Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
wo 25 nov 2020
Mittwoch, : der fünfundzwanzigste November
Ziel: Ik weet welke soorten voorzetsels er zijn en kan een tekst begrijpen uit een boek
herhaling Präpositionen und Fälle
lezen in der Nussknacker
Aussprache: s, sch, z, β: K3 L2:2,3
selbständig arbeiten
Hausaufgaben: Zie
werkwijzer+ leerdoelenkaart+ Wörterliste!
1 / 30
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
30 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
11 videos
.
Lesduur is:
120 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Mittwoch, : der fünfundzwanzigste November
Ziel: Ik weet welke soorten voorzetsels er zijn en kan een tekst begrijpen uit een boek
herhaling Präpositionen und Fälle
lezen in der Nussknacker
Aussprache: s, sch, z, β: K3 L2:2,3
selbständig arbeiten
Hausaufgaben: Zie
werkwijzer+ leerdoelenkaart+ Wörterliste!
Slide 1 - Tekstslide
hierna alles wat hoort bij déze les
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Video
hierna komen de uitlegvideo's/ plaatjes van vorige lessen om terug te kijken
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Slide 7 - Video
Slide 8 - Video
welke vraag heb je over de planning van deze periode
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Slide 15 - Video
jij reist in het Duits is:
A
du reisst
B
er reisst
C
er reist
D
du reist
Slide 16 - Quizvraag
hij werkt in het Duits is:
A
du arbeitest
B
er arbeitt
C
er arbeitet
D
ich arbeite
Slide 17 - Quizvraag
hij werkt in het Duits is:
A
du arbeitest
B
er arbeitt
C
er arbeitet
D
ich arbeite
Slide 18 - Quizvraag
zij werken in het Duits is:
A
sie arbeiten
B
Sie arbeiten
C
Sie arbeitet
D
sie erbeitet
Slide 19 - Quizvraag
jullie maken schoon in het Duits is:
A
ihr putzen
B
Ihr putsen
C
ihr putzt
D
ihr putst
Slide 20 - Quizvraag
jullie zijn top in het Duits is:
A
ihr seit super
B
Ihr seit toll
C
ihr seid blöd
D
ihr seid super
Slide 21 - Quizvraag
haben en sein zijn regelmatige werkwoorden
A
ja
B
nee
Slide 22 - Quizvraag
haben en sein zijn belangrijk. Waarom?
A
ze komen vaak voor
B
ze zijn makkelijk
C
het zijn zwakke werkwoorden
D
het zijn hulpwerkwoorden
Slide 23 - Quizvraag
Op vijftien juli
A
am fünfzehnten Juli
B
in fünfzehnte Juli
C
am fünfzehnte Juli
D
in fünfzehnten Juli
Slide 24 - Quizvraag
op 1 mei
A
am eins Mai
B
in einen Mai
C
am einen Mai
D
am ersten Mai
Slide 25 - Quizvraag
welk onderwerp heb je nog vragen over?
Slide 26 - Open vraag
Slide 27 - Video
Slide 28 - Video
Slide 29 - Video
0
Slide 30 - Video
Meer lessen zoals deze
wo 2 nov 2020
November 2020
- Les met
25 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
wo 2 dec 2020
December 2020
- Les met
34 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
wo 9 dec 2020
December 2020
- Les met
37 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
ma 9 nov 2020
November 2020
- Les met
21 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
vrij 25 sep 2020
September 2020
- Les met
24 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
do 26 nov 2020
November 2020
- Les met
25 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
do 12 okt 2020
November 2020
- Les met
21 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
vrij 21 nov 2020
November 2020
- Les met
27 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3