Analyse gericht op patronen
‘We hebben nu een aantal keer gesproken over je werk. Het valt me op dat je de ene keer heel enthousiast bent en de andere keer juist erg moppert. Herken je dat?’
‘Ik hoor je zo vaak mopperen, dan weer over dit, dan weer over dat, heb je het hier nog wel naar je zin?’
‘Het valt me op dat telkens als je over je oma vertelt, je ogen beginnen te stralen.’