Herhalingslessen Criminaliteit

Herhalingsles: Criminaliteit
Risicofactoren
Criminaliteit theorieën
Beschermende factoren
Rode draad vragen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Herhalingsles: Criminaliteit
Risicofactoren
Criminaliteit theorieën
Beschermende factoren
Rode draad vragen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Risicofactoren
Psychische problemen of gedragsproblemen: Agressieve buien, lang storend gedrag vertonen tegenover docenten, ouders en vrienden
Een onveilige opvoeding: Vervelende stiefmoeder, geweld, het gevoel dat je ergens thuis bent ontbreekt
Drank- of drugsgebruik: Je bent verslaafd en hebt geld nodig om meer te kopen, of je bent onder invloed en weet niet meer wat je doet
Foute vrienden of groepsdruk: Vrienden geven het slechte voorbeeld of halen jou over om hetzelfde te doen
& Weinig (sociale) controle & Spanning en avontuur & Normvervaging

Slide 3 - Tekstslide

Theorie, een verklaring voor iets
Aangeleerd gedragstheorie = theorie die ervan uitgaat dat crimineel gedrag wordt aangeleerd in contact met mensen uit de eigen omgeving
Anomietheorie = criminaliteit ontstaat wanneer iemand de door de samenleving gestelde doelen wil halen maar deze niet kan halen
Bindingstheorie = hechte maatschappelijke bindingen verminderen criminaliteit
Etiketteringstheorie= wanneer de omgeving het etiket 'crimineel' op een persoonn drukt, gaat die persoon zich er ook naar gedragen
Neutraliseringstheorie= jongeren in groepen voelen zich niet verantwoordelijk voor hun gedrag en leggen de schuld niet bij zichzelf
Rationele-keuze-theorie= een misdrijf wordt gepleegd door een rationele keuze. Een afweging tussen de kosten en de baten

Slide 4 - Tekstslide

10

Slide 5 - Video

01:34
Wat voor risicofactor hoort hier bij?

Slide 6 - Open vraag

01:59
Wat voor risicofactor hoort hier bij?

Slide 7 - Open vraag

03:40
Kader: Wat voor theorie van criminaliteit hoort bij dit filmpje?

Slide 8 - Open vraag

04:27
Kader: Wat voor theorie van criminaliteit hoort bij dit gedeelte?

Slide 9 - Open vraag

04:56
Een moeder heeft geen geld en haar kinderen hebben honger. Ze steelt eten uit de supermarkt. Moet zij volgens jou gestraft worden zoals een ander die ook heeft gestolen?

Slide 10 - Open vraag

06:01
De rest van je leven schulden
OF
een overval plegen?
A
De rest van mijn leven schulden
B
Overval plegen

Slide 11 - Quizvraag

07:28
Overval plegen = Als iemand u met geweld of onder bedreiging van geweld dwingt om geld of spullen af te geven heet dat een overval of beroving. Dit kan u op straat, in uw woning of op uw werk overkomen. Het kan ingrijpend zijn om een overval of beroving mee te maken.

Op diefstal met geweld of bedreiging met geweld, (waar straatroof onder valt) staat een gevangenisstraf van maximaal 9 jaar of een geldboete tot €78.000. Wanneer een diefstal met geweld gepleegd wordt met 2 of meerdere personen, in de nacht of in een woning, dan wordt de maximale straf 12 jaar.

Wie van jullie hebben er thuis schulden?

Slide 12 - Tekstslide

08:48
Welke risicofactor wil zij voorkomen?

Slide 13 - Open vraag

11:13
Over welke theorie heeft hij het hier?

Slide 14 - Open vraag

12:49
Wat is jouw mening?
Criminaliteit is een keuze
A
Ja, criminaliteit is een keuze
B
Nee, criminaliteit is geen keuze

Slide 15 - Quizvraag

Beschermende factoren: Zorgen ervoor dat de kans op criminaliteit juist kleiner wordt

Slide 16 - Woordweb

Beschermende factoren
Het hebben van een baan of het volgen van onderwijs
Een relatie hebben of deel zijn van een hecht gezin
Beschikken over goede sociale vaardigheden

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht: Rode draad vragen
Zoek in je boek naar de juiste antwoorden op de volgende vragen:
Wat zijn de taken van de politie?
Wat voor bevoegdheden heeft de politie om dit te kunnen doen?
Wat doet een Officier van Justitie en wat voor mogelijkheden/keuzes heeft hij?
Wat is het strafrecht? En wat voor uitgangspunten heeft het strafrecht?
Wat voor verschillende rechters zijn er? En wat is het verschil?
Wat voor uitspraken kan een rechter doen? (Hoofdstuk 6)
Wat voor hoofdstraffen zijn er?
Wat is het verschil tussen een bijkomende straf en een maatregel?
Wat voor doel van straffen zijn er en wat betekenen ze?
Wat is de volgorde van de  3 rechterlijke instanties?








Slide 18 - Tekstslide