les 13 thema planten di 24 mei

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je laptop opstarten en inloggen bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeld naar mij.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.
timer
1:00
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je laptop opstarten en inloggen bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeld naar mij.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
terugblik vorige week (B5 + B7)
Uitleg doelen deze week.   
Opdrachten maken.   
Afsluiten; hoe is het deze les gegaan? 

Slide 2 - Tekstslide

Welke vragen B5 + 7 waren lastig?

Welke vragen waren "lastig"?
We bespreken van B5 klassikaal vraag 5 en van B7 vraag 3 en 4

Problemen met de andere vragen. 
Dan help ik je individueel tijdens het maken van de opdrachten.



Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen voor deze week.
-Je kunt uitleggen dat bij geslachtelijke voortplanting elk van de ouders 50% van het DNA levert.
-Je kunt voorbeelden geven van geslachtelijke voortplanting.

Voor vwo ook:
-Je kunt voorbeelden noemen van mannelijke en vrouwelijke voortplantingsorganen bij planten en dieren.


Slide 4 - Tekstslide

Veel uitleg
Vandaag veel uitleg want we hebben deze week maar 1 les en volgende week de toets.
Volgende week wel nog 2 lessen om alles te herhalen en af te maken.

Maar dezer les dus even doorbijten en proberen je aandacht bij de (lange) uitleg te houden.  

Slide 5 - Tekstslide

-Je kunt uitleggen dat bij geslachtelijke voortplanting elk van de ouders 50% van het DNA levert. 
Eerst nog even ongeslachtelijke voortplanting:
Geen voortplantingscellen nodig, geen bevruchting nodig. 
Nakomelingen hebben zelfde eigenschappen want..... (zie plaatje)
Wel celdeling. Dit noemen we de gewonde celdeling (mitose).




Slide 6 - Tekstslide

-Je kunt uitleggen dat bij geslachtelijke voortplanting elk van de ouders 50% van het DNA levert. 
En dan nu de gelachtelijke voortplanting:
Wel voortplantingscellen nodig, wel bevruchting nodig. 
Nakomelingen hebben niet dezelfde eigenschappen want..... (zie plaatje)
Speciale celdeling nodig om voortplantingscellen te maken. Dit noemen we meiose




Slide 7 - Tekstslide

gewone celdeling
Meiose
-Je kunt uitleggen dat bij geslachtelijke voortplanting elk van de ouders 50% van het DNA levert. 

Slide 8 - Tekstslide

-Je kunt uitleggen dat bij geslachtelijke voortplanting elk van de ouders 50% van het DNA levert. 
Bij de plant zijn de mannelijke voortplantingscellen de stuifmeelkorrels en de vrouwlijke voortplantingscellen zijn de eicellen.

Slide 9 - Tekstslide

Een cel in de stengel van een narcis heeft 28 chromosomen. Hoeveel chromosomen heeft een stuifmeelkorrel van deze narcis?
A
28
B
56
C
14
D
dat kun je niet weten

Slide 10 - Quizvraag

Een stuifmeelkorrel van een margriet heeft 10 chromosomen. Hoeveel chromosomen heeft de bevruchte eicel van de margriet?
A
5
B
10
C
15
D
20

Slide 11 - Quizvraag

Na de meiose hebben de dochtercellen de helft van de chromosomen.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

-Je kunt uitleggen dat bij geslachtelijke voortplanting elk van de ouders 50% van het DNA levert. 
Waarom is het van belang dat er nieuwe combinaties van chromosomen (DNA)  en dus van eigenschappen ontstaan?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

-Je kunt voorbeelden geven van geslachtelijke voortplanting.
Planten: 
Bevruchting (let op verschil bestuiving en bevruchting)
Voortplantingscellen:
man: stuifmeel
vrouw: eicel

"kindje": zaadje.

Slide 16 - Tekstslide

-Je kunt voorbeelden geven van geslachtelijke voortplanting.
Dieren: 
Bevruchting kan inwendig of uitwendig plaatvinden
Voortplantingscellen:
man: zaadcel (let op het verschil met het zaadje van de plant)
vrouw: eicel

"kindje": embryo / ei.

Slide 17 - Tekstslide

Uitwendige bevruchting
Bij dieren die hun eieren in het water leggen, kan de bevruchting in het water plaatsvinden (buiten het lichaam). Bevruchting buiten het lichaam noem je uitwendige bevruchting.

Slide 18 - Tekstslide

Waarom is bij dieren in het water wel uitwendige bevruchting mogelijk en op het land niet?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Video

Uitwendige bevruchting bij kikkers
Bij kikkers zit het mannetje tijdens de paring boven op het vrouwtje 
 Het mannetje geeft zaadcellen af net op het moment dat het vrouwtje eicellen afzet. De bevruchting vindt plaats in het water. Het mannetje kan wel enkele dagen op het vrouwtje blijven zitten.

Slide 21 - Tekstslide

0

Slide 22 - Video

Inwendige bevruchting
Bij insecten vindt de bevruchting meestal plaats in het lichaam van het vrouwtje. Dit noem je inwendige bevruchting. Na de bevruchting zet het vrouwelijke insect eitjes af. In de eitjes ontwikkelen zich larven. Ook bij vogels en zoogdieren vindt de bevruchting plaats in het lichaam van het vrouwtje.

Slide 23 - Tekstslide

0

Slide 24 - Video

Havo gaat aan het werk.
Maken B6, leren voor de toets.
Maar mag ook meedoen met vwo.

Slide 25 - Tekstslide

-Je kunt voorbeelden noemen van mannelijke en vrouwelijke voortplantingsorganen bij planten en dieren.
Bij planten: 
Mannelijk = meeldraad 
vrouwelijk = stamper 


Twee  soorten bloemen (eigenlijk drie want er zijn twee verschillende eenslachtige bloemen): 
Eenslachtige bloemen: alleen mannelijke of alleen vrouwelijke voortplantingsorganen. 
Tweeslachtige bloemen: zowel mannelijke en vrouwelijke voortplantingsorganen in 1 bloem.

Slide 26 - Tekstslide

Eenslachtig
Tweeslachtig

Slide 27 - Sleepvraag

Eenhuizig of tweehuizig
Als een plant tweeslachtig is, of zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen heeft is de plant eenhuizig

Als een plant alleen maar mannelijk of alleen maar vrouwelijke bloemen heeft is de plant tweehuizig


Slide 28 - Tekstslide

De uitleg in een schema
Beide geslachten in één plant (huis)
Beide geslachten in twee planten (2 huizen)

Slide 29 - Tekstslide

eenslachtig of tweeslachtig?
eenhuizig of tweehuizig?

Slide 30 - Tekstslide

Wat is deze plant?

A
Eenhuizig
B
Tweehuizig

Slide 31 - Quizvraag

Aan deze plant (foto) groeien
alleen mannelijke bloemen.
Dan is deze soort?

A
Eenhuizig
B
Tweehuizig

Slide 32 - Quizvraag

-Je kunt voorbeelden noemen van mannelijke en vrouwelijke voortplantingsorganen bij planten en dieren.
Bij Dieren: 
Vogels : man + vrouw hebben een cloaca 
Reptielen : man een hemipenis, vrouw een cloaca 

Bij beiden: Inwendige bevruchting

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

timer
5:00
Leerdoelen:
-Je kunt uitleggen dat bij geslachtelijke voortplanting elk van de ouders 50% van het DNA levert.
-Je kunt voorbeelden geven van geslachtelijke voortplanting.

Voor vwo ook:
-Je kunt voorbeelden noemen van mannelijke en vrouwelijke voortplantingsorganen bij planten en dieren.


Kun je bereiken door:
-Te lezen / bestuderen de tekst van B6 en vwo ook B8
-Te maken: B6 (6.6) en vwo ook B8 (6.8) 
-De antwoorden van de opdrachten serieus te controleren.   
-Je kennis  te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.
Eerst 5 minuten zelf in stilte,
daarna mag je overleggen. 
Alles voor deze week af? Dan herhalen/ oefenen of verdiepen (zie linkjes lessonup). 

Slide 35 - Tekstslide

Afsluiting.
Alles van de studiewijzer voor deze week moet voor volgende week dinsdag af zijn.

Volgende week toets.


Slide 36 - Tekstslide


In je agenda gezet wat je gaat of moet doen?
Volgende week repetitie thema 6.
 
Pak dan je tas in en wacht nog even rustig op je eigen plek tot het tijd is.

Laat je plek netjes achter, schuif je stoel aan en vergeet je mobiel niet.

Slide 38 - Tekstslide