TL2-Freizeit-Aktivitäten HH woorden/gramm

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Inhalt der Stunde
  • Lernziele dieser Stunde 
  • Onze afspraken
  • Wiederholung: Wortschatzübungen 
  • Aufgaben dieser Woche 
  • Check der Lernziele 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

die CD
der Schal
das Taschentuch
die Zeitschrift
das Wörterbuch
das T-Shirt
der Reiseführer
die Zahnpasta
die Zahnbürste
das Shampoo
die Haarbürste
das Handtuch
die Socken
der Teddybär

Slide 6 - Sleepvraag

Vertaal:
Andreas fährt Skateboard.

Slide 7 - Open vraag

Vertaal:
Andreas sieht den Teddybär.

Slide 8 - Open vraag

Vertaal:
Andreas und ich lesen den Reiseführer.

Slide 9 - Open vraag

ich fahre
du fährst
du liest
ich lese
du siehst
jij rijdt
jij ziet
jij leest
ik lees
ik rijd

Slide 10 - Sleepvraag

Slide 11 - Tekstslide

Vul de juiste vorm in:
Andreas _______ (lesen) gerne Comics.
A
lese
B
liest
C
lesen
D
lest

Slide 12 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:
Er ______ (lesen) nicht gerne Romane.
A
lese
B
liest
C
lesen
D
lest

Slide 13 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:
Andreas und ich ______ (lesen) Magazine.
A
lese
B
liest
C
lesen
D
lest

Slide 14 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:
Ich ______ (schlafen).
A
schlafe
B
schläfst
C
schlafen
D
schlaft

Slide 15 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:
Andreas ______ (schlafen) mit seinem Teddybär.
A
schlafe
B
schläft
C
schlafen
D
schlaft

Slide 16 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:
Andreas und ich ______ (schlafen).
A
schlafe
B
schläfst
C
schlafen
D
schlaft

Slide 17 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:
Ich ______ (sprechen) Deutsch.
A
spreche
B
sprichst
C
sprechen
D
sprecht

Slide 18 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:
Andreas, du ______ (sprechen) Deutsch!
A
spreche
B
sprichst
C
sprechen
D
sprecht

Slide 19 - Quizvraag

Opdracht:
Maak een zin met de volgende woorden. Je moet de werkwoorden in de juiste volgorde zetten:
hat - ein Wörterbuch - Andreas

Slide 20 - Open vraag

Opdracht:
Maak een zin met de volgende woorden. Je moet de werkwoorden in de juiste volgorde zetten:
Andreas - seinen Teddybär - sieht

Slide 21 - Open vraag

Opdracht:
Maak een zin met de volgende woorden. Je moet de werkwoorden in de juiste volgorde zetten:
eine Reiseführer von Wien - liest - du

Slide 22 - Open vraag

Opdracht:
Maak een zin met de volgende woorden. Je moet het werkwoord in de juiste vorm zetten:
Andreas - lesen - einen Reiseführer.

Slide 23 - Open vraag

Opdracht:
Maak een zin met de volgende woorden. Je moet het werkwoord in de juiste vorm zetten:
Andreas und ich - fahren - Skateboard

Slide 24 - Open vraag

Opdracht:
Maak een zin met de volgende woorden. Je moet het werkwoord in de juiste vorm zetten:
Andreas - sehen - seine Zahnbürste und seine Zahnpasta

Slide 25 - Open vraag

Opdracht:
Maak een zin met de volgende woorden. Je moet het werkwoord in de juiste vorm zetten:
Ich - lesen - eine Zeitschrift.

Slide 26 - Open vraag

Opdracht:
Maak een zin met de volgende woorden. Je moet het werkwoord in de juiste vorm zetten:
Andreas und ich - schlafen - um 10 Uhr.

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

Aufgaben dieser Woche
  • Werkboekje Andreas: Aufgaben 1 t/m 10 
  • Keuze-opdracht Andreas > resultaat inleveren in Magister. 

Slide 29 - Tekstslide