Gebruik Present Perfect:
A als iets in het verleden is begonnen en nog steeds bezig is
B zeggen iets over het verleden en hebben nu nog invloed, dus je merkt het nu nog.
Voorbeelden:
A. I have lived in New York for seven years now.
Ik woon al zeven jaar in New York. --> in het verleden begonnen en nog steeds bezig.
B. I have painted the door.
Ik heb de deur geschilderd. --> in het verleden gedaan en je merkt nu nog resultaat.