Oefentoets O.P.

Huwelijksaanzoek
  • Ruth 3: 1-10 
  • Waarom ligt Boaz hier?
  • Wie doet een aanzoek?
  • Waarom wil Ruth trouwen?
  • Op wie lijkt Boaz?
  • Gebed
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Huwelijksaanzoek
  • Ruth 3: 1-10 
  • Waarom ligt Boaz hier?
  • Wie doet een aanzoek?
  • Waarom wil Ruth trouwen?
  • Op wie lijkt Boaz?
  • Gebed

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Slide 3 - Video

OntwikkelingsPsychologie 

Slide 4 - Tekstslide

Planning
  • Vragen beantwoorden
  • Ruimte voor specifieke vragen 
  • Hoe leer jij?
  • Succes

Slide 5 - Tekstslide

Zet de levensfasen van een mens op chronologische volgorde!

Slide 6 - Open vraag

Het woord ontwikkelingsfase = periode van een mens welke te onderscheiden is van andere perioden. Waar kenmerkende gedragingen bij horen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 7 - Poll

Ontwikkelingsaspecten van een mens zijn ?
A
Opleiding, eten, creatief zijn, gamen.
B
Vanaf vis tot mens geëvolueerd.
C
Dit is voor een docent om studenten te ontwikkelen tot mensen.
D
Lichamelijk, Cognitief, Persoonlijkheid, Emotioneel, Seksueel

Slide 8 - Quizvraag

Waarom is het zuigreflex voor een baby belangrijk!

Slide 9 - Open vraag

Wat zijn 3 dingen waaraan je merkt dat een baby een moeilijk temperament heeft?
A
Baby is beweeglijker, Baby huilt meer, Slaapt onrustig.
B
Lijkt op de vader
C
Baby boert, Baby poept, Baby braakt.
D
Baby draait met ogen, Baby beweegt handen, Baby maakt geluid.

Slide 10 - Quizvraag

Wat bedoelen we met scheidingsangst?(baby)

Slide 11 - Open vraag

Magisch denken = ?

Slide 12 - Woordweb

In de peuterperiode ontwikkelt de taal zich, noem 2 taal/spreek ontwikkelingen.

Slide 13 - Open vraag

Wat zijn 3 lichamelijke ontwikkelingen bij een peuter?
A
Lang haar, hersens groeien naar volwassen proportie, Knipogen en 2 ogen dicht.
B
Groeit in de lengte - minder mollig, Sterker in kracht, handvoorkeur, Hersenen ontwikkelen zich.
C
Baard groei, Reptielenbrein groeit, melkkiezen vallen uit.
D
Bij een peuter gebeurt niets, bij de kleuter pas!

Slide 14 - Quizvraag

Waarom is het niet goed om boos te worden op een kleuter als hij de waarheid niet vertelt.

Slide 15 - Woordweb

Omschrijf de oorzaak van ernstig overgewicht bij het schoolkind?

Slide 16 - Open vraag

Noem 3 dingen waardoor het schoolkind makkelijk leert of niet?

Slide 17 - Woordweb

Welke 3 dingen veranderen aan een jongen zijn lichaam bij seksuele rijping?
A
Groei van penis, puntoren, 1 zaadbal.
B
Groei van penis, sperma productie, beter ruiken.
C
Groei van penis, sperma productie, schaamhaar.
D
Baard in de keel, Hormonen gaan meer bewegen, zweten.

Slide 18 - Quizvraag

Waarom slapen pubers meer uit?
A
Lui, geen opvoeding, mobiel i.p.v. een wekker.
B
Wat moeten ze anders doen?
C
Lekker rustig voor de ouders!
D
De biologische klok is 1,5 uur in de war.

Slide 19 - Quizvraag

Waarom is een peergroup voor pubers belangrijk? (2 redenen)

Slide 20 - Open vraag

Wat betekent het woord levenslooppsychologie?

Slide 21 - Woordweb

Wat zijn 3 belangrijke zaken in het leven van een volwassene? (20-50 jaar)
A
Werk en carrière, scholing en jobhoppen.
B
Opleiding en scholing tot een hoge maatschappelijke functie.
C
Veel relaties met verschillende mensen daar leer je veel van.
D
kinderen krijgen, vaste relatie, werk, relatie/verlies ouders

Slide 22 - Quizvraag

Wat was Erik Erikson zijn stelling over kinderen? (wat gebeurt er om verder te komen in de ontwikkeling)
A
Kinderen zijn een onbeschreven blad, door straf of beloning leren zij.
B
Kinderen zijn minivolwassen bij goede ontwikkeling komt het goed.
C
Kinderen zijn geschikt om te leren op vaste leeftijd, daarvoor heeft het geen zin.
D
Kinderen hebben in elke fase een bepaald conflict.

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Video

Een baby heeft verhoudingsgewijs?
A
groot hoofd en lange beentjes.
B
Klein hoofd en lange beentjes
C
Klein hoofd en korte beentjes
D
groot hoofd en korte beentjes

Slide 25 - Quizvraag

Het animistisch denken is kenmerkend voor?
A
Baby
B
Peuter
C
Kleuter
D
Volwassene

Slide 26 - Quizvraag

De vaardigheid van binnen de lijntjes kleuren ontwikkeld zich vooral binnen?
A
babyfase
B
Peuterfase
C
Kleuterfase
D
Puber

Slide 27 - Quizvraag

Interesse/nieuwsgierigheid naar geslachtsdelen/verschillen is kenmerkend voor de ? fase
A
Baby
B
Peuter
C
Kleuter
D
Puber

Slide 28 - Quizvraag

Behoefte aan een identificatiefiguur buiten eigen sociale situatie ontstaat in de ?
A
Baby & peuter
B
Peuter & kleuter
C
Schoolkind & puber
D
Puber & volwassenheid

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Video

Vragen
  • Toets
  • Hoe leer jij?
  • Succes! 

Slide 31 - Tekstslide