Hoofdstuk 5 Politiek in Nederland

 Politiek in Nederland
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

 Politiek in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Politiek
het besturen van een land of gebied

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

  • Welk probleem moet de politicus proberen op te lossen?
  • Voor welke keuze staat de politicus?
  • Met welke meningen en belangen krijgt de politicus te maken?


Democratie en dictatuur

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke bestuursvorm hebben wij in Nederland?
Democratie
Dictatuur

Slide 5 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Noem 3 kenmerken van een dictatuur

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem 3 kenmerken van een democratie

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Democratie
Dictatuur
Het volk heeft de macht.
De macht is ontstaan door middel van geweld.
Er zijn vrije en eerlijke verkiezingen.
Het woord van de machthebber is de wet.
Er is een scheiding van machten.
Je mag in de krant geen slechte dingen schrijven over de overheid.
Politieke gelijkheid voor iedereen.
De vrijheid van burgers wordt beschermd.
Het oprichten van een protestgroep is toegestaan.
Journalisten kunnen niet alles schrijven wat ze willen schrijven.
De macht ligt bij één persoon of partij.
Er is persvrijheid.
De koning en de koninklijke familie hebben alle macht.
Je mag de overheid aanklagen.
De politie kan makkelijk omgekocht worden.

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies



Alle burgers mogen meebeslissen en kunnen invloed uitoefenen op het bestuur van het land

  • burgers hebben inspraak
  • de meerderheid beslist



De dictator of een kleine groep machthebbers heeft alle macht in handen

  • meestal geen inspraak en geen vrijheid van meningsuiting
  • de wens van de meerderheid?
  • tegenstanders worden vaak onderdrukt

Democratie
Dictatuur

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

twee verschillende democratieën

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



De inwoners van een land nemen zelf politieke beslissingen

Bijvoorbeeld door een referendum




De inwoners hebben via verkiezingen invloed op politieke kwesties  

Een volksvertegenwoordiger neemt beslissingen namens de bevolking van het land

Directe democratie
Indirecte democratie

Slide 11 - Tekstslide

Raadgevend referendum
  • op initiatief van burgers
  • in Nederland mogelijk tussen 2015 – 2018
Raadplegend referendum
  • op initiatief van de overheid
  • momenteel enige referendumvorm in Nederland
  • vindt meestal op gemeentelijk niveau plaats
Welke vorm van democratie hebben wij (het meest) in Nederland?
Directe democratie
Indirecte democratie

Slide 12 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke verkiezingen hebben we waar het volk voor gaat stemmen.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Volksvertegenwoordigingen in Nederland



Gemeenteraad
Provinciale Staten
Parlement
(buiten Nl; het Europees parlement)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gemeenteraad
Provinciale Staten
Parlement
Volksvertegenwoordigers van een gemeente beslissen over gemeentelijke kwesties
Volksvertegenwoordigers van een provincie beslissen over provinciale kwesties
Volksvertegenwoordigers van het land beslissen over landelijke kwesties

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Volksvertegenwoordigingen in Nederland


Wat voor soort beslissingen horen bij elk? 

  • Gemeenteraad
  • Provinciale Staten
  • Parlement

Slide 17 - Tekstslide

  • Beslissing over gemeentelijke kwestie: Woonwijk of industrieterrein?
  • Beslissing over provinciale kwestie: Een nieuwe weg tussen twee steden of een natuurgebied aanleggen?
  • Beslissing over landelijke kwestie: Verhoging van belastingen of niet?

Beslissingen van de gemeenteraad

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Beslissingen van het parlement

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Beslissingen van de Provinciale staten

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

  • Het Nederlands parlement bestaat uit de Eerste Kamer en de Tweede Kamer.
  • De Tweede Kamer heeft 150 leden die direct worden gekozen door de bevolking.
  • De Eerste Kamer heeft 75 leden die worden gekozen door Provinciale Staten en dus indirect door de bevolking van Nederland.

In Nederland hebben wij dus een...
... parlementaire democratie 

  • Een vorm van indirecte democratie 
  • Burgers hebben via volksvertegenwoordigers in het parlement invloed op politieke kwesties 
  • De belangrijkste politieke keuzes worden in het parlement gemaakt

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel Tweede Kamerleden zijn er?
A
150
B
75
C
125
D
225

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestaat het parlement.
A
De ministers en de koning
B
De eerste en tweede kamer
C
De eerste en tweede kamer en de provinciale staten
D
De ministers en de tweede kamer

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe worden de Eerste Kamerleden gekozen?

A
die worden niet die gekozen, maar benoemd
B
dat doen de leden van Provinciale Staten
C
dat gebeurt tegelijk met de Tweede Kamerverkiezingen

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie zitten er in de regering?
A
De koning en de koningin
B
Ministers en staatsecretarissen
C
De koning en de ministers
D
De Koning en de ministers en de staatssecretarissen

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat bedoelen ze met een zetel?
A
De stoel waar de koning op zit
B
De stoel voor de ministerpreseident
C
Een stoel in de zaal van de tweede kamer
D
Alle stoelen voor iedereen in de zaal van de tweede kamer

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel zetels zijn er in de tweede kamer?
A
100
B
150
C
76
D
200

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ministerie?
A
Alle ministers samen
B
Alle tweede kamerleden en ambtenaren samen samen
C
Alle ministers en staatssecretarissen samen
D
De minister en de staatssecretaris en ambtenaren

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stappen doorloopt een wet?
Zet in de goede volgorde of laat staan
1. 
2.
3.
4.
5.
6.
7. Komt niet voor
De minster of tweede kamer bedenkt de wet 
De tweede kamer stemt over de wet 65 zetels voor.
De tweede kamer stemt 85 zetels voor
De eerste kamer bestudeerd de wet en stemt erover
38 stemmen voor in de eerste kamer
De minister voert de wet uit
De koning tekent de wet
De koning voert de wet uit
De grootste partij stemt tegen

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de partijen bij de juiste stroming
1. Sociaal democratisch

2.Liberaal
3.Confessionalisme
4. Populisme
5. One-issue

Groen links
VVD.

PvdA

Forum voor demovccratie

50 plus

CDA

D66
SP

PVV



Partij voor de dieren

SGP

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de partijen bij de juiste stroming
1. Sociaal democratisch

2.Liberaal
3.Confessionalisme
4. Populisme
5. One-issue
Vrijheid is belangrijk
Speelt in op onderwerpen en emoties die in de maatschappij spelen
Gelijkheid is belangrijk
Richten zich vooral op één onderwerp
Geloof is het uitgangspunt

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk een probleem dat de gemeenteraad zou kunnen oplossen

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waaraan merk jij dat je in een democratie woont? Geef een voorbeeld

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Democratie
Dictatuur
Het volk heeft de macht.
De macht is ontstaan door middel van geweld.
Er zijn vrije en eerlijke verkiezingen.
Het woord van de machthebber is de wet.
Er is een scheiding van machten.
Je mag in de krant geen slechte dingen schrijven over de overheid.
Politieke gelijkheid voor iedereen.
De vrijheid van burgers wordt beschermd.
Het oprichten van een protestgroep is toegestaan.
Journalisten kunnen niet alles schrijven wat ze willen schrijven.
De macht ligt bij één persoon of partij.
Er is persvrijheid.
De koning en de koninklijke familie hebben alle macht.
Je mag de overheid aanklagen.
De politie kan makkelijk omgekocht worden.

Slide 36 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies



Alle burgers mogen meebeslissen en kunnen invloed uitoefenen op het bestuur van het land

  • burgers hebben inspraak
  • de meerderheid beslist



De dictator of een kleine groep machthebbers heeft alle macht in handen

  • meestal geen inspraak en geen vrijheid van meningsuiting
  • de wens van de meerderheid?
  • tegenstanders worden vaak onderdrukt

Democratie
Dictatuur

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies