Communicatie

Ondernemend Gedrag 
Communicatie
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WerknemersvaardighedenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Ondernemend Gedrag 
Communicatie

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les:

  • weet je wat communiceren is;
  • heb je geoefend met communiceren.

Slide 2 - Tekstslide

BETEKENIS
Communiceren is informatie uitwisselen, dus informatie geven en krijgen.
Communicatie is tweerichtingsverkeer.

Goede communicatie is je boodschap goed overbrengen en luisteren naar de mensen om je heen.

Dit is belangrijk om goed te kunnen samenwerken met collega’s en met je leidinggevende.


Slide 3 - Tekstslide

Bij alle vormen van communicatie kun je het verschil maken tussen:

Slide 4 - Tekstslide

Eenzijdige communicatie
Eenzijdige communicatie is er sprake van eenrichtingsverkeer  in de communicatie. Je ontvangt een boodschap, maar je kunt er niet op reageren.




Bijvoorbeeld:
  • Reclamespotje op de radio
  • Je leest een brief dat een collega heeft achtergelaten
  • Je leest op een briefje op de deur dat de winkel gesloten is

Slide 5 - Tekstslide

Tweezijdige communicatie
Tweezijdige communicatie kun je zowel zender als ontvanger zijn. Je voert dus een gesprek.






Bijvoorbeeld:
  • Je vraagt aan de balie van de bank een nieuwe rekening aan
  • Je belt de bioscoop om een kaartje te reserveren
  • Je bent aan het Whatsappen met een vriend

Slide 6 - Tekstslide

Mondelinge communicatie
Mondelinge communicatie = communicatie met gesproken woorden. (verbale communicatie)



Voorbeelden mondelinge communicatie:
  • Je onderhandelt met je chef over verhoging van je loon
  • Via de geluidsinstallatie wordt omgeroepen dat een bezoeker zijn autolichten aan heeft laten staan

Slide 7 - Tekstslide

VERBALE EN NON-VERBALE COMMUNICATIE

Verbaal: met woorden
Non-verbaal: zonder woorden

Bekijk het filmpje over verschillende soorten non-verbale communicatie

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Miscommunicatie, ruis
Intern: je bent met je gedachten ergens anders tijdens een gesprek of les

Extern: geluiden van buitenaf zoals auto's, muziek, trams, schreeuwende kinderen

Slide 11 - Tekstslide

Miscommunicatie, ruis

Slide 12 - Tekstslide

Hoe ontstaat ruis?
Zender
  • De zender kan storing in de communicatie veroorzaken door:
  • onduidelijk te praten, bijvoorbeeld te zacht, mompelend of stotterend.
  • een verkeerde kant op te praten.
  • de boodschap onduidelijk onder woorden te brengen.
  • 2 boodschappen tegelijk over te brengen. Hij zegt bijvoorbeeld dat hij vrolijk is, maar hij kijkt daarbij verdrietig. De ontvanger weet nu niet welke boodschap hij moet geloven: de verbale boodschap (vrolijk) of de non-verbale boodschap (verdrietig).

Ontvanger
  • De ontvanger kan een storing in de communicatie veroorzaken door:
  • de boodschap niet goed te kunnen horen.
  • de boodschap verkeerd te begrijpen.
  • te veel te letten op wat de zender zegt en niet op wat de zender non-verbaal uitzendt.
  • niet goed te luisteren: vaak pikt een luisteraar alleen datgene op wat hijzelf belangrijk vindt.

Slide 13 - Tekstslide

Hoe ontstaat ruis?
Omgeving of hulpmiddel
  • De omgeving of het hulpmiddel kan ook een storing in de communicatie veroorzaken. Zo kan een lawaaiige omgeving ervoor zorgen dat je iemand niet goed kunt verstaan. Je bent bijvoorbeeld met iemand aan het bellen en je buurman is aan het boren. Het zal in dat geval moeilijk zijn om degene met wie je belt, goed te verstaan.
  • Ook hulpmiddelen kunnen voor storing in de communicatie zorgen. Als je iemand op zijn mobiele telefoon belt, kan het voorkomen dat de verbinding wegvalt of kraakt. Het is in dat geval ook moeilijk om elkaar goed te verstaan.

Slide 14 - Tekstslide

STELLING
'Als ik vrolijk op mijn werk verschijn, zie ik dat anderen ook vrolijk worden'

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

MILAN MELDT ZICH ZIEK
Milan (16) meld zich ziek voor debuut, scoort winnende goal....en wordt ontslagen..


Wat vind jij hiervan?

Slide 17 - Tekstslide

Wat had Milan beter kunnen doen?

Slide 18 - Tekstslide

Schriftelijke communicatie
Schriftelijke communicatie = communicatie met geschreven woorden.



Voorbeelden schriftelijke communicatie:
  • Je hebt via WhatsApp contact met een vriend die op vakantie is
  • Op het mededelingenbord op het station lees je dat jouw trein 10 minuten vertraging heeft

Slide 19 - Tekstslide

Gesprekstechnieken
Een belangrijke vorm van communicatie is het gesprek. Bij het voeren van gesprekken is het handig als je een aantal gesprekstechnieken kunt gebruiken. Daarmee verhoog je de kans dat je elkaars boodschap goed begrijpt. Voorbeelden van gesprekstechnieken die je kunt toepassen, zijn:
  • Goed luisteren
  • Stilte
  • Vragen stellen (open/ gesloten vragen)
  • Reageren
  • Samenvatten

Slide 20 - Tekstslide

Gesloten vs open vragen

Slide 21 - Tekstslide

AFSLUITING
Dit is het einde van de les.

Nu:
weet je wat communiceren is;
heb je geoefend met communiceren.

Je gaat nu aan de slag met de opdrachten voor in je map

Slide 22 - Tekstslide