3.3.2 - Het Katholieke Geloof.

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 1

Het leven in een klooster.

Een les over het rooms-katholieke geloof en het leven in een klooster.

Wat gaan we doen vandaag?

1. Huiswerk bespreken.
   
2. Leerdoel.
   
3. Het katholieke geloof.
   
4. Het leven in het klooster.
   
5. Zelfstandig werken.
   
6. Afsluiting les.
   

Huiswerk bespreken

• Het huiswerk was 3.3.1 "Verspreiding van het Christendom" opdracht 1 t/m 7. 
  
• Open deze vragen op je laptop zodat deze gecontroleerd kunnen worden.
  
• Opdracht 13 bespreken we klassikaal.
  

1. Waren er opdrachten die onduidelijk of moeilijk waren?
   
2. Waren er begrippen die in de vorige les niet besproken waren?
   

Leerdoel

Aan het einde van de les kan jij in eigen woorden het leven van een monnik in een klooster omschrijven. 

Jij weet wat een monnik is

Jij weet wat een klooster is.

Jij weet wat het Katholieke geloof is.

Schrijf deze 2 begrippen op in je aantekeningen. Vul deze aan in de les als ze op het bord staan.

- Priester.

- Monnik.

Het Katholieke geloof

• Het katholieke geloof was het enige christelijke geloof in de vroege middeleeuwen en bepaalde het dagelijks leven van de mensen.
  
• De paus was het hoofd van de katholieke kerk en woonde in Rome. Hij bepaalde de regels van het geloof en had veel macht. Vandaar ook de naam "Rooms-katholiek". 
• Er zijn ook bischoppen, zij waren de geestelijke bestuurders van een groot (kerkelijk) gebied of regio. Zij stonden onder de paus maar besturen de priesters.
  
• Op ieder domein woonden ook een priester, dit was een geestelijke die kerkdiensten organiseerde en hen de bijbel voorlas. 

Waarom wordt iemand die katholiek is ook wel rooms-katholiek genoemd?

Het leven in een klooster.

• Een klooster was een afgesloten gemeenschap waar monniken of nonnen woonden. Ze leefden een eenvoudig en religieus leven.
  
• Monniken werkten, baden en lazen elke dag. Sommigen zorgden voor de tuin of maakten producten, anderen schreven belangrijke boeken over.
  
• Elke dag moest een monnik meerdere keren bidden, meestal op vaste tijden. Bidden was het belangrijkste onderdeel van hun dag.
  
• Monniken hielden zich ook bezig met het schrijven van teksten, zoals het overschrijven van Bijbels en oude boeken om kennis te bewaren. Omdat er geen scholen meer waren, waren monniken een van de weinige die nog konden lezen en schrijven!
  

Waarom waren monniken de enige die boeken konden overschrijven?

Zelfstandig werken

• Lees eerst de tekst van 3.3.2 "Het Katholieke geloof".
  
• Maak opdracht 10 t/m 15A Dit is huiswerk voor volgende week, als het niet af is krijg je een overschrijf opdracht.
  

1. Lezen en opdrachten maken doe je zelfstandig, dat betekend in je eentje, vragen mag je aan de docent stellen.
   
2. De eerste 5 minuten werk je alleen, dan beantwoord ik ook geen vragen, als je een vraag niet snapt sla hem over.
   
3. Na de eerste 5 minuten mag je vragen stellen door, steek je hand op dan kom ik er aan.
   

Afsluiting les.

• Zorg ervoor dat het huiswerk gemaakt is voor de volgende les, dit zal zoals gewoonlijk in Somtoday komen te staan.
  

1. Sluit tijd voor geschiedenis af en sluit LessonUp af.

2. Zorg ervoor dat je de opdracht hebt opgeslagen!

3. Doe je laptop op slaapstand en ruim je spullen op.

4. Controleer of jij je plek netjes achterlaat.

5. Als Mr. Oomen zegt dat het tijd is mogen jullie gaan.