present perfect

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Les doel
Je weet welke tijd wordt bedoelt met de present perfect.
Hoe je de present perfect maakt en toepast.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat ken je al?
Je maakt het voltooid deelwoord door:
Bij regelmatige werkwoorden eindigt
het voltooid deelwoord (past participle) in het Engels op –ed.  Denk aan de regels in de verleden tijd (past simple).
  •  to trip – has/have tripped
  •  to bake – has/have baked
Bij van onregelmatige werkwoorden moet je de vorm uit je hoofd leren. In de lijst onregelmatige werkwoorden is dit het 3e rijtje.
  •  to be – has/have been
  •  to make – has/have made
  •  to give – has/have given



Slide 6 - Tekstslide

Present Perfect


Signaalwoorden voor de present perfect zijn:

  • always
  • never
  • ever
  • for
  • since
  • how long


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Maak present perfect:
I ..... eaten an apple.
A
have
B
has

Slide 9 - Quizvraag

Maak present perfect:
Peter ......... told a joke.
A
have
B
has

Slide 10 - Quizvraag

Vul de present perfect in:
Martha..... her homework. (finish)

Slide 11 - Open vraag

Present Perfect:
1. I _____________ my homework yet.
A
have finish
B
has finished
C
did finished
D
haven't finished

Slide 12 - Quizvraag

Present Perfect:
5. I __________ a teacher since 2002.
A
was
B
have be
C
have been
D
had be

Slide 13 - Quizvraag

is het al afgelopen?
nee
present perfect
(have/has volt dw)
ja
staat er in de zin
wanneer het is
gebeurd?
ja
past simple
nee
present perfect
(have/has volt dw)

Slide 14 - Tekstslide

het is nog niet afgelopen               present perfect
het is wel afgelopen                past simple     
He has played fortnite for three hours
he played fortnite yesterday

Slide 15 - Tekstslide