In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
Maak de startopdracht in je boek
Woordenschat blz. 144
Slide 1 - Tekstslide
Welkom bij Nederlands!
Todo:
liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?
Op tafel heb je liggen:
lesboek
schrift
pen
Slide 2 - Tekstslide
Wat gaan we deze les doen
Uitleg H6 WS: oude naamvallen
Opdrachten maken.
Slide 3 - Tekstslide
Je kunt:
oude naamvallen herkennen en gebruiken.
Doel
Slide 4 - Tekstslide
Bespreken huiswerk
Iedereen:
H5 (blz. 144) WS: opdrachten 5 en 6
VWO
kopie (VWO-boek):
H5 WS: opdracht 7
Slide 5 - Tekstslide
Maak de startopdracht
Waar? H6, bladzijde 174.
Hoe? Maak in duo's (als je naast iemand zit).
timer
3:00
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Oude naamvallen
In het Duits leren jullie over de naamvallen.
In het huidige Nederlands zijn ze na de Tweede Wereldoorlog afgeschaft, maar er zijn nog sporen van.
Ze bestaan tegenwoordig alleen nog in versteende uitdrukkingen als:
Slide 9 - Tekstslide
Oude naamvallen
Voorbeelden:
ter aarde, ter plaatse, ter grootte van, te zijner tijd, in levende lijve, ten faveure van, mijns inziens en in de naam der wet, uit den boze, en nog veel meer.
Slide 10 - Tekstslide
Welke voorbeelden van oude naamvallen weet je nog meer?
Slide 11 - Open vraag
Nog een paar voorbeelden
des ochtends= 's ochtends (in de ochtend)
In de loop der eeuwen= in de loop van de eeuwen
ten strengste verboden= echt niet toegestaan
ter controle = om te controleren, onderzoeken
ten val brengen = iemand neerhalen
Slide 12 - Tekstslide
Wat:
Maken:
H6 WS (blz. 174): Opdracht 1
Hoe: Alleen of samen met je buurman of buurvrouw.
Klaar?
Ga verder met opdrachten 2 en 3
Hulp nodig?
Kijk naar het stoplicht
rood:stil!
Vraag het de docent als
je het echt niet meer weet.
geel:fluisterniveau
Overleg met diegene naast je
groen: fluisterniveau
Overleg met diegene naast je of vraag het
de docent
Aan het werk!
timer
10:00
Slide 13 - Tekstslide
Maken:
H6 WS (blz. 174): Opdracht 1
Hoe:
Alleen of samen met je buurman of buurvrouw.
Klaar?
Ga verder met opdrachten 2 en 3
Vwo: extra opdracht:
Kies vier woorden of zinsgedeelten met oude naamvallen uit opdracht 1 en vier uit opdracht 2. Maak met elk een zin waaruit de betekenis duidelijk blijkt.
timer
10:00
Slide 14 - Tekstslide
Ik kan oude naamvallen herkennen en gebruiken.
đđđđđ
Slide 15 - Poll
Je kunt:
oude naamvallen herkennen en gebruiken.
Doel
Slide 16 - Tekstslide
Huiswerk
Donderdag 17 april
Maken:
H6 WS (blz. 174): opdrachten 1 t/m 3.
Vwo: extra opdracht:
Kies vier woorden of zinsgedeelten met oude naamvallen uit opdracht 1 en vier uit opdracht 2. Maak met elk een zin waaruit de betekenis duidelijk blijkt.