ch en cht

Woorden met 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Woorden met 

Slide 1 - Tekstslide

Regel
Hoor je na een korte klank /gt/ dan schrijf je /cht/ 
(behalve bij ligt, legt, zegt)

Slide 2 - Tekstslide

0

Slide 3 - Video

Wat zijn de korte klanken? typ ze allemaal

Slide 4 - Open vraag

Welke woorden met /cht/ ken je al?

Slide 5 - Woordweb

Pak je wisbordje
Schrijf de woorden die na een korte klank nog gewoon /gt/ hebben
timer
0:30

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide


A
vagt
B
vacht
C
facht
D
fagt

Slide 8 - Quizvraag


A
vlag
B
vlach

Slide 9 - Quizvraag


A
licht
B
ligt

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Het vorige plaatje was van een ....

Slide 12 - Open vraag


acht
agt

Slide 13 - Poll

Welke zin is goed?
A
Je hebt je prachtig aangekleed.
B
Je hebt je pragtig aangekleed.

Slide 14 - Quizvraag

Luister nu naar het instapdictee
Zet de woorden in je schrift.

Slide 15 - Tekstslide

Nakijken
1. ochtend
2. duwt
3. nieuwe
4. sproeier
5. sluwe
6. prachtig
7. dichterbij
8. gezicht

Slide 16 - Tekstslide