Oefentoets Thema 4

In de volgende slide kun je het antwoord geven.

Welk bot wijst nummer 16 aan?
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

In de volgende slide kun je het antwoord geven.

Welk bot wijst nummer 16 aan?

Slide 1 - Tekstslide

Welk bot wijst nummer 16 aan?
A
opperarmbeen
B
scheenbeen
C
sleutelbeen
D
dijbeen

Slide 2 - Quizvraag

In de volgende slide kun je het antwoord geven.

Welk bot wijst nummer 23 aan?

Slide 3 - Tekstslide

Welk bot wijst nummer 23 aan?
A
opperarmbeen
B
scheenbeen
C
sleutelbeen
D
dijbeen

Slide 4 - Quizvraag

In de volgende slide kun je het antwoord geven.

Welk bot wijst nummer 6 aan?

Slide 5 - Tekstslide

Welk bot wijst nummer 6 aan?
A
opperarmbeen
B
spaakbeen
C
sleutelbeen
D
ellepijp

Slide 6 - Quizvraag

In de volgende slide kun je het antwoord geven.

Welk bot wijst nummer 5 aan?

Slide 7 - Tekstslide

Welk bot wijst nummer 5 aan?
A
opperarmbeen
B
spaakbeen
C
sleutelbeen
D
ellepijp

Slide 8 - Quizvraag

De botten van baby's bevatten veel...
A
kalkstof
B
lijmstof

Slide 9 - Quizvraag

De botten van bejaarden bevatten veel...
A
kalkstof
B
lijmstof

Slide 10 - Quizvraag

De botten van bejaarden zijn ..
A
bijna niet breekbaar
B
heel makkelijk breekbaar

Slide 11 - Quizvraag

Je ziet hier een afbeelding van een schedel van een mens. Nummer 6 is..
A
voorhoofdsbeen
B
bovenkaak
C
onderkaak
D
neusbot

Slide 12 - Quizvraag

In dit skelet van een babyhoofd zie je 3 delen in de schedel, omlijnd door "witte lijnen" . In een volwassen schedel is dit weg en een complete schedel geworden. Hoe de verbinding waardoor de schedeldelen aan elkaar zitten?
A
naadverbinding
B
vergroeiïng
C
gewricht
D
kraakbeenverbinding

Slide 13 - Quizvraag

Je ziet hier een gewricht. Nummer 3 is..
A
bot
B
beenweefsel
C
kraakbeen
D
gewrichtssmeer

Slide 14 - Quizvraag

Als je een beweging maakt, heb je altijd tenminste 2 spieren nodig. Hoe noem je deze 2 spieren samen?
A
tegengestelde beweging
B
antagonisme
C
gonistische beweging
D
samenwerking

Slide 15 - Quizvraag

Een spier zit aan het bot vast met..
A
de spierbuik
B
pezen
C
spiervezels
D
het spiervlies

Slide 16 - Quizvraag

Hebben de botten van bejaarden meer of minder kalk dan baby´s?
A
Meer
B
Minder

Slide 17 - Quizvraag

Eén bot in deze arm is blauw gekleurd.
Welk bot is dat?

A
opperarmbeen
B
handwortelbeentjes
C
ellepijp
D
spaakbeen

Slide 18 - Quizvraag

De botten van baby's zijn ..
A
bijna niet breekbaar
B
heel makkelijk breekbaar

Slide 19 - Quizvraag

Hebben de botten van bejaarden meer of minder lijmstof dan baby´s?
A
Meer
B
Minder

Slide 20 - Quizvraag

Botten kunnen op verschillende manieren aan elkaar verbonden zijn. Bij welke verbinding(en) is er geen beweging mogelijk?
A
Naden
B
Gewricht
C
Vergroeid
D
Kraakbeen

Slide 21 - Quizvraag

Je ziet hier een gewricht. Nummer 5 is..
A
ellebooggewricht
B
gewrichtskogel
C
gewrichtskom
D
schoudergewricht

Slide 22 - Quizvraag

Welk gewricht is geen kogelgewricht?
A
Schoudergewricht
B
Vingerkootjesgewricht
C
Heupgewricht

Slide 23 - Quizvraag

Wat zit er tussen de wervels?
A
kraakbeen
B
botten
C
niks

Slide 24 - Quizvraag

Wat wordt er beschermd door onze borstkas
A
maag en nieren
B
hart en longen
C
hersenen
D
darmen en maag

Slide 25 - Quizvraag

Wat wordt er beschermd door onze schedel?
A
longen
B
hart
C
darmen
D
hersenen

Slide 26 - Quizvraag

Waaraan levert het skelet GEEN bijdrage?
A
stevigheid
B
bescherming
C
beweging
D
vertering

Slide 27 - Quizvraag

Als de armbuigspier samentrekt wordt hij...
A
langer en dunner
B
langer en dikker
C
korter en dikker
D
korter en dunner

Slide 28 - Quizvraag

Wat is een antagonist?
A
een spier met een tegengestelde werking
B
een spier met dezelfde werking
C
allemaal pezen bij elkaar

Slide 29 - Quizvraag

Wat is de antagonist van
de biceps? (Spier waar pijl naar
wijst.)
A
armbuigspier
B
armstrekspier

Slide 30 - Quizvraag

Bij welk plaatje heeft de persoon een goede houding?
    A                 B               C
A
B
C

Slide 31 - Quizvraag

Beenverbindingen
vergroeiing
naadverbinding
gewrichten
 kraakbeen

Slide 32 - Sleepvraag

rood
wit
oranje
paars
groen
blauw

Gewrichtskapsel
Gewrichtskogel
Gewrichtsband
Kraakbeen
Gewrichtskom
Gewrichtssmeer

Slide 33 - Sleepvraag

Bij welk type gewricht is er beweging in meerdere richtingen mogelijk?
A
Kogelgewricht
B
Scharniergewricht

Slide 34 - Quizvraag

De vingerkootjes hebben een...
A
kogelgewricht
B
Scharniergewricht

Slide 35 - Quizvraag

Hoe noem je botten 1 en 2?
A
1. Spaakbeen 2. Ellepijp
B
1. Opperarmbeen 2. Ellepijp
C
1. Pols 2. Middenhandsbeentje
D
1. Ellepijp 2. Spaakbeen

Slide 36 - Quizvraag