Grammatica: taalkundig ontleden 2
1 / 25
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Kies de juiste woordsoort.
Roos wast haar haar met shampoo.
A
Zelfstandig naamwoord (zn)
B
Voorzetsel (vz)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
Bijwoord (bw)
Slide 2 - Quizvraag
Lady Gaga heeft een nieuwe plaat uitgebracht.
Hoeveel zelfstandig naamwoorden tel je?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 3 - Quizvraag
Hoeveel lidwoorden tel je?
Dat meisje had van haar oma één snoepje gekregen voor de leuke tekening en het mooie gedicht.
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 4 - Quizvraag
Kies de juiste woordsoort.
Mijn kater is vorige week gecastreerd.
A
Zelfstandig werkwoord (zww)
B
Hulpwerkwoord (hww)
Slide 5 - Quizvraag
Kies de juiste woordsoort.
Morgen ga ik samen met mijn vriend zwemmen in de zee.
A
Zelfstandig werkwoord (zww)
B
Hulpwerkwoord (hww)
Slide 6 - Quizvraag
Kies de juiste woordsoort.
De waterkoker moet regelmatig worden ontkalkt met azijn.
A
Zelfstandig werkwoord (zww)
B
Hulpwerkwoord (hww)
Slide 7 - Quizvraag
Kies de juiste woordsoort.
Vader kan heel goed
pannenkoeken bakken.
pannenkoeken bakken.
A
Zelfstandig werkwoord (zww)
B
Hulpwerkwoord (hww)
Slide 8 - Quizvraag
Kies de juiste woordsoort.
De leerlingen hebben goed geleerd voor hun moeilijke toets.
A
Zelfstandig naamwoord (zn)
B
Voorzetsel (vz)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
Slide 9 - Quizvraag
Noteer de bezittelijke voornaamwoorden.
Mijn zoons zijn heel sportief en hun voetbalteams winnen bij iedere wedstrijd.
Mijn zoons zijn heel sportief en hun voetbalteams winnen bij iedere wedstrijd.
Slide 10 - Open vraag
Noteer de persoonlijke voornaamwoorden.
Heeft u misschien ergens mijn telefoon gezien? Ik ben hem namelijk kwijt.
Heeft u misschien ergens mijn telefoon gezien? Ik ben hem namelijk kwijt.
Slide 11 - Open vraag
Kies de juiste woordsoort.
Gelukkig mag ik straks weer naar huis.
A
Zelfstandig werkwoord (zww)
B
Zelfstandig naamwoord (zn)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
Voorzetsel (vz)
Slide 12 - Quizvraag
Hoeveel bijvoeglijk naamwoorden (bn) tel je?
De rode auto heeft een grote, diepe deuk in het beschadigde portier.
De rode auto heeft een grote, diepe deuk in het beschadigde portier.
Slide 13 - Open vraag
Hoeveel zelfstandig naamwoorden (zn) tel je?
Mijn beste vriend Vincent en ik gaan twee keer per maand uit eten in Goes.
Mijn beste vriend Vincent en ik gaan twee keer per maand uit eten in Goes.
Slide 14 - Open vraag
Kies de juiste woordsoort.
De les Nederlands valt vandaag uit, want de leraar is ziek.
A
Bijvoeglijk naamwoord
B
Hulpwerkwoord (hww)
C
Zelfstandig werkwoord (zww)
D
Zelfstandig naamwoord
Slide 15 - Quizvraag
Hoeveel voorzetsels staan er in onderstaande zin?
Na de gymles op school kleden de leerlingen zich altijd snel om.
Na de gymles op school kleden de leerlingen zich altijd snel om.
Slide 16 - Open vraag
Kies de juiste woordsoort.
Deze kok heeft loempia’s met verschillende Aziatische smaken bedacht.
A
Zelfstandig werkwoord (zww)
B
Hulpwerkwoord (hww)
Slide 17 - Quizvraag
Kies de juiste woordsoort.
Deze kok heeft
loempia’s met verschillende Aziatische smaken bedacht.
A
Zelfstandig werkwoord (zww)
B
Hulpwerkwoord (hww)
Slide 18 - Quizvraag
Noteer de bijvoeglijke naamwoorden.
Van oude boterhammen kun
je heerlijke tosti's maken.
Van oude boterhammen kun
je heerlijke tosti's maken.
Slide 19 - Open vraag
Kies de juiste woordsoort.
Archeologen hebben
een bijzondere vondst gedaan
in het Italiaanse Pompeï
A
Zelfstandig werkwoord (zww)
B
Hulpwerkwoord (hww)
C
Zelfstandig naamwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 20 - Quizvraag
Kies de juiste woordsoort.
Archeologen hebben
een bijzondere vondst gedaan
in het Italiaanse Pompeï
A
Zelfstandig werkwoord (zww)
B
Hulpwerkwoord (hww)
C
Zelfstandig naamwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 21 - Quizvraag
Kies de juiste woordsoort.
Volgens mij word jij beïnvloed door jouw vrienden.
A
Pers. voornaamwoord
B
Bez. voornaamwoord
Slide 22 - Quizvraag
Kies de juiste woordsoort.
Archeologen hebben
een bijzondere vondst gedaan
in het Italiaanse Pompeï
A
Zelfstandig werkwoord (zww)
B
Hulpwerkwoord (hww)
C
Zelfstandig naamwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 23 - Quizvraag
Kies de juiste woordsoort.
Volgens mij word jij beïnvloed door jouw vrienden
A
Pers. voornaamwoord
B
Bez. voornaamwoord
Slide 24 - Quizvraag
Kies de juiste woordsoort.
Volgens mij word jij beïnvloed door jouw vrienden
A
Pers. voornaamwoord
B
Bez. voornaamwoord
