Hfdst.2.8 Spelling: PV in vt

Hfdst. 2.8: PV in VT
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hfdst. 2.8: PV in VT

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van dit hoofdstuk:
- Ik kan de persoonsvorm in de verleden tijd op de juiste manier spellen.

- Ik weet wanneer ik een dubbele punt (:) moet gebruiken.

- Ik kan de 20 dicteewoorden van dit hoofdstuk goed schrijven. 

Slide 2 - Tekstslide

Een werkwoord is:
A
Een ander woord voor het onderwerp.
B
Een woord dat een handeling aangeeft.
C
Een woord dat aangeeft wat voor soort werk iemand doet.
D
Een woord wat je weg kunt laten uit een zin.

Slide 3 - Quizvraag

Benoem de werkwoorden uit deze zin:
Ik ben hier al eens geweest.

Slide 4 - Open vraag

Wat gaan we deze les doen? 
Uitleg / herhaling van PV in VT.
PV in de VT. Hoe gaat dit ook al weer?
 
Denk aan:

Regels?

Opdrachten maken van hfdst. 2.8

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn sterke werkwoorden? Leg dit in je eigen woorden uit!

Slide 6 - Open vraag

Leg uit wat zwakke werkwoorden zijn (in je eigen woorden!)

Slide 7 - Woordweb

Werkwoorden in de verleden tijd (dit is al gebeurd)
Is het een sterk (                  ) werkwoord?

Deze kunnen van klank veranderen :

lopen - liepen
worden - werden
zijn - waren



Slide 8 - Tekstslide

Werkwoorden in de verleden tijd (dit is al gebeurd)
Is het een zwak (                      ) werkwoord?


Meestal kun je wel horen of je in de verleden tijd de(n) of te(n) moet gebruiken. Lukt dat niet..?

Gebruik dan: ' t sexy fokschaap


 


Slide 9 - Tekstslide

't Sexy fokschaap
Laatste letter?
Wel in ‘t sexy fokschaap (                                   )
 = Stam + te of ten


Laatste letter?
Niet in ‘t sexy fokschaap ?
= Stam + de of den

Slide 10 - Tekstslide

Werkwoorden in de vt
/
/

Slide 11 - Tekstslide

Dus:
     Zit de laatste letter van het hele werkwoord -en WEL in 'tx kofschip?        schrijf dan          of te / ten                             fietsen                 fietste

      Zit de laatste letter van het hele werkwoord -en NIET in 't kofschip?        schrijf dan         de / den                               bellen                    belde

Slide 12 - Tekstslide

Even oefenen
1. De politie (verrichten) ... wekenlang onderzoek naar de inbraken.
2. Toen ik mijn toets Frans (maken) ... (duimen) ... Janita voor mij.
3. We (durven) ... niet te kijken toen de geheime politie op de deur (bonken) ...
4. Terwijl ik (tobben) ... over mijn cijfers, (krassen) ... Sandra haar naam in het tafelblad. 

Slide 13 - Tekstslide

Antwoorden
1. De politie verrichtte wekenlang onderzoek naar de inbraken.
2. Toen ik mijn toets Frans maakte, duimde Janita voor mij.
3. We durfden niet te kijken toen de geheime politie op de deur bonkte.
4. Terwijl ik tobde over mijn cijfers, kraste Sandra haar naam in het tafelblad. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Opdrachten:
Maak de opdrachten over persoonsvorm vt
Hoofdstuk 2.8 Spelling: 
Opdracht 1 en 2 
Ben je thuis? Maak dan de opdrachten ONLINE!
Ben je op school: Maak dan de opdrachten in je werkboek: blz. 121

VRAGEN???

Slide 16 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Herhaling TT en VT
  • Uitleg Voltooid deelwoord, infinitief en bijvoegelijk naamwoord.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Opdrachten:
Maak de opdrachten over persoonsvorm vt
Neem onderstaande link over en plak deze in de adresbalk:
https://www.cambiumned.nl/theorie/spelling/werkwoordspelling/de-spelling-van-de-persoonsvorm-in-de-verleden-tijd/

Slide 20 - Tekstslide