Writing M4 week 11

Welcome M4
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welcome M4

Slide 1 - Tekstslide

Formal writing

Slide 2 - Tekstslide

Writing test
How to do your writing test.....................................

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel alinea's ?
Je schrijft een ideale brief als deze bestaat uit:
1.  inleiding
2. kern
3. stel de vragen die je hebt
4. slot 

Slide 4 - Tekstslide

!
1
2
3
4
!
Aanhef - Beste meneer/mevrouw.........
alinea 1 -Wie ben je? Waar heb je de info gevonden?
alinea 2 -Waar gaat het over, wat wil je vertellen?
alinea 3 -Nu stel je al je vragen
alinea 4- Bedankt! Ik wil graag.................
groet - 

Slide 5 - Tekstslide

!

Slide 6 - Tekstslide

!
Er zijn dus twee mogelijkheden:

  1.  je weet de naam wel - Dear Mr. or Mrs. Jansen, 
  2.  je weet de naam niet - Dear Sir/Madam,

Slide 7 - Tekstslide

1
* In de eerste alinea stel je jezelf voor:
* My name is  .....,  I'm ...... years old and I live in.............

* Je vertelt waar je de informatie vandaan hebt
* I saw your leaflet/advertisement/etc. in ...........
* My friend told me about your......
* In the library I found your.........

Slide 8 - Tekstslide

I am a girl/ boy and I am 16 years old.
I am a 16-year-old boy/ girl.

Slide 9 - Tekstslide

Alinea 1/inleiding
Waarom/wie ben je

The reason I am writing to you is .... 
I am writing you because ....  
I am writing in response to ...

I would like to apply for the job of  waitress...
I saw your advertisement ...


Slide 10 - Tekstslide

2
In de tweede alinea vertel je uitgebreid waarom je schrijft en geef je alle informatie. Bijvoorbeeld:

  • waarom heb je nu veel vrije tijd?
  • waarom wil je graag naar het buitenland?
  • welke ervaring heb je al?
  • waar heb je de informatie voor nodig?
  • waarom heb je een klacht?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

3
In de derde alinea stel je alle vragen die je nog hebt.
  • Can I participate even though I live outside the UK? 
  • Can I choose my work place?
  • Do I have room and board while working for you?
  • Is it possible to get a discount?
  • Do you organise tours?
  • Could I have a new....?
  • Where can I book my tickets?
  • What time do we need to be there?

Slide 13 - Tekstslide

4
In de laatste alinea doe je twee dingen:

1.  je bedankt de lezer voor zijn/haar tijd en aandacht
2. je vertelt wat je wilt dat er nu gaat gebeuren.

Slide 14 - Tekstslide

Slotzin

I look forward to your answer.

I look forward to your reply.

Learn by heart!

Slide 15 - Tekstslide

Let op: Woordvolgorde
WIE -                                                persoon, dier of ding
DOET -                                            de werkwoorden
WAT -                                               antwoord op 'wat wordt door wie gedaan ?
WAAR -                                            locatie
 WANNEER -                                  tijdaanduiding
Bijvoorbeeld:
I work as a doctor in London during the summer.
We help our parents cooking in the kitchen every day.

Slide 16 - Tekstslide

Veelgemaakte fouten

  • Madame in plaats van Madam
  • Maand zonder hoofdletter (het is March, niet march)
  • Niet zakelijk genoeg (kom tot je punt en praat er niet te veel omheen).
  • Geen hoofdletter voor het woord 'ik'. Altijd I dus met een hoofdletter!!!!

Slide 17 - Tekstslide

Let op!
Let op je taalgebruik. Hou het netjes / formeel!
Gebruik zo min mogelijk samentrekkingen:
Do not                          Don't
  Will not                         Won't
I am                              I'm

Dat scheelt ook met het tellen van de woorden: 
do not zijn twee woorden, don't telt als één woord.

Slide 18 - Tekstslide

Do's
- Always write 'I' (ik) with a capital             letter
- Always make sure your spelling and     grammar is correct
- Write a capital letter for:
   the first letter of a month  (June) 
   names of people (Mary), countries
  (England), days of the week
  (Sunday)
Don'ts
- Don't use slangwords (spreektaal)
   dus geen: gonna, wanna etc.
- Don't abbreviate (afkorten) words;
   I am --> not I'm
 - Don't start a sentence with 'and'
- Don't end the letter with:
   bye, greetz, see you etc.


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

                         ter writing

Slide 21 - Tekstslide