In deze les zitten 24 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Waar denk je aan bij 'teken- en beeldtaal'?
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Oudste tekentaal
Slide 5 - Tekstslide
Oudste tekentaal
Prehistorie
De mens maakte al tekeningen en schilderingen voordat het schrift was uitgevonden.
Bizons, paarden en herten in zwart, geel en rood.
In sommige grotten heeft men afbeeldingen van volledige jachttaferelen gevonden.
Slide 6 - Tekstslide
Jager-verzamelaars
Leven in kleine groepen (ongeveer 30-50 mensen)
Geen vaste woonplaats: nomaden
Trekken achter hun eten aan
Eenvoudige woningen: hutten/grotten
Informatie overdragen
Slide 7 - Tekstslide
Lascaux (Frankrijk)
Oudste rotsschilderingen in de grot van Lascaux
15.000 v. Chr. - 10.000 v. Chr.
De rijkst beschilderde prehistorische grot die tot nu toe werd ontdekt
Slide 8 - Tekstslide
Hoe?
Slide 9 - Tekstslide
Opdracht 1: Grotschildering
Neem een blad. Maak eerst een ontwerp.
Welk ‘verhaal’ wil je vertellen?
Welke ‘boodschap’ moeten ze hier over 1000 jaar nog kunnen lezen?
Bv. iets van de mens (hand ...), een dier, een 'spirit' (mag je zelf verzinnen)
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Ingrediënten
150 gram bloem;
150 ml koud water;
200 ml warm water;
2,5 eetlepel zout;
mengkom;
bakjes om de verf te bewaren;
(natuurlijke) kleurstoffen.
Kleuren
geel (kurkuma)
bruin (cacaopoeder)
rood (paprikapoeder)
paars (bessen)
wit (poedersuiker)
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Slide 14 - Tekstslide
Hiërogliefenschrift
Het schrift van het oude Egypte
Medu Netjer 'Goddelijke Woorden'
Rond 3100 v. Chr. ontstaan & werd tot aan het eind van de Oud-Egyptische beschaving gebruikt.
Het bestond uit tekens van mensen, dieren en dingen.
Het werd geschreven op klei, steen en papyrus.
Slide 15 - Tekstslide
Opdracht 2: Hiërogliefenschrift
Neem een blad. Stel jezelf voor in kernwoorden. Gebruik hiërogliefenschrift.
Jouw voornaam
Jouw lievelingseten
Je lievelingsvak
Je hobby
...
Teken netjes met potlood en kleurpotlood.
Teken niet te klein en gebruik het hele A4-blad.
Noteer de vertaling op de achterkant van het blad.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Cijfers
In het oude Egypte bestonden ook tekens voor cijfers. Handig als je de oogst wil bijhouden en verdelen!
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Spijkerschrift
Ontwikkelde tussen 3300 en 2900 v. Chr. in het huidige Irak
Werd geschreven op kleitabletten: met een rietstengel maakte men wig- en spijkervormige inkepingen
Een combinatie van inkepingen = één spijkerschriftteken
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Slide 22 - Video
Emoticons
Probeer deze spreekwoorden eens te ontcijferen?
Slide 23 - Tekstslide
Opdracht
Taal ontwikkelt en verandert continu. De oude hiërogliefen waren beelden, maar nu typen we eigenlijk weer in beelden (= emoticons).
Schrijf een verhaaltje, waarbij je zoveel mogelijk woorden vervangt door emoji’s. Let op! Je verhaal moet wel begrijpelijk zijn 🙂 Tip: Schrijf eerst je verhaal in het klad (met emoji's) en typ het daarna in je telefoon. Maak een screenshot van je telefoon en lever deze in. Bij de screenshot lever je ook de ‘vertaling’ in van het verhaal. Hoe meer emoji's in je verhaal, hoe leuker!