In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Nieuwe media
&
oude media
Slide 1 - Tekstslide
Waarvoor gebruik jij internet?
Slide 2 - Open vraag
Welke sociale media gebruik jij graag?
Slide 3 - Open vraag
Media
Met media kun je informatie overbrengen naar één of meerdere personen. Denk aan een boek of een brief. Daarmee kun je informatie overbrengen naar iemand anders. Maar ook met de televisie of de radio breng je informatie over naar anderen. En natuurlijk met het internet.
Media is meervoud, het enkelvoud van media is 'medium'.
Slide 4 - Tekstslide
Massamedia
Als je met een bepaald soort medium informatie kunt overbrengen naar heel veel mensen tegelijk, noemen we dit medium ook wel een 'massamedium'.
Voorbeelden van massamedia zijn radio, televisie en websites.
Slide 5 - Tekstslide
Het verschil tussen oude en nieuwe media:
- voor nieuwe media is internet nodig, - voor oude media is geen internet nodig.
Slide 6 - Tekstslide
Wat is oude media?
A
radio
B
tijdschrift
C
Spotify
D
YouTube
Slide 7 - Quizvraag
Iedereen kan informatie op het internet zetten. Dit wordt niet gecontroleerd. Waarop moet je letten?
A
Dat je alleen informatie moet gebruiken van online tv, radio en kranten
B
dat je informatie van het internet nooit moet gebruiken
C
of de informatie wel betrouwbaar is
Slide 8 - Quizvraag
digit-vo.nl
Slide 9 - Link
Wat is internet?
A
De optelsom van alle computers op de wereld
B
De optelsom van alle verbonden computers op de wereld
C
De optelsom van alle verbonden computers in Amerika
Slide 10 - Quizvraag
Wie is de eigenaar van het internet?
A
Niemand
B
De regering
C
Google
Slide 11 - Quizvraag
digit-vo.nl
Slide 12 - Link
Waar of niet waar?
Sociale media zijn nieuwe media
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Waar of niet waar?
Voor sociale media heb je internet nodig
A
niet waar
B
waar
Slide 14 - Quizvraag
Kenmerken sociale media
iedereen berichten kan plaatsen;
er gereageerd kan worden op deze berichten;
berichten van anderen makkelijk gedeeld kunnen worden.
Slide 15 - Tekstslide
Kenmerk 1 Iedereen kan plaatsen
Om sociale media te gebruiken heb je een 'account' nodig.
Een account aanmaken is gratis.
Voor de meeste sociale media moet je wel 13 jaar zijn.
Slide 16 - Tekstslide
Hoe oud moet je zijn om Whatsapp te mogen gebruiken?
A
10 jaar
B
13 jaar
C
16 jaar
Slide 17 - Quizvraag
LET OP
wat door deze accounts op sociale media wordt geplaatst, wordt niet vooraf gecontroleerd. Je weet dus niet of de informatie klopt. Er kan dus ook onjuiste informatie op worden gezet. Soms per ongeluk, maar ook expres.
Slide 18 - Tekstslide
Kenmerk 2
Reacties
Op alle sociale media kunnen anderen reageren op de berichten. Dit kan niet bij de oude media, zoals kranten en radio.
Reageren kan door te 'liken' (duimpje omhoog of hartje). Je kan ook een berichtje plaatsen onder het bericht.
Slide 19 - Tekstslide
Kenmerk 3
Berichten van anderen delen
Op sociale media zoals Facebook, YouTube, Twitter en TikTok kunnen berichten makkelijk verder verspreid worden. Je kunt een bericht van iemand anders:
- op jouw profiel van dezelfde sociale media delen;
- op jouw profiel van een andere sociale media delen.
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Wat is waar?
A
Deze YouTube video kan gedeeld worden op instagram
B
Deze YouTube video kan gedeeld worden op Faccebook
C
Deze YouTube video kan gedeeld worden op Twitter
Slide 22 - Quizvraag
Reclame
Bedrijven gebruiken graag bekende Nederlanders om reclame te maken voor hun producten. Bekende mensen kunnen namelijk veel invloed hebben op hun fans.
Mensen die veel volgers (en invloed) hebben op sociale media, worden 'social influencers' genoemd. Social influencers worden door bedrijven gebruikt om online reclame te maken. Ook voor reclames die gericht zijn op kinderen.
Slide 23 - Tekstslide
digit-vo.nl
Slide 24 - Link
Welke stelling klopt als het gaat om reclame op YouTube?
A
Het mag alleen als duidelijk is dat het reclame is.
B
Het mag altijd
C
Het mag nooit
Slide 25 - Quizvraag
Sluikreclame
Sluikreclame - stiekem reclame maken
Oude media: regels --> deze staan in de mediawet. Hierin staat dat deze vorm van reclame verboden is --> boete
Sinds 2020 geldt de mediawet ook voor grote YouTube kanalen.
De mediawet geldt (nog) niet voor andere sociale media zoals Instagram en TikTok.
Slide 26 - Tekstslide
digit-vo.nl
Slide 27 - Link
Wat is sluikreclame?
A
Dat je een product aanbeveelt aan je volgers. Je krijgt daar geld voor van een bedrijf.
B
Dat je stiekem een product aanbeveelt aan je volgers. Je krijgt daar geld voor van een bedrijf.
Slide 28 - Quizvraag
Nep berichten
Op internet verschijnen regelmatig berichten die niet waar zijn. Dit kan per ongeluk gaan of ze worden expres verspreid. Als er expres nieuwsberichten worden verspreid die niet kloppen, dan noemen we dat 'desinformatie'.
Slide 29 - Tekstslide
Wat is waar?
A
Nepberichten worden altijd via internet verspreid.