Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
hww/zww/kww
ZWW / HWW / KWW
Zelfstandig werkwoord (ZWW)
Hulpwerkwoord (HWW)
Koppelwerkwoord (KWW)
1 / 18
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
ZWW / HWW / KWW
Zelfstandig werkwoord (ZWW)
Hulpwerkwoord (HWW)
Koppelwerkwoord (KWW)
Slide 1 - Tekstslide
Alleen deze woorden kunnen KWW zijn:
zijn
worden
blijven
blijken
lijken
schijnen
heten
dunken
voorkomen
Slide 2 - Tekstslide
Mogelijke werkwoordcombinaties in een zin:
- 1 ZWW en 0, 1 of meer HWW's
(deze zin heeft dan een WG)
- 1 KWW en 0, 1 of meer HWW's
(deze zin heeft dan een NG)
Per zin dus òf 1 ZWW òf 1 KWW: nooit combinatie ZWW-KWW
Slide 3 - Tekstslide
Let op: hetzelfde werkwoord kan in de ene zin een andere functie hebben dan in de andere!
KWW of ZWW = belangrijkste werkwoord van de zin:
- Meestal achteraan
- Kan je niet weghalen
- ZWW heeft meestal duidelijkste betekenis
Slide 4 - Tekstslide
Meestal achteraan:
Daniël wil graag een keer een voetbalwedstrijd
fluiten
.
Bij aankomst bij de fietsenstalling bleek Alima haar fiets niet te kunnen
vinden
.
Vanwege de vele kleurrijke hoedjes is Prinsjesdag een vrolijke dag
geworden
.
Slide 5 - Tekstslide
Kun je niet weghalen:
Daniël
wil
graag een keer een voetbalwedstrijd
fluiten
.
Daniël
wil
graag een keer een voetbalwedstrijd.
Daniël
fluit
graag een keer een voetbalwedstrijd.
Bij aankomst bij de fietsenstalling
bleek
Alima haar fiets niet te
kunnen
vinden
.
Bij aankomst bij de fietsenstalling
vond
Alima haar fiets niet.
Vanwege de vele kleurrijke hoedjes
is
Prinsjesdag een vrolijke dag
geworden
.
Vanwege de vele kleurrijke hoedjes
werd
Prinsjesdag een vrolijke dag.
Slide 6 - Tekstslide
ZWW heeft duidelijkere betekenis:
Daniël
wil
graag een keer een voetbalwedstrijd
fluiten
.
Bij aankomst bij de fietsenstalling
bleek
Alima haar fiets niet te
kunnen
vinden
.
Vanwege de vele kleurrijke hoedjes
is
Prinsjesdag een vrolijke dag geworden. (GEEN ZWW)
Slide 7 - Tekstslide
Ga eerst op zoek naar het ZWW of KWW van de zin. Benoem de overige werkwoorden dan als HWW.
Daniël
wil (HWW)
graag een keer een voetbalwedstrijd
fluiten (ZWW).
Bij aankomst bij de fietsenstalling
bleek (HWW)
Alima haar fiets niet te
kunnen (HWW) vinden (ZWW)
.
Vanwege de vele kleurrijke hoedjes
is (HWW)
Prinsjesdag een vrolijke dag
geworden (KWW)
.
Slide 8 - Tekstslide
Noteer de werkwoorden van deze zin:
De kok heeft weer bijzonder lekker gekookt.
Slide 9 - Open vraag
De kok heeft weer bijzonder lekker gekookt.
Belangrijkste werkwoord =
(Achteraan, niet weg te laten, evt. duidelijkste betekenis)
Slide 10 - Tekstslide
Welk soort werkwoorden zijn het?
De kok heeft weer bijzonder lekker gekookt.
A
heeft = ZWW gekookt = ZWW
B
heeft = HWW gekookt = HWW
C
heeft = ZWW gekookt = HWW
D
heeft = HWW gekookt = ZWW
Slide 11 - Quizvraag
Noteer de werkwoorden van deze zin:
Voor meer rendement zouden windmolens hoger moeten worden.
Slide 12 - Open vraag
Voor meer rendement zouden windmolens hoger moeten worden.
Belangrijkste werkwoord =
(Achteraan, niet weg te laten, evt. duidelijkste betekenis)
Slide 13 - Tekstslide
ZWW
HWW
KWW
zouden
moeten
worden
Slide 14 - Sleepvraag
Sommige mensen schijnen levenslang bang te blijven voor spinnen.
Noteer de werkwoorden van deze zin.
Slide 15 - Open vraag
Welk soort werkwoorden zijn het?
Sommige mensen schijnen levenslang bang te blijven voor spinnen.
A
schijnen = KWW blijven = KWW
B
schijnen = HWW blijven = HWW
C
schijnen = KWW blijven = HWW
D
schijnen = HWW blijven = KWW
Slide 16 - Quizvraag
Sommige opgaven in de komende toets kunnen moeilijk zijn.
Noteer de werkwoorden van deze zin.
Slide 17 - Open vraag
Welk soort werkwoorden zijn het?
Sommige opgaven in de komende toets kunnen moeilijk zijn.
A
kunnen = HWW zijn = KWW
B
kunnen = HWW zijn = ZWW
C
kunnen = HWW zijn = HWW
D
kunnen = ZWW zijn = KWW
Slide 18 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
10 dec. : herhalen grammatica WS t/m 5.6
December 2024
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Klas 2 - Spelling - Engelse leenwoorden
September 2022
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grammatica H2 koppel- en hulpwerkwoorden
Februari 2023
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
NOG NIET AFGrammatica: koppelwerkwoorden
Januari 2025
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2,3
NOG NIET AFGrammatica: koppelwerkwoorden
December 2023
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2,3
Fase 2: Het gezegde
Januari 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
zelfstandig werkwoord hulpwerkwoord en koppelwerkwoord
Februari 2024
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
V1 NN6 H4 zelfstandig werkwoord hulpwerkwoord en koppelwerkwoord
Januari 2024
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1