijving per jaar = aanschafprijs : aantal gebruiksjaren

Slide 7 - Tekstslide

Ik koop een machine van €50.000. Na 4 jaar koop ik een nieuwe. Wat is de afschrijving per jaar?

Slide 8 - Open vraag

Bereken de afschrijving: Tim koopt voor €30.000,- een machine. Deze machine gaat 10 jaar mee.

Slide 9 - Open vraag

Wat is voor een bedrijf een gevolg van mechanisatie en automatisering? Kies 2 antwoorden.
A
Er zijn minder werknemers nodig om te produceren.
B
Met evenveel werknemers kun je meer produceren.
C
Met evenveel werknemers kun je minder produceren.
D
Er zijn meer werknemers nodig om evenveel re produceren.

Slide 10 - Quizvraag

Een mixer is een voorbeeld van automatisering of
mechanisering?
A
automatisering
B
mechanisering

Slide 11 - Quizvraag

Hoe zag je automatisering en mechanisatie terug in het filmpje? (Begin van de les)

Slide 12 - Open vraag

Vroeger

Productie met de hand.
Kostte vaak veel tijd.
Nu
Door:
Mechanisatie en 
Automatisering kan meer meer producten maken in dezelfde tijd.

De arbeidsproductiviteit is gestegen.

Slide 13 - Tekstslide

Arbeidsproductiviteit :
Het aantal producten: aantal werknemers

Slide 14 - Tekstslide

In een bedrijf worden 250 tassen gemaakt. Er werken 50 werknemers.
Hoeveel is de arbeidsproductiviteit?

Slide 15 - Open vraag