Weihnachten
1 / 19
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Übersetze (vertaal):
kerst
kerst
A
Weihnachtsgeschenk
B
Kerst
C
Weihnachten
D
Weihnachtsmann
Slide 5 - Quizvraag
Übersetze (vertaal):
oudejaarsdag
oudejaarsdag
A
Weihnachten
B
Silvester
Slide 6 - Quizvraag
Der Weihnachtsmann
Das Rentier
Das Weihnachtselfchen
Slide 7 - Sleepvraag
Last Christmas..... wat zingen ze in het Duits?
A
Lëtzte Weihnacht
B
Abgelaufen Weihnacht
C
Am Weihnachten
D
Letzte Weihnacht
Slide 8 - Quizvraag
Wie sagt man auf Deutsch
'Vrolijk kerstfeest en een gelukkig nieuwjaar'
'Vrolijk kerstfeest en een gelukkig nieuwjaar'
A
Frohe Weihnachten
B
Vrolijke Weihnachten
C
Frohe Weihnachten und ein gelukkiges neues Jahr
D
Frohe Weihnachten und ein glückliches neues Jahr
Slide 9 - Quizvraag
Welche Tiere ziehen den Schlitten von Weihnachtsmann?
A
Huskies
B
Pferde
C
Rentiere
Slide 10 - Quizvraag
Woran erkennt man das Rentier "Rudolph"?
A
Silberne Hufe
B
rote Nase
C
goldene Augen
D
roten Mund
Slide 11 - Quizvraag
Was ist ein typisches Weihnachtsgebäck?
A
Christstollen
B
Ostereier
C
Schokokuss
Slide 12 - Quizvraag
Was feiert man zu Weihnachten?
A
Die Engel heiraten
B
Geburt von Jesus Christus
C
Rentiere haben Geburtstag.
Slide 13 - Quizvraag
Wie nennt man den "kerstman"in Deutschland
A
Krampus
B
Sinterklaas
C
Weihnachtsmann
D
Nikolaus
Slide 14 - Quizvraag
Es ist fast Weihnachten!
Vertaal FAST
Vertaal FAST
A
bijna
B
tot
C
toen
D
praten
Slide 15 - Quizvraag
In welchem Monat ist Weihnachten?
A
September
B
Dezember
C
Januar
D
Juli
Slide 16 - Quizvraag
Zoek de juiste combinatie
der Weihnachtsbaum
das Geschenk
der Christbaumkugel
das Renntier
der Schlitten
die Glocke
die Kerze
der Weihnachtsmann
Slide 17 - Sleepvraag
Slide 18 - Tekstslide
Plätzchen und so: maak de juiste combinatie
Krapfen
Stollen
Weihnachtskipferl
Linzer Plätzchen
Spekulatius
Zimtsterne
