In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Woensdag 3 feb 12:00 - 13:00
Toets leesvaardigheid les 40, 41, 53, 54, 66 & 67
De aankomende lessen gaan we herhalen!
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
https:
Slide 5 - Link
Welke w/h vragen kun je stellen over de tekst 'Basisscholen open..'
Slide 6 - Open vraag
Wat is goed aan een samenvatting?
A
Het onderwerp komt goed naar voren
B
Er worden veel details genoemd
C
Bijzaken vermelden
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Hoe heb ben je achter de betekenis van passé gekomen?
A
Niet, ik lees gewoon verder
B
Opzoeken
C
De afbeelding bekijken
D
Vooruit/teruglezen, je leest een tegenstelling
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Sociale media zijn tegenwoordig mega populair. Deze vriendschapsnetwerken nemen het leven van jongeren over. Hoe ben je achter de betekenis van sociale media gekomen?
Slide 25 - Open vraag
Noem twee manieren hoe je achter de betekenis van een woord kunt komen.
Slide 26 - Open vraag
Wat is een retorische vraag? (uitleg)
Slide 27 - Open vraag
Voorbeelden retorische vragen
Slide 28 - Woordweb
Wat is ironie? (uitleg)
Slide 29 - Open vraag
Voorbeelden ironie
Slide 30 - Woordweb
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Herhaling K3 les 53, 54, 66 en 67
- 12:00 in de Teams
- Zorg dat je op je computer/laptop zit
- Volgende week: Mevrouw van der Valk
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Welk synoniem wordt gebruikt voor het woord asteroïde?
Slide 35 - Open vraag
Haal een moeilijk woord uit de tekst. Hoe ben je achter de betekenis gekomen?
Slide 36 - Open vraag
Het antwoord op een retorische vraag ligt voor de hand.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 37 - Quizvraag
Slide 38 - Tekstslide
Retorische vraag uit de tekst: 'Mijn grootste ergernissen tijdens concerten.'
Slide 39 - Open vraag
Ironie in de tekst: 'Mijn grootste ergernissen tijdens concerten.'
Slide 40 - Open vraag
Stel je voor dat je iemand met volle kracht een sneeuwbal tegen je hoofd gooit. Bedenk een retorische vraag en een zin met ironie waarmee je zou kunnen reageren:
Slide 41 - Open vraag
Slide 42 - Tekstslide
Wat zijn online streamingdiensten?
Slide 43 - Open vraag
Maak van zin 1 meerdere korte zinnen
Slide 44 - Open vraag
We maken het oefenblad van les 67
De opdracht staat in de chat.
Zo'n soort opdracht kun je ook in de toets verwachten.