3.0 / 5.1 - Oriëntatie Op stoom / Fabrikanten en arbeiders

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 2

quiz.ntr.nl

Oriëntatie

Burgers en stoommachines

3.0 / 5.1

Leerdoelen

Aan het eind van deze les kun je:

• Je kan vertellen hoe de wereld eruit zag in de negentiende eeuw.
• Je hebt een beeld van het tijdvak burgers en stoommachines. 

Wat gaan we doen vandaag?

-  Snelle uitleg tijdsbeeld 

- Video 

- Oefenen met spotprenten 

- Controlevragen 

- Zelfstandig werken 

Tijdvak van burgers en stoommachines

1800 - 1900

Hoofdstuk 3: Op stoom

- 19e eeuw (?)

- Veranderingen in de industrie 

- Sociale verschillen

- Recht om te stemmen 

- Grondstoffen uit Afrika en Azië

Oefenen met spotprenten

Wat is een spotprent? 

Spotprent

Wat is dat?

Eigenaar van een fabriek

1. Wat zie je?

Eigenaar van een fabriek

1. Noem 3 voorbeelden waaraan je dat kunt zien

2. Wat wil de tekenaar duidelijk maken?

3. Waarom wrijft hij in zijn handen?

1. Wat vinden deze twee ondernemers van de stakende arbeiders?

2. Waarom moet er volgens hen op de arbeiders geschoten worden?

- Ik weet waarachtig niet wat ik met mijn oudste zoon moet beginnen. Hij is zo stom als een ezel.

- Laat hem maar officier in het leger worden. Om op dat tuig van stakers te laten schieten, zal hij altijd wel verstand genoeg hebben.

De fabrikant:

'De vorige maand heb je vijf volle dagen vrij gehad om te bevallen, nou moet je al weer een dag weg om het jong onder den grond te stoppen, waar gaat het op die manier met mijn zaken heen?'

1. Wat is hier voorgevallen?

2. Waarom is de reactie van de fabrikant zo gemeen?

De fabrikant:

'De vorige maand heb je vijf volle dagen vrij gehad om te bevallen, nou moet je al weer een dag weg om het jong onder den grond te stoppen, waar gaat het op die manier met mijn zaken heen?'

Industriële revolutie

Wat was geen oorzaak van de industriële revolutie?

1. Ontwikkeling machines
2. Winstgevende handel
3. Belgische hulp
4. Grondstoffen en plantageproducten

Wat is de industriële revolutie?

1. De overgang van jagen en verzamelen naar de landbouw
2. De trek van het platteland naar de stad
3. De overgang van werken met de hand naar werken met machines
4. Grote groepen arbeiders die in fabrieken werken.

De industriële revolutie is .....

1. Een gebeurtenis
2. Een persoon
3. Een verschijnsel
4. Een ontwikkeling

Deze les gaat over de industriële revolutie.

Wanneer was de industriële revolutie?

1. In de 18e eeuw
2. In de 19e eeuw
3. In de 20e eeuw
4. In de 21e eeuw

De industriële revolutie

1. had grote gevolgen voor de hele samenleving
2. bleef beperkt tot de steden
3. waren veranderingen in productiemethoden
4. had vooral betrekking op industriearbeiders

wat betekent "Industriele Revolutie"?

1. verandering in de manier van denken
2. verandering van manier om met werknemers om te gaan
3. verandering van de manier van produceren
4. grote verandering in korte tijd

Zelfstandig werken

Rood: Stilte, geen vragen 

Oranje: Stilte, steek je hand op om vragen te stellen 

Groen: Rustig overleggen mag, hand opsteken om vragen te stellen

quiz.ntr.nl