Taal actief groep 7 thema 5 week 2

Wat betekent RUWWEG?
A
ver weg
B
precies
C
ongeveer
D
een straat
1 / 11
volgende
Slide 1: Quizvraag
TaalBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Wat betekent RUWWEG?
A
ver weg
B
precies
C
ongeveer
D
een straat

Slide 1 - Quizvraag

Wat is HET PROTOTYPE?
A
een robot
B
een proefmodel
C
iets dat al klaar is
D
een begin

Slide 2 - Quizvraag

Wat betekent EXACT?
A
heel precies
B
niet precies
C
ongeveer

Slide 3 - Quizvraag

Wat is functioneel?
A
Laten zien hoe iets werkt
B
Een proefmodel maken.
C
vernieuwend
D
Geschikt voor het doel.

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent RISICO?
A
De kans op geluk
B
De kans op een dag vrij
C
De kans op een prijs
D
De kans op gevaar en iets vervelends

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent INVENTIEF?
A
Overal een oplossing voor bedenken.
B
Gemakkelijk naar school fietsen.
C
Gemakkelijk je werk af maken.
D
Gemakkelijk een ontwerp maken.

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent: ' de spijker op de kop slaan'?
A
Je zegt helemaal niets.
B
Je zegt precies hoe het zit.
C
Je durft niet iets te zeggen.
D
Je praat met een spijker.

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent: 'iets of iemand uit het oog verliezen'?
A
Een oog verliezen.
B
Geen contact meer met iemand hebben.
C
Een oogje op iemand hebben.
D
Een bril opzetten tegen de zon.

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent INNOVATIEF?
A
Vernieuwend
B
Jong
C
Oud
D
Gek

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een GENIE?
A
Dat ben je zelf ;)
B
Iemand die iets niet goed kan.
C
Iemand die ergens bijzonder goed in is.
D
Dat is de juf :) :)

Slide 10 - Quizvraag

Wat vond je van deze quiz?
A
Makkelijk!
B
Leuk!
C
Nog een keer graag!
D
Niet meer doen!

Slide 11 - Quizvraag