H2 par. 5 De NL bevolking

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

H2 Herhaling



Zijn de volgende stellingen
goed of fout?

Slide 2 - Tekstslide

Cultuur is de manier waarop een groep mensen samenleeft.
A
Goed
B
Fout

Slide 3 - Quizvraag

Arme landen hebben grote gezinnen, omdat dat meer aanzien geeft.
A
Fout
B
Goed

Slide 4 - Quizvraag

Emigranten zijn mensen die op vakantie gaan in het buitenland.
A
Goed
B
Fout

Slide 5 - Quizvraag

Sociale bevolkingsgroei zijn de geboortes min de sterfgevallen in een land.

A
Fout
B
Goed

Slide 6 - Quizvraag

Een push-factor is bijvoorbeeld een natuurramp.
A
Goed
B
Fout

Slide 7 - Quizvraag

Verspreiding en vermenging van cultuurelementen gebeurd ook door massamedia.

A
Goed
B
Fout

Slide 8 - Quizvraag

Sinterklaas is een voorbeeld van amerikanisering.
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quizvraag

De wereld kun je indelen in 7 cultuurgebieden.
A
Fout
B
Goed

Slide 10 - Quizvraag

2.5 De Nederlandse bevolking

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen par. 5
  • Je begrijpt hoe en waarom de leeftijdsopbouw in Nederland verandert;
  • Je weet waar in Nederland de meeste mensen wonen en waar de bevolking groeit en afneemt;
  • Je weet wat regionale verschillen, binnenlandse migratie en vergrijzing betekent;
  • Je kunt kaarten en grafieken over de bevolking in Nederland lezen.

Slide 12 - Tekstslide

0

Slide 13 - Video

Opbouw NL bevolking
Bevolkingstoename door:
  • geboorteoverschot (geboorte > sterfte)
  • positief migratiesaldo (immigranten > emigranten)
  • vergrijzing (toename aantal ouderen)

Slide 14 - Tekstslide

=> Waardoor nam het geboortecijfer in Nederland toe vanaf 1900?

  • aanleg riolering
  • toename medische kennis
  • betere voeding
  • optimisme (na Tweede                                      Wereldoorlog)

Slide 15 - Tekstslide

=> Wonen in NL overal evenveel mensen?
  • Nee, binnen Nederland zijn grote regionale verschillen.
  • Bijna 9 op de 10 NL-ers woont in een stad.

Slide 16 - Tekstslide

=> Waar wonen de meeste mensen en waarom daar?

  • Randstad (westen)                = Amsterdam / Rotterdam /     Den Haag / Utrecht
  • Bijna de helft van de NL-bevolking woont daar
  • Meeste werk te vinden => binnenlandse migratie

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk
  • Leren par 2.5
  • Maken par. 2.5 opdr. 3,4a,5,6b,7

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoelen par. 5
  • Je begrijpt hoe en waarom de leeftijdsopbouw in Nederland verandert;
  • Je weet waar in Nederland de meeste mensen wonen en waar de bevolking groeit en afneemt;
  • Je weet wat regionale verschillen, binnenlandse migratie en vergrijzing betekent;
  • Je kunt kaarten en grafieken over de bevolking in Nederland lezen.

Slide 19 - Tekstslide

Doei, Bye, Ciao, Hasta la vista!

Slide 20 - Tekstslide